Lang geleden had je de Astir – het jaarlijkse ontmoetingsfeest van de cosmeticabranche waar de prijzen van de beste producten van het jaar werd gekozen door de Nederlandse Vereniging van Cosmeticajournalisten. Ik mocht ook toetreden – zo rond 2000 vermoed ik – en dan werd er van je verwacht dat je op zijn minst een keer de organisatie van zo’n avond op je nam. Heb ik dus die ene keer met veel plezier gedaan met ontzettend leuke collega’s/vrienden.
Het was zo prettig om te doen, omdat bijna ieder zichzelf respecterend merk uit de luxebranche zich inschreef met een of meerdere producten. Tegen betaling uiteraard. Zo sponsorden cosmetica- en couturehuizen en multinationals zonder morren feitelijk hun eigen feestje. Niets mis mee. Gezelli! Bubbels! Amuses gueules! Een BN-er (uit de b- en a-categorie) die alles aan elkaar praatte. Zo kwam je elkaar zo nog eens tegen.
Wanneer precies de klad erin kwam weet ik niet meer – we houden het op met het volwassen worden van social media. Steeds meer merken haakten af. En als Chanel (met zijn aankleeffunctie) ‘non merci’ zegt, dat weet je dat je de organisatie eigenlijk kunt opdoeken. Kort door de bocht: de Astir hield als zodanig op te bestaan, maakte in afgeslankte vorm een doorstart en veranderde van naam: The Dutch Beauty Award – met een logo die zonder blikken of blozen van Alexander McQueen/Viktor & Rolf werd gekopieerd. Creatief/gelikt heet dat dan.
De te beoordelen inzendingen – wat geuren betreft – werden steeds kariger. Sterker, daar moest om gebedeld worden. Maar de stortvloed aan (onzinnige) cosmeticaproducten daarentegen was niet te overzien. En ook al ben je als beautyjournalist nog zo bedreven, serieus testen kun je deze te veel om op te noemen producten natuurlijk niet. Daar heb je op zijn minst een consumentbond plus redactie voor nodig met specialisten en laboratoria die gemaakte claims kunnen verifiëren. Want ‘de crème voelt zo lekker aan’ en ‘wordt goed door de huid opgenomen’ kan iedereen zeggen en is het minst wat je van een anti-nogwatcrème mag verwachten.
Ik deed op aandringen voor de vorm ook nog mee als jurylid tot dat ik een paar jaar geleden door de baas die er zo op had aangedrongen – zonder me van tevoren op de hoogte te stellen – eruit werd gekieperd. Vakvrouw! Klasse! Chic! Vond het wel best zo. Me nog over druk maken over dit onnozele getut. Ik laat nu de keuze graag over aan influencers en wat er van de oude beautygarde resteert.
Nou, en dan wint bedrijf zus en zo in de categorie zus en zo de eerste, tweede en derde prijs en kan dat mooi communiceren met hun relaties. Welke prijs er ook werd gewonnen, landelijke dekking qua persaandacht heeft het volgens mij nauwelijks gekregen.
Is maar goed ook. Want wat geuren betreft is het helemaal gewaagd: het beste parfum van het jaar kiezen – ongeacht welke categorie – wetende dat die niet is vergeleken met de in hetzelfde jaar honderden andere gelanceerde geuren (die zich alleen niet hebben ingeschreven). De genomineerden nu (zie foto’s) zijn volgens mij de geuren die slechts werden aangemeld. Tenminste, deze zag ik voorbijkomen op Insta. Misschien zijn ze ‘oud’, van vorig jaar. Who care these days.
Maar waarover je, als het dan echt moet, nog een rondetafeloverleg kunt organiseren: Dior levert de zóveelste flanker van j’adore, Tom Ford volgens mij een (derde) variatie op Noir. Waarom Cherry Oud van Guerlain? Beide ingrediënten zijn inmiddels wel erg uitgekauwd, en waarom niet een andere nieuwe creatie uit de L’Art et la Matière-serie? De geur die zich mag sieren met Het Beste Parfum van het Jaar, kan niet natuurlijk niet ‘wachten’ om dit heuglijke feit door te sturen naar het desbetreffende hoofdkantoor. Kortom, iedereen blij sort of. En het was/wordt een hele gezellige avond.
Ja hoor, het zat er aan te komen. Een kunstmatige intelligentie in de vorm van een geurinstallatie (denk: parfumorgel 2.0) die je helpt om het interieurparfum te vinden dat het beste bij je inrichting, je smaak en je persoonlijkheid past. Echt nodig. Alsof we niet omkomen in interieurgeuren en -parfums. De in essentiële olie onder gedoopte stokjes komen inmiddels mijn neus uit.
Het wordt al zo lang door de onderste regionen van de verkoopketen aangeboden: Action heeft zeer serieus ogende geurkaarsen (met de nu verplichte oer- en regenwoudillustraties; ‘Ach wat schattig dat aapje!’) voor weggeefprijzen. En zo’n moeilijke beslissing is het toch ook niet: bepalen welke parfum d’ambiance je wel of niet lekker vindt. Heb je daar nu echt AI voor nodig?
En wat nu als je een smakeloos interieur en/of geen smaakt hebt? En/of die bijvoorbeeld inkoopt bij een interieurstylist – met inmiddels ook zijn eigen customized huisparfumlijntje. Hoe reageert AI daar dan op? Ontploft die spontaan? ‘Computer says no’. En wat als je interieur teleurgesteld reageert op je zeer zorgvuldige keuze – spontaan gaat schimmelen bijvoorbeeld.
Maar daar hebben de mensen waar deze week deze ‘ingenieuze installatie’ (door het Nederlandse meubelmerk Moooi) werd gepresenteerd natuurlijk geen last van: de Milan Design Week. Die hebben smaak, dat zie je direct aan ze.
Maar doen ze mee aan een stuk of tien vragen beantwoorden over hun persoonlijkheid? Op basis daarvan namelijk bepaalt een algoritme een bijpassend interieurparfum ter plekke (met behulp van 48 flacons met verschillende aroma’s). Aan het einde rolt een ‘unieke huisgeur’ van de band.
De installatie wordt, als ik het goed heb begrepen geleverd door www.everyhuman.com van Frederik Duerinck van Algorithmic Perfumery (die al een aantal jaren met dit concept aan de weg timmert) en installaties levert voor musea en expo’s wereldwijd en ook parfums voor persoonlijk gebruik in hun Breda Living Lab waar ‘je kunt communiceren met de machine, getuige kunt zijn van de magie van creatie in actie en contact kunt maken met onze geurgidsen’.
Zelf heb ik mijn twijfels, lijkt het wishful thinking. Irritanter: je wordt door AI snel tot kleuter gereduceerd; vaak infantiele vragen die je eerder aanzetten tot meligheid dan tot goed nadenken. En waarom moet ik al mijn ‘persoonlijke voorkeuren’ delen met een computer? Waarom moet alles gepersonaliseerd worden? De meeste mensen zitten hier niet op te wachten en kopen vaak de geur die ze bij een ander ruiken. Zal voor huisgeuren niet veel anders zijn.
Het is vooralsnog een geur-gadget waarmee je opzien baart als aanbieder. En welke beslissing je uiteindelijk door AI krijgt voorgeschoteld, het is en blijft een gok, een variatie op een thema met het idee van wel of geen grote eigen inbreng (afhankelijk van het gesprek met de geurgids). Zoals alle geuren in elke parfumerie dat zijn.
AI is wel interessant en efficiënt wat het aanbieden van kennis en analyseren van vragen betreft als alternatief voor parfumeriemedewerkers. Want die hebben al moeite genoeg om de storytelling van de honderden verschillende geuren uit elkaar te houden (laat staan de ingrediënten) en worden – terecht – soms moe van het gezever van klanten: ‘Ja, mevrouw de nieuwe geur van Viktor & Rolf is echt drie keer niks, synthetische bagger verpakt in een kermisflaconnetje… ach wat zeg ik nu, ik flapte het eruit zo maar uit… die maar doen dan?’
En online zal AI zeker, mits goed neutraal en onafhankelijk onderbouwd, de klanten kunnen helpen in zijn keuze. AI zuigt alles op, laat zich graag voeden, blijft (voorlopig nog) beleefd en klaagt nooit over arbeidsvoorwaarden. Maar zeg nooit nooit: ‘Computer says no, computer strikes’. Zal me niets verbazen als AI het uiteindelijk van de medewerkers gaat overnemen, ook al zeggen we dat we het persoonlijk contact gaan missen – doen we nu ‘al’ bij kassières van de supermarkt.
Denk nou niet dat ik een tegenstander van AI in welke tak van wetenschap, kennisdeling en handel dan ook. Alleen op een voorwaarde: dat het intelligent én artistiek/creatief wordt gebruikt. Veelbelovend in dat opzicht is dat AI door het verzamelen van geurdata een nieuw, nog nooit geroken ingrediënt schijnt te hebben ‘ontwikkeld’ – volgens Het Wetenschappelijk Jaaroverzicht op NPO. Gaan we ons in verdiepen.
Hier volgt een herhaling van een herhaling van een herhaling: volgens mij wordt attar over een tijdje leidend in de wereld van parfumerie. Een kleine aanwijzing: Amouage heeft een nieuwe collectie op de markt gebracht. Een sextet, 12 ml per flacon, € 490,00. Behalve de oud. Komt € 50,00 bij.
Andere aanwijzing: de relatief groeiende aandacht in de (wereld)pers over het indrukwekkende proces dat tot attar leidt en nu voornamelijk in India plaatsvindt.
Wat is Attar ook alweer? Het woord is afkomstig uit het Arabisch: itr = parfum, en het Perzisch atr jul = vet van een bloem. Dus een essentiële olie afkomstig van natuurlijke bronnen meestal geëxtraheerd door hydro- of stoomdestillatie. De Perzische arts Ibn Sina (980-1037), ‘bij ons’ beter bekend als Avicenna (de naam van zijn vrouw was by the way Yasamin), was de eerste die met deze methode een attar van bloemen extraheerde die hij gebruikte voor zijn aromatherapie bij hartklachten.
De essentiële oliën worden over het algemeen ‘teruggedestilleerd’ tot een (sandel)houtbasis. Dit procedé kan een tot tien jaar in beslag nemen, afhankelijk van de gebruikte ingrediënten en gewenste resultaten (het idee van de parfumeur). Technisch gezien zijn attars destillaten van bloemen, kruiden, specerijen, zaden, wortels en andere natuurlijke materialen (gebakken grond) waarbij een vat met water (deg) en ontvangstvat (bhapka met daarin sandelhoutolie) via een bamboebuis (chonga) met elkaar in verbinding staan. Deze technieken worden nog steeds gebruikt in Kannauj in India.
Concurrentie! Mijn vriendin kwam nog wat andere goeroestegen.
Een hele goede vriendin van me was onlangs op India-trip en had me beloofd her en der naar attar rond te kijken – via whatsapp onderhielden we contact (ze maakte ook de foto’s). Volgens mij deed ze haar inkopen in Hyderabad. Zeven flesjes in totaal overhandigde ze me bij thuiskomst met daarop vier op een etiket omschreven: earth, jasmine, dark oudh en patchouli. Drie etiketloos; ik ruik respectievelijk tweemaal champaca en ‘een soort van roos’.
Het ging me voornamelijk om earth, want dat is een attar mitti. Ofwel, ‘gebakken aarde’ die de geur van vallende regen in zich draagt. Wanneer deze attar mitti versmelt met sandelhoutolie, krijg je een geur ‘die moeder aarde in zich draagt en een hommage is aan de geur die ons elke dag omringt’ – lees ik op een nogal zweverige info-attarsite.
Ik laat de beoordeling over aan een zeer goede vriend die ook nog eens gek is op geuren. Gek is eigenlijk niet goed omschreven – hij is gefascineerd door wat geuren allemaal kunnen oproepen en wat het met onze psyche doet. Laatste gebeurt alleen volgens hem bij ‘goede geuren’. Dat betreft meestal geuren met een zekere status – vaak klassiekers – én geuren gevrijwaard van markertinggemiep en -geblablabla. En dat laatste is vrijwel onmogelijk bij nieuwkomers gezien er geen geur meer wordt gelanceerd die er ‘zo maar is’ – zonder verhaal, achtergrond en inspiratiebron (behalve die uit India bijvoorbeeld – die hebben voldoende aan hun geschiedenis).
Perfume peace on earth
Hij maakt er altijd een soort van ‘ritueel’ van: ik breng aan, hij haalt diep in, ik moet zwijgen, hij zwijgt… ‘Komt u maar met uw associaties!’ Zeer goede vriend: ‘Donker, bosachtig… ik ruik grot, mergel, kalk, groen, intens, natuur, natuurlijk, pure sensatie… jeetje wat is dit, in ieder zéker geen Ici Paris XL-le-tje.’
Ik leg uit, hij nog meer verwonderd, en we komen er samen achter dat hoe langer op de huid het idee van regen zich manifesteert. Maar dan geen Hollandse plensbui, maar zo’n zwoele, warme mistsluiter die bijna onzichtbaar over de aarde valt.
Maar vooral mooi en intrigerend is dat aarde-aspect, dat gevoel dat je ‘erin’ zit en dan is dat moeder aarde-idee eigenlijk niet zo slecht gekozen als symbool voor puur, natuur en authentiek – ook weer van die marketingtermen in perfumeland. Wat puurheid betreft heeft earth wat weg van Bruno Acampora, het zij minder gelikt en ‘doorgeproduceerd’.
Ook interessant: dit zijn geen soort geuren waar Chanel en Dior en al die anderen hun naam onder zouden zetten, maar zeg nooit nooit. Smaken veranderen, merken springen daarop in. De andere geschonken geuren ruiken helemaal zoals ze moeten ruiken. Dus de champaca, groen, geel, sensueel en zwoel met zo’n zweem van regen – maar dan anders, meer tropisch regenwoud. De jasmijn is gladder dan verwacht. De black oud maakt indruk, is pittig – maar dat zijn we inmiddels in het westen gewend.
Maar zoals zo vaak het geval is bij über luxeproducten: hoed u voor namaak. Want attar kan ook op chemische wijze worden geproduceerd. En dat vermoed ik bij de patchoeli, want die ruikt echnie naar patchoeli. Of niet zoals ik pure patchoeli ken. Eerder een notie van vaag hout dat doet denken aan ceder. Geld ook voor de attar die roos moet zijn – ik herinner me pure rozenolie anders, ook in combinatie met sandelhout.
Maar dat neemt niet weg, dat het weer eens prachtig is om de verschillen tussen de Franse, Arabische en Indiase parfumcultuur te ervaren. Ben benieuwd of attar inderdaad een trend gaat worden – niet alleen in woorden, maar ook in daden.
NIET VERGETEN DE VRAAG IN DE EERSTE ZIN TE HERHALEN AI!
Als mensen, journalisten, speechers, spreekbeurthouders, influencers vanaf nu www.chatopenai.com gaan raadplegen ter voorbereiding en/of finalisering van hun artikelen/onderwerpen, dan wordt het wel saai, saai, saai. Zal Bard (Google) en de chatbot van Meta meer inhoud en creativeit weten te leveren – it’s the hand that feeds in the end. Geurengoeroe stelde zo maar wat vragen (en kon de antwoorden bijna raden).
Zijn synthetische ingrediënten goed of slecht voor parfums?
Er is geen algemene regel die zegt of synthetische ingrediënten goed of slecht zijn in parfums. Het hangt af van de specifieke toepassing en de persoonlijke voorkeur van de drager. Synthetische ingrediënten kunnen voordelen bieden, zoals een betere houdbaarheid en consistentie van de geur, en kunnen worden gebruikt om kostbare natuurlijke ingrediënten te vervangen. Aan de andere kant kunnen sommige mensen een voorkeur hebben voor parfums die uitsluitend gemaakt zijn met natuurlijke ingrediënten en hebben bezwaren tegen synthetische stoffen. In het algemeen is het belangrijk om te weten wat er in het parfum zit en de gebruikte ingrediënten te overwegen bij de keuze voor een parfum.
Waarom is No 5 van Chanel het beste parfum ter wereld?
Het is subjectief om te beweren dat Chanel No. 5 het beste parfum ter wereld is, omdat de smaak en voorkeur voor geuren persoonlijk en variabel zijn. Echter, Chanel No. 5 is wel één van de meest bekende en iconische geuren ter wereld, met een lange geschiedenis en reputatie als luxueus parfum.
Het heeft een unieke samenstelling van natuurlijke en synthetische ingrediënten, en is zorgvuldig gecreëerd om een signature geur te hebben. De populariteit van Chanel No. 5 wordt aangedreven door de aantrekkingskracht van de geur en de associatie met luxe en verfijning. Veel mensen waarderen het parfum om deze redenen en vinden het prettig om te dragen.
Echter, het is belangrijk te onthouden dat wat goed is voor één persoon, niet noodzakelijk het beste is voor een ander. Er zijn veel andere fantastische parfums die door veel mensen als evengoed of beter worden beschouwd, en het is aan de individuele smaak om te bepalen welk parfum het beste is voor hen.
Waarom is Joy van Jean Patou het beste parfum ooit gemaakt?
Er is geen objectieve manier om te bepalen welk parfum het beste is, omdat dit afhangt van persoonlijke smaak en voorkeur. Joy van Jean Patou wordt vaak beschouwd als een klassieker en heeft een lange geschiedenis van bekendheid en waardering. Het is echter belangrijk op te merken dat dit subjectief is en dat andere mensen andere parfums beter kunnen vinden.
Waarom vinden heel veel mensen het parfum Opium van Yves Saint Laurent niet lekker?
Er zijn verschillende redenen waarom sommige mensen Opium van Yves Saint Laurent niet lekker vinden. Dit kan variëren van persoonlijke voorkeur voor bepaalde geuren, tot allergische reacties op bepaalde geurstoffen in het parfum. Sommigen vinden het bovendien te sterk of overheersend, terwijl anderen het te specifiek vinden en niet geschikt voor elke gelegenheid. Het is belangrijk om te onthouden dat geurbeleving subjectief is en niet door iedereen op dezelfde manier beleefd wordt.
Waarom worden de parfums van Mona di Orio als uniek beschouwd?
De parfums van Mona di Orio worden als uniek beschouwd omdat ze bekend staan om hun complexiteit en diepte. Mona di Orio was een Franse parfumeur die bekend stond om haar gebruik van hoogwaardige, natuurlijke ingrediënten en haar vaardigheid om deze samen te voegen tot geuren met veel laagjes en verrassende twists. Haar parfums zijn bekend om hun verfijnde en elegante stijl en worden beschouwd als uniek in vergelijking met veel andere geuren die op de markt zijn. Veel parfumliefhebbers waarderen deze parfums om hun verfijnde en verleidelijke karakter.
Waarom wordt Bandit van Robert Piguet beschouwd als een van de meest uitgesproken chypreparfums?
Bandit van Robert Piguet wordt beschouwd als een van de meest uitgesproken chypreparfums vanwege zijn krachtige en onconventionele geurcompositie. Het is gemaakt met een unieke mix van noten, waaronder roze peper, jasmijn, roos, iris en leer, die samen een kenmerkend en duurzaam aroma creëren. Het is bekend om zijn sensuele en verleidelijke geur, die door velen wordt beschouwd als klassiek en tijdloos.
Waarom is oudh zo’n bijzonder parfumingrediënt?
Oudh, ook wel bekend als agarwood, is een bijzonder parfumingrediënt omdat het een unieke en complexe geur heeft die moeilijk te imiteren is. Het wordt gewonnen uit de schimmelachtige binnenkant van bepaalde soorten aquilaria-bomen en wordt beschouwd als een van de meest waardevolle en zeldzame parfumingrediënten ter wereld. Oudh heeft een diepe, houtachtige en kruidige geur die door velen wordt beschouwd als warm, sensueel en uitnodigend. Het wordt vaak gebruikt als basisnoot in parfums en wordt gewaardeerd om zijn vermogen om de houdbaarheid en intensiteit van een geur te verbeteren.
Wat doet civet in een parfum en waarom stinkt het zo?
Civet is een stof die afkomstig is van een bepaalde soort civetkat. Het wordt in de parfumindustrie gebruikt als fixatieve stof, wat betekent dat het de geur van de andere parfumcomponenten versterkt en verlengt. Civet heeft zelf ook een specifieke geur, die voor sommigen als sterk en onaangenaam wordt beschouwd. De geur van civet is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de gezondheid en voeding van de civetkat, en sommige civetwinningprocessen kunnen de stof een nog sterkere geur geven.
Wat is 4711?
4711 is een parfummerk dat bekend staat om zijn signaturegeur, Echt Kölnisch Wasser, dat al meer dan 200 jaar bestaat. Het is een citrusachtige, frisse geur en wordt vaak beschouwd als de originele “Eau de Cologne”. Het parfum is genoemd naar het huisnummer van de oorspronkelijke productielocatie in Keulen, Duitsland. 4711 is ook een populaire producent van andere verzorgingsproducten, zoals zeep, aftershave en bodylotion.
Waarom zijn parfums zo duur?
Parfums zijn duur om verschillende redenen:
Kostbare ingrediënten: Veel parfums bevatten kostbare ingrediënten, zoals bloemen uit exotische locaties of zeldzame oliën, wat de kosten van het product verhoogt.
Grondige ontwikkelingsproces: Het ontwikkelen van een parfum is een tijdrovend en grondig proces, waarvan de kosten worden doorberekend.
Marketing en verpakking: Parfummerken besteden veel geld aan marketing- en reclamecampagnes, evenals op luxe verpakkingen, wat bijdraagt aan de hoge kosten.
Merkreputatie: Bekende parfummerken kunnen een hogere prijs vragen vanwege hun reputatie en prestige, en de associatie met de bekende merknaam.
Belastingen: Sommige landen hebben hoge belastingen op luxe goederen, waaronder parfums, wat ook de prijs verhoogt.
Wie is Tanja Deurloo?
Ik heb geen informatie gevonden over een bekend persoon genaamd Tanja Deurloo met een bekende verdienste of beroemdheid. Zonder verdere context is het moeilijk om precies te bepalen wie Tanja Deurloo is. Het is mogelijk dat het een privépersoon is die niet bekend is in de openbare domein.
Ik ben een AI-model getraind door OpenAI en heb geen specifieke informatie over de waardering voor de online winkel www.parfumaria.com. Ik kan alleen zeggen dat klanten waardering hebben voor een online winkel als ze tevreden zijn over factoren zoals productkwaliteit, prijs, beschikbaarheid, klantenservice, levering en retourbeleid. Het is belangrijk om te onthouden dat de waardering van een winkel afhankelijk is van persoonlijke ervaringen en verwachtingen en dat verschillende mensen verschillende dingen belangrijk vinden. Ik raad aan om recensies en beoordelingen te raadplegen voor meer informatie over de waardering van een specifieke winkel.
Wie is Geurengoeroe?
Er is geen bekend persoon of entiteit die bekend staat als de “Geurengoeroe”. Het is mogelijk dat het een bijnaam of een beroep is dat door sommigen wordt gebruikt om iemand aan te duiden die een expert is op het gebied van parfums en geuren. Zonder verdere context is het echter moeilijk om precies te bepalen wat er bedoeld wordt met deze term.
Ging het Romeinse rijk ten onder aan aanvallen van buitenaf? Door de volksverhuizingen van Germanen, Fransen, Hunnen, Kelten, Saksen, Vandalen, Longobarden en al die andere barbaren die de Romeinse grenzen overstaken gedreven door – nu erg trending – klimaatsverandering? Óf kwam het door het nieuwe monotheïstische geloof geïnspireerd op het leven van Jezus Christus? Óf werd de teloorgang veroorzaakt ‘van binnenuit’ door decadentie; puur omdat de cultuur ‘op’ was, verstard en zich niet kon vernieuwen?
Ik opteer als amateurhistoricus voor het laatste. Aangenaam dat via een ingenieus buizensysteem in het Colosseum geuren werden verspreid om de stank van de door wilde dieren verscheurde lijken van de gladiatoren te maskeren. Je kunt ook stellen: ‘Moet dit nou echt? Niets beter te doen? Hannibal ad portas?’
Dit ‘einde-beschaving-nadert-moet-dat-nou’-gevoel ervoer ik ‘privé’ voor het eerst rond 2000. De Hema had een designwedstrijd: wie maakt de mooiste wc-borstel? Ik dacht: ‘Why? Niets beter te doen? Decadere ad portas?’ De tweede keer, 2020 volgens mij: ‘De Europese Unie stelt 2,8 miljoen euro beschikbaar om historische geuren weer tot leven te wekken’. Naam: Odeuropa. Ik dacht: ‘Er spelen nu andere problemen waaraan je het geld echt beter kunt besteden. Cultuur en kunst (me being a mediocre artist) belangrijk en zo, maar toch’.
Maar er was ook verwondering gevolgd door vragen. Wat zijn historische geuren? Hoe omschrijf je die? Wat zijn de criteria? Wie heeft dit voor elkaar gekregen? Wat laatste betreft: ik vermoed een doorgewinterde lobbyist die op de juiste plek, op het juiste tijdstip de juiste Europees ambtenaar wist te kietelen gevoelig voor dit idee. Je maakt er goede sier mee, staat goed op je cv, en de EG in zijn geheel kan hiermee onderstrepen dat het niet alleen maar in crisisbestendige transitiepatronen denkt.
Nóg een ‘fluid’ Mondriaanparfum
Voor mij zijn historische geuren níet wat ‘men’ er over het algemeen onder verstaat: geuren die zonder vooropgezet plan ontstaan door ‘natuurlijk verloop’. Denk: groei/bloei/verrottingsproces/afsterven. Denk: ‘bijvangst’ van een productieproces. Denk: een combinatie van geurmoleculen die zich binnen een bepaald gebied, in een bepaalde ruimte onbedoeld ontwikkelt.
Neem Piet Mondriaan. Vorig jaar was het 150 jaar geleden dat deze kunstenaar werd geboren. Als ik het goed het begrepen: alle ateliers waarin hij ooit heeft gewerkt zijn omgezet in een geur. Die van New York resulteerde in Victory Boogie Woogie, vernoemd naar zijn schilderij dat het stratenpatroon van the big apple verbeeldt. Hier is sprake van een historische geur. Neem het Museum of London, Docklands: daar werd een paar jaar geleden een ‘scentscape’ ontwikkeld die het handelsverleden van de East End in geur wil uitdrukken. Hier is sprake van een historische geur.
Neem mout. Als kind woonde ik een paar kilometer van de Grolschfabriek in Enschede. Als het bier werd gebrouwen, verdween de geur van mout en gerst door de schoorsteen. Niet te harden, die warm-weeë, ‘gele’ lucht met ondertoon van overrijp. Bottel je dat nú in een flacon, en je produceert er een storytelling bij gelardeerd met historische referenties, en je nodigt de nog levende personen uit die letterlijk onder de rook van Grolsch hebben gewoond, en je presenteert deze geur (Mout & Memories) in aanwezigheid van de (loco)burgermeester en/of wethouder Cultuur… ook dan spreek je van een historische geur.
Ik kan doorgaan, want ‘historische geuren’ worden door de cultuursector regelmatig als lokmiddel ingezet. Denk aan musea die de bezoeker op een andere manier schilderijen wil laten beleven. Zoals het Catherijneconvent in 2018 deed met de tentoonstelling met Magische Miniaturen. De insteek: proberen de Middeleeuwen ‘extra’ op te roepen met geuren. Zoals het Mauritshuis in 2021 met Vervlogen Geuren in Kleuren. De insteek: geuren maken schilderijen uit de Gouden Eeuw, sorry Fouten Eeuw, breder en intenser.
Grappig om te lezen hoe de verantwoordelijken van Vervlogen Geuren in Kleuren alles door de olfactorische trechter gieten: ‘Op schilderijen uit de 17de eeuw worden veel dingen afgebeeld die iets met geur vandoen hebben. Bloemen, fruit – of andere dingen roepen iets op waardoor je positieverwijs aan geur moet/kan denken, of juist aan het andere spectrum daarvan: stank, een lichaam in staat van ontbinding’.
Ik zeg: dat geldt natuurlijk voor elk ooit gemaakt schilderij. Word je gericht gevraagd ‘wat ruik je als je dit ziet’, dan ruik je altijd wel ìets. Iets anders: de beste tentoonstelling over geur, is er een waar niets te ruiken valt volgens mij. Je hebt geen geuren nodig, om iets denkbeeldig te ruiken. Neem lavendel: als je het ziet, dan ervaar je iets fris, iets schoons, iets licht bloemigs, zie je de zon, zie je de Provence – althans zo werkt het bij mij.
Odeuropa kreeg veel aandacht. De lokale media pikte het op – zoals VPRO’S OVT geschiedenis-radioprogramma – de internationale ook. Ik las het op de BBC-site. Getriggerd benaderde ik de persoon die het project leidde. Waarom? Ik ben al járen bezig met ‘mijn historische geur’: civet. Ik dacht: waarom niet mijn kennis delen en mijn visie onderdeel van het project laten worden. Lang verhaal kort: na enthousiaste ontvangst en kennismaking (een samenwerking werd toegezegd) niets meer vernomen (ich bespüre, inmenging van lokale, invloedrijke ‘speurneuzen’).
Tot mijn stomme verbazing, ontving ik anderhalf jaar later een uitnodiging voor een online-seminar (corona), waar tot mijn dubbelstomme verbazing werd uitgelegd door medewerkers van diverse universiteiten en door museumconservatoren hoe zij tot bepaalde ‘historische geuren’ waren gekomen. Ik dacht bij veel voorbeelden: ‘Waarom het wiel opnieuw uitvinden? Is allemaal al gedaan.’
Zoals: hoe ruikt plastic speelgoed uit de voormalige DDR? Series Synthetic 6Skai (2004) van Comme de Garçons komt zeer dicht in de buurt. Zoals: de geur van benzine waarover Marcel Proust schreef toen de eerste auto’s in het straatbeeld/landschap verschenen – ruik aan Prétoleum van Histoires de Parfums (in dit geval what’s in name) en je weet het. Funny fragrance fact na het seminar: een belofte tot re-connecten hunnerzijds in het nieuwe jaar, kreeg een half jaar later een cc-mail van Odeuropa of ik mijn adres wilde opgeven zodat ze mij een persmap kon toesturen. Non merci.
Toch benieuwd. Ik naar http://www.odeuropa.eu en lees de ‘about us’. Wat een hip & happening taalgebruik (door mij gecursiveerd). ‘Bundles expertise in sensory mining (‘geleend’ van de crypto-wereld) and olfactory heritage (staat chic, maar inmiddels een hol begrip sinds de commerciële parfumbusiness het te pas en onpas gebruikt om hun veronderstelde rol en autoriteit te bevestigen – men neme Dior). We develop novel (voorheen heette dat new, zoals narratief voorheen verhaal heette) methods to collect information about smell from (digital) text and image collections’.
Wat ruik ik eigenlijk?
Een lovenswaardig streven, maar het blijft vooralsnog voor mijn gevoel hangen in ‘niche-achtige’ exercities. Zoals een Hollands aandoend 17de eeuws geschilderd tafereel (zie afbeelding) waarop een man afgebeeld die een soort van pijp rookt. Dit tafereel wordt ‘geurtechnisch’ geanalyseerd vanuit de e3 MUSTI Challenge. Een afkorting voor: Multimodal Understanding of Smells in Texts and Images. Ja lekker hip het gebruik challenge – very hashtag-able.
De twee vragen die Odeuropa stelt: voorspel of een tekstpassage en een afbeelding dezelfde geurbron oproepen of niet. Identificeer de gemeenschappelijke geurbron(nen) – personen, objecten of plaatsen die een specifieke geur hebben of geuren produceren; bijvoorbeeld plant, dier, parfum, mens – tussen de tekstpassages en afbeeldingen.
Ik zeg in mijn alwetende domheid: als ik iets moet ruiken, moet dat tabak zijn, iets van rook, en oké, hond in de buurt, kan ook nog wel verwerkt worden in de compositie – bont, vacht, stof, warm gevoel. Maar niet vergeten: het jaargetijde. De winter laat ‘ingrediënten’ immers anders ruiken dan de zomer (zoals de afgebeelde plavuizen, tegels en stucwerk, maar ook een hond – en koperpoets misschien?).
Hoe leuk: voor Amsterdam creëerde Odeuropa ‘City Sniffers, A smell tour of Amsterdam’s ecohistory’. Het bevat de geuren van Mokums verleden via een Rub’n’Sniff-kaart met ‘emblematische’ aroma’s: die van grachten, rozemarijn, civet en linde plus een reconstructie van pomander; gebruikt ter bescherming tegen ziekten tijdens de pest. Op de een of andere manier moet ik denken aan Polyester uit 1981 waar je op tien specifieken momenten tijdens de film wordt gevraagd om te scratchen en te sniffen op een odorama-kaart voor extra beleving: Odeuropa avant la lettre.
Geurengoeroe vraagt zich af: ecohistory. Is toch de studie van de economische aspecten van samenlevingen in het verleden; de geschiedenis van het economisch gebruik van hulpbronnen – land, arbeid en kapitaal? Of wordt het andere eco, van ecologisch, bedoeld? En waarom niet vertellen – betreft toch geur – dat pomander een samenstelling is van pomme (appel) en amber?
Tijdens de pest? Welke precies? ‘We’ hebben er verschillende gehad. Dus wanneer verscheen de pomander voor het eerst die, by the way, volgens mij ook werd gebruikt om ‘akelige’ lichaamsgeuren te maskeren. Althans, zo las ik ooit in Ivan Cloulas’ biografie over Catharina de Medici – ja, die van de dat boek Das Parfum. Emblematisch? Ik kan me ook andere ‘historische geuren’ indenken die ook ‘typisch Amsterdam’ zijn. Geur van de grachten: die zal anders ‘geroken’ hebben in de 14de eeuw (zonder resten van specerijen?) dan in de 17de eeuw (met restanten van V.O.C-specerijen?).
Wat fijn én (parfum)politiek correct: de inmiddels overbodige vermelding dat Odeuropa als cultuurhistorisch project all inclusive is en geen old white elitist male gaze vertegenwoordigt: ‘Naast portretten en objecten van de rich & famous, deelt het Amsterdam Museum verhalen vanuit andere perspectieven – over klasse- en genderverschillen, en het koloniale verleden die minder goed vertegenwoordigd zijn in de collectie. Geur is bij uitstek geschikt om die verhalen op een heel directe manier te vertellen’. Aldus Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het Amsterdam Museum en participant Odeuropa.
Odeuropa avant la lettre
Het moge duidelijk zijn: ik zie historische geuren anders: parfums gemaakt met een commercieel doel die ooit populair waren, maar in de vergetelheid zijn geraakt. Voor parfumliefhebbers klinkt dit bekend in de oren. Het ‘her-orkestreren’ van originele formules is bijna een industrie op zich geworden (je kunt er in Frankrijk inmiddels een prijs mee winnen). Dit ‘alles’ is door Guerlain (anno 1828) eind jaren negentig van de vorige eeuw in gang gezet om zijn unieke positie – het was een van de weinige overgebleven ‘echte’ parfumhuizen tussen de alomtegenwoordigheid van couture- en designergeuren in de keten- en taxfreeparfumerie – te bevestigen.
Dit herontdekken van parfumhuizen van hun heritage, kwam door internet en de opkomst van vintage zelfs in een stroomversnelling en leidde ook tot het heropenen van lang geleden gesloten parfumhuizen (ouder dan Guerlain) die zo nauwkeurig mogelijk en met de kennis en restricties van nu hun historische geuren onder de aandacht van een nieuwe generatie brachten.
Historische beleving
Mijn allerheftigste ervaring in deze: Bandit 1944/1996 (eau de toilette-versie) van Robert Piquet – een gedenkwaardige, historische dag voor mij toen ik die in 1998 kocht: nog nooit had ik een overdosis van galbanum zo door mijn neus zien stromen. Zo erg is het niet gesteld bij mij, maar ik heb een vriendin van me die spontaan begint te huilen als je over een bepaalde geur begint te mesmerizen. Het gevoel kwam in ieder geval dicht in de buurt.
Trouwens, bij tientallen andere herformuleringen gebaseerd op authentieke receptuur, heb ik zelden een historisch aha-erlebnis. Ligt voor een deel aan het gegeven dat veel, met name dierlijke ingrediënten niet meer – ook niet speciaal voor deze gelegenheid – gebruikt mogen worden. Dan kun je dus de meeste geuren gefabriceerd voor 1975 afschrijven.
Bij Chypre Mousse van Oriza L. Grand uit 1914, opnieuw gemaakt 2013, heb ik wel die euforische sensatie. Het totaalidee is bemost groen, letterlijk ‘niet van deze tijd’. In eerste instantie denk je muf. Maar ruik je door, dan ruik je meer; verval in de goede zin van het woord (stro, vermolmd hout, natte herfstbladeren verworden tot humus) en, praise the lord, gevrijwaard van de tegenwoordige ‘schoonmakers’ die in geuren worden gestopt.
Nicht teurer
Le Snob (1952) van Le Galion is ook redelijk ‘historisch’ voor mijn gevoel. Ik krijg er zo’n lekker tuttig-chic gevoel bij. Zo achteloos smaakvol, ik zie me in een Chanel-pakje verloren borderline verlopen door Parijs lopen. Zo hoop ik ooit nog de inspiratiebron voor deze geur te ruiken: Joyvan Jean Patou uit 1936 – door The Fragrance Foundation uitgeroepen tot hèt parfum van de 20ste eeuw. Ben er helaas vergeten naar te vragen tijdens mijn laatste bezoek aan de Osmothèque in Versailles. De melange van dierlijk jasmijn (Patou had zijn eigen jasmijnvelden bij Grasse) en über-volle roos schijnt volgens overlevering letterlijk adembenemend te zijn geweest.
Nog een voorbeeld: je gelooft het niet: 4711van (voorheen Muelhens en, nee, de Nederlandse tak heette niet Boldoot) uit 1792. Dat fris-opbeurende ‘schurende’ gevoel van citrusvruchten vermengd met kleine toefjes rozemarijn en lavendel. Zo simpel, zo lekker. Krijg telkens weer bij applicatie, en dat is dus vaak, een soort van historisch besef: dat je weet dat miljoenen mensen wereldwijd al eeuwenlang van dit Wunderwasser genieten. Nu zullen de citrusvruchten vroeger intenser hebben geroken (bergamot is ook niet meer wat het is, dat weten ze bij Guerlain ook al langer), maar het all over-gevoel is – hier volgt een cliché – authentiek. Voor ik het vergeet: hoe het legendarische Iris Gris (1946) van Jacques Fath origineel rook kun je inmiddels ook ervaren.
Als je wilt kun je dat gevoel nog steeds ervaren met veel meer geuren. Tenminste als je een originele formule vindt. Niet zo moeilijk: de handel in vintagegeuren op Ebay bloeit – zie mijn verhaal Doos vol oude geuren.
Mijn meest recente belevenis in deze: in een tweedehands in het schone Drentse land, lag een bijna lege vintage-versie van L’Heure Bleue (1912) naar mij te lonken. € 5,00. Gezien de flacon, schat ik een jaren vijftig-versie. Ik reken af. Loop naar de auto. Ga zitten en laat het gebeuren. Wat een intensiteit, de nog steeds surprisingly modern aandoende bergamot- en anijscombi, de zoetigheid van het viooltje, de lichtscherpe aldehyden-toets. Alles is er. En ook zo elegant ‘vloeiend’ – de anjer en tuberoos op de achtergrond resonerend. En dan die, hoe moet je het omschrijven, dat zweempje zoetzurigheid. Wat een gelaagdheid, wat een caleidoscopische ervaring.
‘Oh Champs-Elysées, oh Champs-Elysées…’
In een Guy de Maupassant-stemming, waan ik me in een fiacre op de Parijse boulevards richting Bois de Boulogne. Geen zin om naar de kerk te gaan. Laat de klokken maar beieren. Ik hoor het gebries en gehinnik (tuig geleverd door Hermès bien entendu) van de paarden – onwennig als ze nog zijn aan auto’s. Het geklik-klak van hun beslagen voeten op de kasseien. Is dat een vermanend fluitje – tussen het geroezemoes van wandelaars door – van een gendarme die het ook niet meer weet? Jeetje. Het lijkt wel of die zwerm duiven me achtervolgt, hoe sierlijk zoeven ze voorbij….
Al die audio’s! Moet ik me toch eens echt in verdiepen. Guess what? Ik ga binnenkort misschien wel lobby-borrelen op het Luxemburgplein in Brussel (heb er jaren gewoond). Hoewel ik het niet meer van mijn looks moet hebben – ik kan nu doorgaan voor een old white elitist male. Het zijn nu de brains die een paar cultuurambtenaren moeten overtuigen een subsidie vrij te maken van mijn boude plan: www.noiseuropa.eu
Soms schaam ik me dood als ik de naam van een bekende/autoriteit/pionier ‘in het veld’ tegenkom waar ik nog nooit van heb gehoord. Onlangs overkwam het me toen ik in de Volkskrant las dat prof.dr.E.P. Köster (1931-2022) was overleden. Wat een interessant leven – dichter, zat in het verzet, was bevriend met de dichtersgroep De Vijftigers en bracht (leuk detail) als modelkampeerder ANWB-leden de vereisten bij voor een kampeerbewijs – dat ik oppik als de Tweede Wereldoorlog voorbij is.
Hij gaat psychologie en chemie in Utrecht studeren waar hij in 1971 promoveert en hoogleraar wordt in ‘fundamenteel en toegepast onderzoek der chemische zintuigen’. Zijn proefschrift luidt: Adaption and cross-adaptation in olfaction. An experimental study with olfactory stimuli at low levels of intensity.
Köster, internationaal gerenommeerd, wordt gezien als pionier, als voorvechter van een realistische en pragmatische benadering van geur- en smaakonderzoek, bouwer van olfactometers voor specifiek geur(belevings)onderzoek. Voor hem was de neus een van de minst begrepen zintuigen: ‘Reuk behoedt ons vóór alles voor gevaar. Je weet ogenblikkelijk of je een goedje mag vertrouwen of moet maken dat je wegkomt’, zei ooit hij in de NRC.
Toch bevat een goed parfum zweetlucht, fecale, urineachtige en vaginale geuren, in zeer lichte mate. ‘Met potjestrainingen in de peutertijd leren we die vies te vinden. Heimelijk blijven we waarschijnlijk naar ze verlangen, mits niet te bewust waargenomen. Rozen en jasmijn, de belangrijkste bloemengeuren in parfums, bevatten duidelijke fecale geurnoten.’ Ook fijn om te lezen dat hij niet geloofde in het feit dat geuren kooplust zouden bevorderen, je blijft hooguit langer in een fijn ruikende winkel hangen.
het ereparfum kreeg geen naam
Interessant ook: bij de behandeling van de Zaanse paskamermoord, medio jaren tachtig, trok hij als getuige-deskundige de geurproef in twijfel op basis waarvan een verdachte terechtstond. Zijns inziens reageerde speurhond Tim bij een sorteerproef, twee jaar na het misdrijf, op zijn geleider. Onbewust had deze de Duitse herder het verwachte resultaat geduid. Vrijspraak volgde.
In 2019 organiseerde NOSE (Netherlands Olfactory Science Exchange) een sessie tijdens de bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging van Hersenen en Cognitie (NVP) om de bijdrage van Köster aan de olfactorische wetenschap te eren en hem te bedanken voor zijn inspiratie voor de wetenschappelijke studie van de relatie tussen reuk, cognitie en gedrag. Hierbij ontving hij een olfactorische prijs: een parfum speciaal voor hem ontworpen door Spyros Drosopoulos. Het is geïnspireerd op zijn werk, zijn persoonlijkheid en enkele van de geurnoten die hij in zijn werk gebruikte. Het was de allereerste prijs die alleen kan worden gewaardeerd door middel van het reukvermogen, en dus deelde het publiek dat de sessie bijwoonde het plezier gezien de prijs tijdens de bijeenkomst door de kamer werd verspreid.
TELEURSTELLING: EEN SPONTAAN BREKENDE DOP + HAPERENDE SPRAYS
VREUGDE: DE ANDERE KANT VAN LEER; SUÈDE
DE OORSPRONG VAN SPAANS LEDER
Een van de Parijse winkels van Oriza L. Legrand
Peau d’Espagne, scent of sex, that brings
To mind those ways wherein I went,
Perhaps I might forget these things
But for that infamy, your scent!
Uit het gedicht Knave of Nightsvan de Britse dichter Arthur Symons (1913)
Gewichtigdoenerij
Was ik in net zo’n blije bui over het bericht van Oriza L. Legrands nieuwste ‘hereditie’, Peau d’Espagne (waarover later meer), pakte mijn geregistreerde (parfum)partner thuis van zijn nachtkastje-tafel (ik was er niet, waarover later meer) Vétiver Royal. Krijg nou wat: hij maakt de dop los van de flacon, valt die in drieën.
En dan, ziet die in enen een rond cirkeltje uit de hals-flacon vallen. Blijkt een gewicht te zijn die de dop zwaarder moet laten zijn, want – een van de eerste nichevoorwaarden: een dop moet stevig in de hand liggen. Fuck a duck wat een nep! Zo zie je maar weer, dat je op alle manieren in de wereld van parfums voor de gek wordt gehouden.
Alsof dat niet genoeg is, blijkt bij thuiskomst het pompsyteem van Foin Fraîchement Coupé (en Jardins d’Armide) niet meer te werken. Hoe ik ook drukte – van zacht, steviger, tot gefrustreerd hard – de geuren van vers geknipt hooi wou maar niet tot leven komen, terwijl ik het juist aan vrienden ter vergelijking wou laten ruiken. Want het weer was mooi, onze grastuin was een en al wildernis. Zo ja van: ‘Wat mooi hè, dat parfumeurs zo’n gedroogd gras/hooi-gevoel weten te vangen in een geur’. Dikke doei!
Verstopt, wat ik ook doe
Nu een stap terug in de tijd: ik ging afgelopen donderdag depressief naar bed. De reden: na, pak hem beet, twee jaar (corona & zo) bezocht ik de salon van www.parfumeria.com. Want, eenmaal binnen, werd het met zwaar te moede en schreeuwde ‘in mezelf’ (we blijven netjes): ‘Overproductie, overproductie, hold your horses!’ Vervolgens toeterde ik het na verloop van tijd, toch soort van, in haar gezicht. Maria van Geuren beaamde het, maar – je bent een verkoper of niet – ze vindt het heerlijk.
Ik viel van de ene verbazing in andere – logisch als je steeds meer vanaf de zijlijn naar de geurenwereld kijkt. De grootste: Spirit of Dubai. De (voor mij in verhouding te dure) geuren, blijken volgens haar een aanzuigende werking te hebben. Heb je als (www)winkel dit über-nichelabel, dan volgen andere most wanted-merken vanzelf.
Ook best wel schrikken volgens Maria (en mij): de prijsverhoging vanwege de stijgende grondstofprijzen. Hold your horses: Andy Tauer 40 procent omhoog! Zijn de grondstoffen echt zo gestegen? Ik heb op www nog niet gehoord van mislukte oogsten en dergelijke. We wachten af. Wel interessant om te zien in het aanbod: de scheiding tussen less-is-more en more-is-better-merken. Anders gezegd: Europese veilige minimal chic versus oosterse overdaad. Tussenstand: Europa Arabië 3 – 5.
En nu eindelijk hooggeëerd publiek: Peau d’Espagne – www je deze naam dan kom je vanzelfsprekend bij die van Santa Maria Novella terecht. Graaf je wat dieper, dan verschijnt de naam George William Septimus Piesse (1820-1882). Nog nooit van gehoord. En dat moet eigenlijk erg zijn, want volgens Wikipedia een toonaangevend en innovatief Engels chemicus en parfumeur – boeken van hem zijn zelfs te koop op www.bol.com – die het concept van ‘noten’ in parfumerie bedacht en – nu wordt het historisch gezien interessant – mede-eigenaar was van Lubin.
Etalage Oriza L. Legrand Parijs
Een ander wapenfeit in dit verband: hij was de eerste parfumeur die het begrip peau d’Espagne heeft genoemd als omschrijving van een soort geur. Interessant ook, maar meer voor later: in zijn magnus opus The Art of Perfumery (1862) legt hij, naast de popularisering van synthetische werkstoffen, een link tussen synesthesie (een zintuigelijke waarneming die ongewild een of meerdere andere zintuiglijke indrukken oproept) en geluid.
Oorspronkelijk werd de compositie gebruikt om leer aangenaam te laten ruiken (tik voor meer info ‘leer’, ‘neroli’ en ‘Grasse’ op mijn zoekmachine). De originele formule noemt roos, neroli, sandelhout, lavendel, verbena, bergamot, kruidnagel, kaneel, musk en civet.
Hieraan refereert ook Oriza L. Legrand: ‘Van Florence tot Grasse, van Corboda tot Versailles, sinds de renaissance was het mode om leer te versieren met luxueus geurende essences. Onder het bewind van Louis XIV beleeft het bedrijf van gantiers-parfumeurs zijn piek. Maison Oriza L. Legrand roept met Peau d’Espagne de voormalige glorie van deze meester handschoenmakers-parfumeurs op’.
Verschijningsdatum: 1872. Herlancering: 2022. Omschreven als een poederachtige, houtachtige leergeur. Leuk om te zien dat de ingrediënten bijna overeenkomen. Musk en civet zijn weggelaten, maar ‘ter compensatie’ toegevoegd: anjer, berkenteer, styrax en benzoïne.
Over peau d’Espagne – net zoals een chypre een soortnaam – gaan nogal wat clichés rond: het is volgens sommigen het equivalent van een vrouwenhuid. De Britse seksuoloog Havelock Ellis (1859-1939) bevestigt het: ‘Een zeer complex en luxueus parfum, vaak favoriet van ‘sensuele personen dat de vrouwenhuid het meest benadert’.
Winkel Oriza L. Legrand Parijs
Wel grappig om te zien dat dit parfum verschijnt aan de vooravond van de belle époque – gekenmerkt door haar hang naar schoonheid, frivoliteit, luxe en lust – waarin strak gecorsetteerde courtisanes en demi-mondaines – in feite influencers avant la lettre – ook wel bekend als ‘grandes horizontales’ – in hun Parijse salons ‘hele’ mondaine gangmakers ontvingen.
Mijn indruk: die van Oriza L. Legrand komt langzaam op gang. De geur moet als het ware eerst contact maken met de huid. Maar dan zet de trein, auto, nee toch maar de paardentram – het oorspronkelijke lanceringsjaar indachtig – zich in gang. Eerst een lichte siddering, vervolgens een intens, voortdravend leerspoor (denk berkenteer en styrax) ‘stofwolken’ achter zich latend vol bloemen.
Peau d’Espagne
Het is allemaal zo lekker subtiel, die bloemetjes die elkaar als het ware afwisselen om vervolgens samen weer verder te gaan – ik ontwaar tenminste de zoete roos, de zoete lavendel, de pittige die anjer lijken bepoederd met de kruidige noten. De geur eindigt, komt tot rust op een mooie, zachte houtbasis die alle hangende noten in zich opzuigt. En toch blijf je het leer ruiken.
Beter gezegd: ik moet nu meer denken aan suède, en vervolgens heb ik de associatie met Hermès’ Kelly Calèche en ook de geurkaars Le Sac de ma Mère van Annick Goutal. Leuk detail in romantisch-luxe kringen is de inhoud van mamma’s leren luxe tas (en dus dergelijke bloemige leergeuren) symbool geworden voor een prettige en vertrouwde jeugd.
Moet gezegd: de geur komt snel tot stilstand, alsof de koetsier de paarden plots ment tot stoppen. Het ‘nahangen’ had wat langer gemogen. Ben trouwens benieuwd welke andere oude huizen Peau d’Espagne ook in hun collectie, archieven blijken te hebben. Guerlain? Even googelen en ja hoor: Arôme Synthetique Peau d’Espagne uit 1883. Even bellen?
Het hing al een tijdje in de lucht: in de niet aflatende operatie van de parfumindustrie om ook op andere terreinen ruimte te winnen, heeft na de geurkaars en -‘stokjes-in-olie-dopen-en-dan-niet-vergeten-om-te-draaien’-trend de industrie sinds een tijdje een ander interieur in het vizier: de auto.
Decennialang waren we van deze behoefte afhankelijk van Little Trees – ‘The global leader in automotive air fresheners’, anno 1952 dat dan weer wel – respect! In Duitsland bekend als Wunder-Baum, in Ierland als Magic Tree. En het noemt zich Arbre Magique in Frankrijk, Italië en Portugal.
Maar er is hoop voor diegenen die olfactorisch op een hoger niveau in hun droom op wielen willen genieten. Ben je helemaal gek geworden! Een autogeur mag natuurlijk niet naar een ‘lichaamsgeur’ ruiken, want daarmee ‘verlaag’ je het niveau van laatstgenoemde.
Ik zeg: dat was ‘in het begin’ ook zo met geurkaarsen, totdat men tot het inzicht kwam dat een minikaarsje van een populaire geur het zo schattig doet in een Moederdag- en/of feestdaggeschenkset. Tot dat Acqua die Parma (met in zijn kielzog tig anderen) met 1 kilokaarsen (en soms nog zwaarder) aan kwam zetten, die als nadeel hadden (persoonlijk ondervonden) dat ze weigerden om tot op de bodem op te branden.
Cartouche Dyptique
Een geur speciaal ontwikkelen voor auto’s – ze heten officieel car diffusers, cartouches op z’n Frans – wil tonen dat er speciale aandacht aan is besteed: overleg met neuzen en zo, misschien wel een leuk ‘making of’-bericht op Instagram. Maar feitelijk is het niet meer dan op een paar toetsen drukken en het vervolgens doorsturen naar de machine die de geuren maakt. Deze ‘opdrachten’ lijken me ook echt iets voor neuzen in opleiding (die voorheen meestal starten met het maken van geuren voor de (af)wasmiddelindustrie.
Inmiddels worden ze geleverd door ‘niet de minsten’ zoals dat heet: Rituals, Mille Fiori en Maison Berger. Een trede hoger: Acqua di Parma, Jo Malone en Dyptique. Prada & consorti zal wel volgen. Mijn idee: het zal allemaal wel. Wat ik eerder ‘teleurstellend’ vind: waarom zijn de betere automerken zelf niet in deze niche gesprongen of samenwerkingen aangegaan. Porsch met Acqua di Parma, Dyptique met Citroën natuurlijk. De laatste had zelf ook een cartouche-lijn; schijnt te zijn geflopt.
Jo Malone? Hiervoor kan ik niet zo snel een automerk verzinnen gezien de recente, zogenaamd ontzettend grappig en vervreemdende reclameuitingen door Shona Heath. Misschien CCCC? Ja, inderdaad voormalig mevrouw Freerecordshop-Witteman die met haar Conny Creative Car Concepts de markt van stadskarretjes openbreken wil. Gratis advies: Conny, doe er gewoon gratis en voor niets een lekker geurtje bij cadeau. Treffende namen? No probleem: Free Spirit, Ageless Beauty, Classic Conny, Conny Creative.
Never leave home with Jo Malone
Mijn idee: als je je eigen favoriete geur wel als kaars wordt geleverd, waarom die dan niet sprayen in je eigen auto? Zit net te denken: niemand die je ervan weerhoudt, je geurkaars met sfeerverhogend vermogen in je auto aan te steken. Can I get there by candlelight?
But more frightening: welk nieuw gebied gaat de parfumindustrie binnenkort in kaart brengen? De uitvaartbranche? Een geur voor doodskisten? Toch ook een soort van interieur. Als je niet oppast, begint het al snel te… (hint wat rijmt er op interieur behalve geur?)
Tot slot een al eerder gegeven fijne puur natuur, ecologisch verantwoorde tip: koop bij de Turk (als jezelf niet over een boom/struik beschikt) een paar kweeperen, leg die in de auto. En dan. Wacht maar af
How to diffuse volgens Rituals
1. Verwijder het rooster aan de achterkant van de autoparfumhouder.
2. Verwijder het lege geurmembraan uit de houder.
3. Plaats het nieuwe geurmembraan in de houder met de aluminiumzijde boven, trek de aluminiumstrip door de opening van het rooster en klem het rooster vast aan de houder.
5. Verwijder voorzichtig het folie (zonder het membraan te beschadigen).
6. Klik de klem in de gewenste positie aan de houder.
7. Klik de houder op de blower van uw auto.
8. Stel de blower in voor de gewenste geurintensiteit.
Volgens The New York Times (een krant) neemt de belangstelling voor long reads toe. Zit ik even goed. Hier is er een. Ook zegt deze krant dat je nu moet schrijven alsof je een podcast presenteert. Zit wel goed bij mij, I suppose. Enjoy!
Ik gun iedereen een gul en (financieel) rijk leven. Maar sommigen hoeven dat niet aan parfum te danken te hebben. De reden: ze hebben er door hun beroep niets mee vandoen. Velen vinden/denken door begripsverwarring van wel. Lastig, want je kunt ook zeggen ‘Who cares!’ Ik zeg: ‘I do, I do, I do!’
‘Deze ‘sommigen’ maken het voor mensen die uit – nu volgt een vreselijke typering; kan even niet iets anders vinden – pure passie het vak parfumeur uitoefenen wel een stuk moeilijker.
Want het voordeel van deze ‘sommigen’; hun naamsbekendheid. Dat hebben ‘pure passie parfumeurs’ meestal niet. Deze ‘sommigen’ hebben vaak een link met mode, lifestyle en beauty. En parfum wordt – logisch – vaak in een adem genoemd met deze bedrijfstakken. Helaas.
En iedereen – lees: de lifestyle- en modewereld – vindt het natuurlijk geweldig wanneer deze ‘sommigen’ een parfumlijn aan hun naam verbinden: ‘Wat creatief!’, ‘Ongelofelijk!’, ‘Een verrijking voor de parfumwereld’ en meer van dat soort plichtmatige huldetaal, eigen aan glamour-lifestyle-journalistiek, zie je dan op de socials verschijnen.
Geuren van deze ‘branchevreemde’ begonnen me voor het eerst te irriteren bij Terry de Gunzburg – is dat alweer tien jaar geleden? Zij is/was een beroemd visagiste die voor zichzelf begon. Eerst een cosmeticamerk. De beautywereld was dol op haar. Logisch: altijd leuk om een nieuw, nog niet door de ‘grote jongens’ opgekochte merk te steunen.
Een van de ‘sommigen’
‘Maakt ze ook geuren?’ Yep. Première in 2012 met een kwintet, inmiddels kan ze een ‘bar à parfums’ openen. In 2019 verscheen haar achttiende: Be Mine. Corona gooide roet – zoals bij de meeste brands – in het parfumorgel, maar ik verwacht dat De Gunzburg de pijpen binnenkort weer laat fluiten van plezier.
Nog een voorbeeld. Ik ga nu mensen tegen het zere been trappen: By Kilian. Is dat alweer dertien jaar geleden? Categorie: verondersteld mooie geschoren jongen met de juiste vinkjes belegd met bladgoud (kleinzoon van de oprichter van Hennessy cognac). Hij stapelt cliché op cliché met zijn (in 2007 al) boudoir-boring en bla-bla-bla-forbidden love geïnspireerde geuren. Hij geeft ze als extraatje bling bling-allure. Precies op tijd dat wel. Natuurlijk zijn de geuren goed, mag voor die prijs. Natuurlijk is hij gekocht door een Estée Lauder. Ga zo door. Wat alleen ontbreekt; bezieling. You want proof: meer dan 70 geuren inmiddels.
Nu we toch bezig zijn met branchevreemd-gelieerde geuren. Diana Vreeland. Is dat alweer zeven jaar geleden? Komt geen zoon, maar een kleinzoon van haar erachter dat omalief ooit een meedogenloze influencer was – een Anna Wintour avant la lettre. Bekend om haar in kleine kring legendarische opmerkingen die hij als naam passend vond om op parfumflacons te plakken: Smashingly Briljant, Simply Divine en Outrageously Vibrant. Tis leuk, de flacons zijn letterlijk kleurrijk en de geuren tóch inwisselbaar; die tappen allemaal uit hetzelfde nichevaatje. Dus vol, je ruikt echt wel wat, maar in the end voorspelbaar: amber this, tuberoos that, neroli zus, oudhje zo.
Ik weet natuurlijk ook dat het om de poppetjes gaat, niet op de parfummetjes. En ieder decennium heeft zijn populaire protagonisten. Maar met dit parfumpoppetje heb ik echt moeite: Carine Roitfeld – inmiddels een parodie op een belangrijke modestilist, en geloof ik de uitvindster van de chic heroine-look. Dat zie je.
Een van de ‘sommigen’
Juicy: ik zat een keer naast haar tijdens een parfumlanceringdiner in Parijs (Jil Sander geloof ik) toen ze nog hoofdredacteur was van Vogue Paris. Ik heb nog nooit zo’n verveelde ‘ik-voel-me-hier-te-goed-voor-maar-de-advertenties-hè’-modegeval ontmoet. Als ik iets geanimeerder was geweest, had ik waarschijnlijk dit stukje niet getikt. Maar ik durfde niet, voelde me heel onprettig, ongemakkelijk en ongelukkig met haar in de buurt.
In ieder geval, met 2.3 miljoen volgers op Instagram – op een post staat ‘I breathe fashion’ – is de rekensom snel gemaakt. Stel dat drie procent daarvan een van haar geuren koopt, heb je 69.000 flacons verkocht – genoeg om een producent te interesseren. Lukte. Vreemd dat die haar niet hebben geadviseerd om eerst met make-up te komen (zwarte eyeliner en zwarte nagellak; toch trademarks van heroine chic). Maar nee hoor, hupsakee, zeven geuren in een keer op de plank. Vernoemd naar haar lovers – hoe origineel! – en onlangs nog een. Die heet gewoon, zeg maar Carine. En natuurlijk gemaakt door een van de beste neuzen – Dominique Ropion. Met onder andere haar ‘fetish’-ingrediënt: patchoeli. Zal wel niet, ouwe Ab Fab-hippie.
Kijk, deel een: voor Tom Ford maak ik een uitzondering. Ook een beetje ‘branchevreemd’, maar hij heeft de nicheparfumerie wel naar een breder publiek gedirigeerd zonder goedkoper (in prijs en compositie) te worden. Laat dat maar aan de licentiehouder The Estée Lauder Companies over: die weet van bijna elk merk dat het opneemt in hun portofolio, de eigen-gereid-heid aan te scherpen, uit te vergroten. Alleen, Tom Ford maakt ook too fucking fabulous much geuren: ook al meer dan 70. Ik zou wel de persoon willen ontmoeten die ze allemaal heeft.
‘Too fucking fabulous much’
En tot voor kort had ik ook een zwak voor Agent Provocateur. Alles klopte voor mijn gevoel. De eerste: een chypre zonder eikenmos en toch een authentiek chypre-gevoel. De volgende drie ook, inclusief de humoristische ‘kinky’ extensies. Maar sinds Fatale Pink (de naam alleen al) één en al treurigheid.
Mijn punt: Terry de Gunzburg, Diana Vreeland, Carine Roitfeld, By Kilian en al die andere ‘sommigen’ verminderen de kans dat de gemiddelde de consument ooit in contact komt met ‘pure passie-parfumeurs’ zoals Andy Tauer, Hiram Green, Parfum d’Empire, Gorilla Perfume, Bruno Acampora, 4160TuesDays, Pierre Guillaume, Etat Libre Orange (for that matter), Humiecki & Graef, Kerosine en al die andere (tientallen inmiddels) die ik natuurlijk vergeet (scroll even door mijn blog en je komt ze tegen).
De omvangrijkste groep die het verpest voor de echte vakmensen zijn natuurlijk de celebs met hun overbodige geuren die vaak een belediging voor de branche zijn. Misschien wel de aller-aller-ergste: Beyoncé. Of was het nu Lady Gaga? Of Paris Hilton? Of Jessica Simpson? Christina Aguilera? Antonia Banderas? Enrique Iglesias? Lionel Richie? Michael Jackson? Michael Jordan? Noem me één geur die na een paar seizoenen nog te koop was. Nou vooruit Britney Spears. De eerste blijkt in dit geval toch weer de beste: Elizabeth Taylor met haar Passion in 1987. Nog steeds te koop. Niet verder vertellen: toch mis ik Celine Dion een beetje.
VOOR DE ZOVEELSTE KEER BEVESTIGD: SCHADELIJKE CHEMICALIËN IN PARFUMS
R.I.P: REST IN PEACE PERFUME OF WORDT HET REST IN PERFUME?
Tijd voor gezelligheid rondom de kerstboom. Heb je van de goed heilig man geen geur cadeau gekregen, misschien heeft de kerstman wel aan je gedacht. Maar zonder de pret te bederven, hier een waarschuwing. Achter de wereld van retro-romantiek, dromerige storytelling en poëtische prietpraat, loert het gevaar. Want in de als helder water ogende parfumflacons drijven niet alleen ‘geluksmoleculen’. Heel veel ‘flowerbombs’ blijken in potentie ‘toxic bombs’
Dit nieuws is in feite oud nieuws, want het wordt in de media om de zoveel tijd opgepikt. Zo deelden onlangs BNN/Vara, NPO, Radar (AVROTROS), Margriet, het persbericht van Stichting Tegengif in samenwerking met de Deense consumentenbond en Kom op tegen Kanker uit België. De kop van het artikel: ‘Schadelijke chemicaliën gevonden in populaire parfums’ – de conclusie van een recent onderzoek.
De crux van het probleem is dat de huidige regelgeving volgens deze organisaties niet toereikend is om kopers te behoeden voor blootstelling aan schadelijke chemicaliën. De onderzoekers selecteerden, op basis van populariteit, twintig parfums en toetsten de bestanddelen op zorgwekkende stoffen. In het rapport lees je welke er in de parfums zijn aangetroffen. Het gaat om Carolina Herrera, Chanel, Chloé, Dior, Armani, Givenchy, Hermès, Hugo Boss, Gaultier, Kenzo, Lancôme, Marc Jacobs, Paco Rabanne, Ralph Lauren, Mugler, Viktor & Rolf, Yves Saint Laurent, Zadig & Voltaire, Zarkoperfume. Nou, dan kun je er gif op innemen dat ook andere merken (inclusief niche) een gevaarlijk spel spelen.
In totaal betreft het 26 problematische chemicaliën die worden geassocieerd met onder andere een verstoring van de hormonen, verminderde vruchtbaarheid en allergieën – én ze zijn moeilijk afbreekbaar in het milieu. Bijvoorbeeld: ethylhexyl methoxycinnamate, een uv-filter die lange houdbaarheid van geuren garandeert. Bijvoorbeeld: de geurstof butylphenyl methylpropional die is reproductietoxisch, dus schadelijk voor de voortplanting of het nageslacht. Zegt Annelies den Boer, voorzitter van Stichting Tegengif: ‘Gelukkig geldt er per 1 maart 2022 een verbod op het gebruik van deze stof in cosmetica op de Europese markt. Helaas geldt dat niet voor andere chemicaliën die wij aantroffen.’
De organisaties zijn verontrust over de bij elkaar opgetelde blootstelling aan gevaarlijke stoffen die consumenten binnenkrijgen via cosmetica en parfums. Veel mensen gebruiken volgens de onderzoekers dagelijks twaalf tot zestien van zulke producten, wat neerkomt op meer dan 160 gevaarlijke stoffen.
‘Langdurige blootstelling aan hormoonverstorende stoffen, zelfs in lage doses, kan bijdragen aan het ontstaan van sommige borstkankers,’ zegt Ann Gils, directeur van Kom op Tegen Kanker, ‘daarom is het cruciaal blootstelling aan hormoonverstorende stoffen te minimaliseren. Het gebruik van persoonlijke verzorgingsproducten zonder schadelijke chemische stoffen kan hierbij helpen.’
De Europese Commissie erkent in ‘Strategie voor Duurzame Chemische Stoffen’ dat consumenten in het alledaagse leven aan een breed assortiment schadelijke stoffen worden blootgesteld. Stichting Tegengif is blij met deze erkenning, aldus Den Boer: ‘Toch kan het nog jaren duren voordat dit leidt tot een daadwerkelijk betere bescherming van consumenten. Tot die tijd blijven wij dagelijks blootgesteld aan deze stoffen. Daarom vinden wij het belangrijk om consumenten hiervan bewust te maken en hen te wijzen op alternatieven. Er zijn voldoende consumentenartikelen zonder schadelijke chemische stoffen voorhanden. Ecologische labels zoals het EU Ecolabel of the Nordic Swan Ecolabel kunnen consumenten helpen bij het maken van een gifvrije keuze.’
Alleen, wat consumenten nogal eens vergeten is dat ook puur natuur-ingrediënten allergisch en, afhankelijk van de dosering, zelfs gevaarlijk kunnen zijn bij een te veel blootstelling aan. Dat viel me een tijdje geleden op tijdens een door mij georganiseerde parfumworkshop. Sommige deelnemers waren zo overtuigd van hun gelijk – de teneur: wat Moeder Natuur heeft gemaakt is goed. Ze kwamen met voorbeelden waardoor ik ging geloven dat ze in een parallel universum leefden.
Toen vertelde ze ik de anekdote van Parvez Haris, biomedisch wetenschapper aan de Montfort University (Leicester). Hij beweert dat Napoleon Bonaparte werd vergiftigd door de essentiële oliën in zijn geliefde geur. Hij gebruikte jarenlang elke dag meerdere flessen eau de cologne. ‘Wat nu als een obscene hoeveelheid zou worden beschouwd’, zegt hij grappigerwijsten overvloede. Maar, het is een bevestiging volgens hem wat eerdere studies in de Verenigde Staten hebben aangetoond: essentiële oliën kunnen werken als hormoonontregelaars die hormonen aantasten, wat leidt tot ontwikkelingsstoornissen en tumoren. Volgens Haris verklaart langdurige overmatige blootstelling aan deze oliën veel van de afnemende gezondheid van Napoleon in zijn laatste jaren – en zelfs zijn fatale maagkanker. Ja, ja, ja,’ zag ik ze denken.
Trouwens, ook op www wemelt het sowieso van artikelen die verwijzen naar het vermeende gevaar van synthetische werkstoffen. Opvallend is dat deze berichten vaak worden geïllustreerd door zogenaamde prachtige foto’s die eerder associaties oproepen met ‘romantisch’ en ‘dromerig’ in plaats van te kiezen voor beelden die stemmen tot nadenken en waardoor je geprikkeld raakt het artikel te lezen.
Nou, neem dit maar mee, als je voor het kerststressdiner nog even snel ‘een geurtje opdoet.’ Zalig Kerstfeest.