WAT EEN ONZIN: ‘DRUIPT VAN SIERLIJKE VROUWELIJKHEID’
EEN BEYOND GENDER-GEUR NON PLUS ULTRA
VERFIJNDER DAN JE ZOU VERMOEDEN
Ik ben de laatste tijd weer serieus aan het theedrinken. Wil zeggen: ik betrek het zintuig reuk er intens bij. Wat me opvalt en eigenlijk logisch: het aroma komt het beste tegemoet zodra je de theebus opendoet. Én als de thee is afgekoeld, een nacht heeft gestaan. Laatste valt vooral op bij een earl grey die ik onlangs kreeg van een vriendin. Hetzelfde effect heb je ook met een lapsang souchong. Na een nacht ervaar je een enorm sterk ‘rook’-effect, die – eenmaal beland in parfumkringen – associaties kan oproepen met oudh.
Dat ruik je goed in Bvlgari’s Eau Parfumée au Thé Noir (die ik nog steeds zeer aangenaam vindt en gebruik). Maar ik pakte voor dit verhaal de tegenhanger van Bvlgari’s Eau Parfumée au Thé Blanc uit 2003 (die ik nog steeds zeer aangenaam vindt en gebruik): White Tea van Elizabeth Arden uit 2017. Niet gekocht of gekregen, maar omdat die (met talloze andere flacons, waarover in een andere post meer) staat in het Amsterdamse mini-appartement van een vriendin aan een hofje waar ik nu af en toe overnacht. Wat me opvalt: ik spuit hem vaak op.
Amerika mag dan wel klagen dat de Chinezen geen respect hebben voor het intellectueel eigendom van anderen; zelf kunnen ze er ook wat van. Waaronder Elizabeth Arden. Waarschijnlijk ingefluisterd door ‘goed gekopieerd is beter dan zelf bedacht’. Waarvan getuige: Green Tea (1999). Goede geur daar niet van. ‘Nota bene’ gemaakt door diegene die François Demachy onlangs is opgevolgd als hoofdneus Parfum Christian Dior: Francis Kurkdjian. Trouwens, al eerder vermeld: Thé Vert / Green Tea van Yves Rocher kan er ook wat van. Maar Eau Parfumée au Thé Vert van Bvlgari blijft de beste.
Reese heeft geen achternaam meer nodig
Eerlijk gezegd: had ik White Tea eerder verwacht. Haar Green Tea met alle variaties daarop kennen we nu wel. En zal me ook niet verbazen, als ze over een tijdje – Bvlgari indachtig – met een rode en blauwe versie komt. Blijft in Eau Parfumée au Thé Blanc, los van de thee, de combinatie van witte peper en ambrette voor de verrassing zorgen, in White Tea is dat voor mij de geur van thee die op een heel elegante wijze samengaat met iris. Je krijgt een soort van fris- poederigs én dat het theegevoel in basis wordt voortgezet met mate.
En tussen deze ‘hoofdsmaken’ door, bespeur je in de opening een fluistering van citrusnoten en als je goed door ruikt ook salie. Dat wrang-groene past weer mooi bij de iris. Fijn is ook de afronding; mate dus en ambrette, houtsoorten (ondefinieerbaar maar toch aanwezig), tonkaboon en amber. Samen roepen ze een oriëntaals gevoel – maar ook weer als een fluistering. Behaaglijk. Intiem en bovenal, ja het is echt waar – de geur straalt rust uit, is sereen en je voelt je tegelijkertijd een aangename warmte: het effect van een goed kop – witte – thee. Niet verwacht: White Tea is verfijnder dan ik in eerste instantie dacht.
Ik kwam ergens op www het volgende tegen ‘White Tea druipt van sierlijke vrouwelijkheid’. Ooit zoiets doms gelezen? Waar moet je beginnen. Als eerste en ook maar als laatste: theegeuren zijn bij uitstek ‘beyond gender’. En volgens mij is Reese Witherspoon de ambassadrice van de geur, die gelukkig haar moment heeft gevonden. Voor een kop witte thee of moet ik de slogan filosofischer interpreteren?
Pfff, ga er maar eens aan staan als startend nichehouse zonder een backer die garant staat voor miljoenen: hoe krijg ik de geuren op de juiste plek, op de juiste hoogte, op de juiste plank, in de juiste winkels? Want het aanbod (ook van nieuwe merken) is zoals bekend overweldigend. Waarom zouden je juist jou nu net kiezen? Het antwoord: hard werken en doorgaan en doorgaan en doorgaan.
Fugazzi opgericht in 2018, is een jong Nederlands nichebrand die zich onderscheidt van zijn lokale concurrenten door het ontbreken van gewichtigheid, ‘verhevenheid’ en filosofische drukdoenerij. Ook leuk: denk je bij veel merken betreffende hun ‘verantwoording’ en commitment dat ze een charitatief project leiden, bij Bram Niessink, ‘de man achter’, is het duidelijk dat hij er ook geld mee wil verdienen.
Mooi natuurlijk, maar geen garantie dat de verkoop als een tierelier gaat. Dus doet Niessink wat je een jaar of vijftien geleden voorzichtig zag opkomen: modewinkels met een duidelijk eigen signatuur, die voegen aan hun kleding geuren toe die in lijn liggen met, ga er maar vanuit, hun verkochte high end-merken.
Dit is een slimme ‘verkooptruc’, want als een verkoper je aan de juiste kleren heeft geholpen, neem je zijn geuradviezen ook serieus – moet je er wel gevoelig voor zijn. Ik weet alleen niet of door de hoge vlucht van online-aankoop dit soort service nog geleverd kan worden; wordt. Je wil er als ware toch bij zijn als je na je aangekochte nieuwe outfit een matching geur krijgt voorgesteld.
Hoe het ook zij, Fugazzi heeft onlangs voor een winkelconcept een geurkwartet geleverd: Smooth Suede, Vibrant Velvet, Lush Linen en Cashmere Comfort. Naam de winkel: Four. Als ik het goed heb begrepen, dan wordt Four beschouwd als een van de meest high-end winkelervaringen van Amsterdam. Hun filosofie: de beste kwaliteit vrijetijdskledinglabels aanbieden die de markt te bieden heeft. Men neme: Tom Ford, Balenciaga, Maison Margiela, Krien, Prada, Daily Paper, Four (ze hebben onlangs hun naam veranderd in een nieuw merk), Palm Angels, Rick Owens.
De gedachte achter deze samenwerking: elke geur vertaalt een geliefde stof/materiaal. Voor Smooth Suede is dat inderdaad suède, voor Vibrant Velvet – yep – fluweel, voor Lush Linen – klopt – linnen en voor Cashmere Comfort – need we say more – kasjmier.
De overeenkomst (overbodig om te vermelden, maar toch): de kwaliteit van de grondstoffen die zijn geassembleerd tot draagbare, comfortabele en, in a way, easy-to-wear geuren. Schreeuwen doen ze niet (mag ook niet ‘bij’ vrijetijdskleding) waardoor dit kwartet niet aanstellerig niche wordt, maar je ruikt direct dat ze uit het upper scale department komen.
WAT ‘FAB FOUR’ IK EIGENLIJK?
Smooth Suede. Overall impression: zachter dan zacht met een aardse resonantie, alsof je een pasgeboren lammetje streelt. Frisse accenten van lavendel en rozemarijn introduceren een opvallende suède-imprint omringd door zoet-groenbloemige accenten van basilicum, geranium en cyclaam. Een spoor van eik, patchoeli en oud, ondergaat een oosterse sensatie van tonkaboon en amber, en maakt het totaalplaatje van supersuède af. Leuk is ook dat die groene accenten door het suède heen blijven ‘steken’.
Vibrant Velvet. Kort maar krachtig. Poederachtige noten van iris – zowel poederig, koel als aards – voorafgegaan door een peperig-frisse toets. Een opmaat voor groenige nuances van salie en vetiver (onverwachte, mooie combi) vloeien samen in een superzachte melange van melkachtig sandelhout, warm amber en poederig musk.
Lush Linen. Een zacht briesje door je ziel en je favoriete kleding. Linnen vertaald in een geur vraagt om casual frisheid met een katoenachtig gevoel. Fugazzi vermengt heel subtiel citrustonen met zachte bloemen (alsof de roos en het viooltje slapen) en ‘skin-like’ ingrediënten. Stel je voor: zacht hout, ‘katoenbloemen’ en witte musk op een bedje van mos en alsem.
Cashmere Comfort: een schaduw van warmte tijdens een herfstdag. Eerst de verse druppels van Calabrisch bergamot en zoete Damascusroos, overgaand in de droge houtachtige noten van cederhout en iris. Dit mondt uit in een allesomvattende ‘veiligheidsdeken’ van kasjmier, leer, musk en ‘zwarte amber’. Gewoon goed.
En als je nou denkt: ‘Wat vreemd, er zit helemaal geen oudh-geur tussen.’ No worries. Hiervoor moet je bij Amsterdam Vintage Watches zijn. Hiervoor creëerde Niessink een limited edition genaamd – let op de woordspeling – Watch Oudh. Want bij een vintage horloge, hoort volgens Bram Niessink een gedistingeerde geur en die moet nu conform de trend oudh bevatten. Een overtuigende exercitie. Watch Oudh (geleverd in parfum-extract) wordt geïntroduceerd met een explosie van bergamot, verrijkt met tabak doordrenkte rozen en verzacht met een delicaat spoor van amber, musk en sandelhout.
Wat vooral opvalt is de zoete ‘tabaksroos’ die naar voren komt en die lekker ‘vloeibaar’ blijft hangen, ondersteund door oudh. Uitgesproken maar ambigu. Dus – overbodig om te zeggen, maar toch – ook zeer geschikt voor de vrouw op zoek naar een vintage horloge, zoals bijvoorbeeld een Cadenas van Van Cleef & Arpels.
Is de Replica-lijn niche? Inhoudelijk zeg ik masstige – een samentrekking van mass en niche. Want ook te koop bij de ketenparfumerie. Qua invulling zeer zeker, zij het dat het nu wel voorspelbaar aan het worden is. Maar toch: mag ook wel (nog) een keer worden geschreven: Maison Margiela is een van de eersten die het de in übernichekringen ontstane storytelling – denk Serge Lutens, denk Comme des Garçons- naar een breder, toegankelijker horizon heeft geplaatst.
Ga maar na: de meeste succesvolle geuren van nu – om binnen het L’Oréal Luxesegment te blijven die ook de licentie van Maison Margiela heeft: Flowerbomb, Black Opium, La vie est belle – dragen zo’n beetje dezelfde boodschap uit. Romantiek en vrouwelijkheid verpakt met een inmiddels verplichte empowerde boodschap. Bij de een voel je je bevrijd, bij de ander ga je de uitdaging aan en ga zo maar door. Dat snapt bijna iedereen.
Bij storytelling ligt het iets ‘moeilijker’, wordt iets meer fantasie toegevoegd en dus meer gevraagd van de koper die, dat dan weer wel, juist op zoek is naar iets anders, minder mainstream.
Maison Margiela verwoordde het als volgt in 2012 bij het eerste Replica-trio:‘Beelden en impressies van herinneringen die wij samen delen in ons gemeenschappelijke onderbewustzijn die bij anderen weer nieuwe ervaringen oproepen. Elke Replica-geur vangt een dergelijk olfactief moment die positieve emoties reflecteren’.
Maison Margiela gaat er dus vanuit dat een bezoek aan de bloemenmarkt (Flower Market 2012), een wandeling langs het strand (Beach Walk 2012), een avondje naar de kermis (Funfair Evening 2012), luieren in het weekend (Lazy Sunday Morning 2013), een tuinbezoek (Promenade in the Gardens 2013), een avondje jammen (Jazz Club 2013), naar de kapper (At he Barber’s 2014), theedrinken op niveau (Tea Escape 2014), een ‘boudoir-ritueel’ (Lipstick On 2015), rondom de openhaard (By the Fireplace 2015), een soort van balletvoorstelling aanschouwen (Dancing on the Moon 2016), een off the track roadtrip ervaren (Across Sands 2016), diep in het bos zijn (Soul of the Forest 2016), je gewichtloos voelen (Flying 2016), een zeilscheeptochtje boeken (Sailing Day 2017), high worden op een popfestival (Music Festival 2017) voor iedere gebruiker hetzelfde is of er dezelfde positieve herinnering aan heeft overgehouden.
Ik hou bijvoorbeeld niet van (modern) ballet en muziekfestivals. Ik ken iemand die een hekel heeft aan het strand. Daar ga je al. En negatief gedacht: op deze manier ‘dwing’ je gebruikers dezelfde gevoelens over dezelfde ervaringen te hebben en op dezelfde manier te uiten. Noem het de Instagram-dwangmatigheid van leuk, leuker, leukerst. Iets wat dan weer haaks staat op de filosofie van maison Margiela afgaande op de extreme, bewust not crowd pleasing confectie en bewust tegendraadse haute couture.
Met name bij het laatste vraag je je af: ‘Wie koopt het, behalve musea?’, ‘Hoeveel eindigt er in de versnippaar?’ en ‘Is huidig creative director John Galliano wel of niet van de partydrugs af?’ En: ‘Wat ik zie zou ik ook wel eens vertaald willen ruiken in een Maison Margiela-geur’. Mutiny (2018) doet het voor mij in ieder geval niet. We dwalen af.
WAT UNDER THE LEMON TREES & IK EIGENLIJK?
Feit blijft dat de Replica-serie een slimme manier is om populaire geurconcepten te verpakken op een andere, meer belevende, storytelling manier. Neem Under the Lemon Trees (het verhaal is grappig genoeg heel summier; de naam zegt bijna alles behalve de geografische aanduiding).
Dit is een meer dan klasssieke citrusgeur die qua natuurlijkheid balanceert tussen de extreme frisheid in de opening van sommige Blu Mediterraneo-geuren en de ‘matte’ colognes van Marc Jacobs. Iets langer duurt dit relaxte genot, maar toch ook kortstondig.
En dat is een beetje het probleem en misschien wel de bedoeling. De overgang van fris-groen, groen-fris naar de basis verloopt sneller dan verwacht. Je geniet eigenlijk meer van het ‘warme’ hout dan van de vruchten van de – citaat – ‘zonnige citroenstruiken van Palermo’ die bijna zwichten onder hun gewicht. De injectie van witte musk – voor het katoenschone gevoel – is sterk maar niet hinderlijk aanwezig. Dat komt omdat die wordt gebalanceerd door (niet vermelde) cistus labdanum; zorgt hier voor een mooie, elegante aardse warmte. Hoe dieper je in de geur zit, des te meer andere groene en houtachtige sensaties je waarneemt. Had ik eigenlijk niet verwacht.
WAT REPLICA WHISPERS IN THE LIBRARY IK EIGENLIJK?
Is natuurlijk een ander verhaal. Hiermee ga je als het ware terug in de tijd, toen je voor je boeken naar die bib ging. En die je nog ‘met de hand’ las in plaats van met de iPad. Bijna iedereen weet wat hij ‘geurtechnisch’ bij een met name oude bibliotheek moet voorstellen.
Dit is de storytelling: ‘Gefluister in de bibliotheek roept de herinnering aan een mysterieuze bibliotheek op, gemaakt van antiek houtwerk, perfect geboend. Het vertragen van de tijd tussen boeken en het gefluister van het omslaan van pagina’s. Geïnspireerd door de geur van washout en papier, roept de combinatie van pepertonen met houtachtige en warme tonen van ceder en vanille de atmosfeer op van een voorouderlijke bibliotheek’.
Vele andere merken gingen Maison Margiela in deze voor: het is ‘populair’ thema. Kan niet direct op de namen komen, maar Hugo Boss, Paul Smith, Bottega Veneta ‘biebten’ ook. En Amouage noemt zijn niche-lijn The Library Collection.
Alleen, alleen, ik zie mezelf bij het ruiken van de geur niet in oude bibliotheek rondsnuffelen en -bladeren. Of die moet ergens in Arabië zijn gehuisvest. Dat peperachtige klopt. Blijft door het hele geurtraject present. Lekker. Maar het sterke hout ondergedompeld in vanille roept bij mij andere, warme associaties op – gesmolten amber. Dus een ‘omarmende’ sensualiteit en – als je het cliché wilt gebruiken – verleiding. Hugo Boss-verleiding als je snapt wat ik bedoel.
Ik had deze geur eerder willen bespreken, maar iets weerhield me. De reden? Lees. k ben bepaald niet dom, sterker: ik ben slim! Ik heet niet voor niet drs. P en velen noemen me vol bewondering parfumprofessor. Alleen de laatste tijd begin ik aan mijn intellectuele kwaliteiten te twijfelen. Komt door een aantal toelichtingen betreffende recente introducties – die trek ik gewoon niet.
Te erg voor woorden door het te veel er aan – soms meer dan vier pagina’s – waarachter zich een (veronderstelde) diepzinnigheid en maatschappelijke betrokkenheid verbergt die voor mij in feite niets anders is dan arrogante interessantdoenerij gecombineerd met (veronderstelde) filosofische inzichten en kunstbeschouwingen waarvan ik me afvraag of de consument hierop te staat te wachten, laat staan het wil weten.
Nog een ander ding: hoe breng je deze pretentieuze prietpraat als beauty-assistant over tijdens een verkooppraatje. Nóg een ander ding: hoe communiceer je deze traktaten als trendverkennende beauty-editor of serieuze geuranalyticus? Mijn inzicht: de eerste meldt slechts dat die en die een nieuwe geur op de markt heeft gebracht begeleid met een of twee quotes uit de eerste alinea, de tweede (ik dus) denkt hetzelfde te doen, maar toch kan ik het niet laten er verder over uit te wijden. Here we go.
Wat bezielt merken? Willen ze communiceren dat ze weten wat er in de maatschappij leeft, wat de met name ‘kritische’ consument bezighoudt. Een voorbeeld: Women van Calvin Klein van vorig jaar. Bij monde van Raf Simons wordt de #metoo-beweging aangehaald zonder die bij naam te noemen. ‘Women staat niet voor één, maar voor vele – een groep individuen, ieder met haar eigen, aparte stem, haar eigen unieke zelf. Calvin Klein haalt inspiratie uit de rijkgeschakeerde identiteit van vrouwen van vandaag – van de empowerede realiteit van de moderne vrouw en haar talloze interpretaties’. Pfff, dat was een.
Dit is twee, pfff: ‘Een vrouw leidt zichzelf, en ontleent aan velen om te transformeren. Women is geïnspireerd door deze inherente diversiteit; door pluraliteit in combinatie met individualiteit; door vrijheid, door het idee je tegen definitie te verzetten en te leven uitsluitend volgens je eigen regels. Door de collectieve individualiteit die alle vrouwen verenigt’.
En vervolgens pffffffff: ‘Deel van de creatieve geschiedenis van het huis Calvin Klein is om niet alleen op cultuur te reflecteren, maar ook te helpen haar te definiëren. Women geeft een dynamische en rijkgeschakeerde vrouwelijkheid weer die de creatieve geest van Raf Simons en een nieuw tijdperk bij Calvin Klein weerspiegelt’.
En dan moet het verhaal over de geur, de modellen en de toelichting van de flacon nog beginnen. Enkele hoogtepunten. Over de geur: ‘In deze geur, dynamisch en modern, ontdekt de drager een innerlijke dualiteit, een constante spanning tussen de diverse elementen, een huwelijk van tegenstellingen. Het vertegenwoordigt een olfactorisch portret van het meer gelaagde idee van vrouwelijkheid van vandaag’.
Over de modellen: ‘Indachtig Anne Colliers’ oeuvre (de kunstenaar die de modellen heeft gefotografeerd) dat dwingende verbanden creëert die de verhoudingen en geïmpliceerde narratieven tussen de beelden onderzoeken, presenteert de campagne een triptiek van Lupita Nyong’o en Saoirse Ronan (leggen het concept uit in de videoclip) die worden geplaatst naast de iconische vrouwenfiguren die ze zelf uitkozen als vrouwen die hen inspireerden en beïnvloedden’.
Over de flacon: ‘Een creatie van Suzanne Dalton in samenwerking met Anne Collier, ademt een tijdloze vrouwelijkheid, met een ergonomische ronde vorm in massief glas met een zilveren hals en pompje, put uit de traditionele parfum-archetypen. Hij onderzoekt en doorbreekt esthetische codes, respecteert en daagt tradities uit, zet referenties aan het verleden naast elkaar en geeft ze een nieuwe wending – een grafische, oversized schotelvormige dop, canvas voor de fotografische print van Anne Collier. Door de flacon tot een objet d’art te hervormen, vervagen de grenzen tussen kunst en mode, quotes van de beeldtaal van de moderne fotografie fuseren met eeuwenoude noties van het vrouwelijke. De flacon weigert zich te conformeren. Het zet de traditie voort van regels doorbreken en grensoverschrijding die synoniem is met Calvin Klein’. Als je niet weet hoe de dop precies ‘werkt’ – zie clip.
Dit is toch niet meer leuk. En ik heb nog maar slechts, pak’m beet, 33 procent van het persbericht uitgelicht. Ik vraag me nu ter plekke af of een beauty-editor tot hier is gekomen tijdens het lezen…
WAT WOMEN IK EIGENLIJK?
Calvin Klein spreekt van een houtige bloemengeur. Dat klopt, maar als je leest hoe ze tot deze compositie zijn gekomen… Beauty-assistant: ‘Mevrouw, mag ik u de nieuwe Calvin Klein voorstellen?’ Klant in kwestie: ‘Graag’. Beauty-assistant: ‘Het ethos van Women oproepend, wordt ieder ingrediënt gerespecteerd en gehuldigd’. Want ‘het individu is van net zo’n vitaal belang als het collectief, de een kan niet zonder de ander, samengebracht om een onverwachte en unieke houtige bloemengeur te creëren, een contradictio in terminis’.
Klant in kwestie, die kritisch blijkt te zijn: ‘Kun je een ingrediënt ook níet respecteren, en nu we toch bezig zijn, kun je een ingrediënt beledigen?’ Beauty-assistant: ‘In Women, dynamisch en modern, ontdekt u een innerlijke dualiteit, een constante spanning tussen de diverse elementen, een huwelijk van tegenstellingen. Het vertegenwoordigt een olfactorisch portret van het meer gelaagde idee van vrouwelijkheid van vandaag’.
Klant in kwestie: ‘Jeetje!’ Beauty-assistant: ‘En de lichte rozekleurige geur, een combinatie van kracht en breekbaarheid, frisheid en sensualiteit, is opgebouwd rond drie basisingrediënten – delicaat oranjebloesem, verse eucalyptuseikels, en rijk Alaska cederhout, die wordt gecombineerd met zwarte peper en sfuma-citroen, plus een boeket van magnolia grandiflora en jasmijnabsoluut en de verleidelijke kracht van wierookolie en ambrox super’.
Klant in kwestie (Geurengoeroe verkleed als een look-a-like van Trijntje Oosterhuis): ‘Ik vind dat Raf Simons als spreekbuis van Calvin Klein wel erg veel hooi op zijn vork heeft genomen. Waarom al dit ‘gedoe’, waarom een geur groter en meer diepgravend maken dan nodig? Het ontneemt me bijna het plezier om gewoon van een geur te genieten. Als je al deze achtergrondinformatie in je opneemt, dan kan de geur alleen maar teleurstellen. Was Women daarentegen ‘gewoon’ gepresenteerd, dan was de kans groter dat je de geur gewoon lekker had gevonden. En, moet u weten, beauty-assistant, er zijn al zoveel ‘bevrijde’ geuren met zulke grote gedachten geflopt, omdat ze ook te veel wouden uitdragen. Neem Womanity van Mugler: ‘die’ wou zelfs een maatschappelijke discussie op gang brengen met behulp van een community. Daar zat dus bijna geen enkele vrouw op te wachten, dus ging die al snel na de lancering in uit lucht op. Terwijl, en dat is nu het jammere, de geur zelf grenzen aan het verleggen was’.
Beauty-assistant: ‘Dus u neemt de geur niet? ‘Trijntje Oosterhuis’: ‘Nee, niet voor mij. Women is een gewoon een prettige bloemengeur op houtbasis. Niet meer, niet minder. Ik verwacht bij zulke grote woorden een geur die meer wil en niet een knellend compromis is tussen marketing en creativiteit’.
Ben op weg terug in mijn auto van ‘a evening with Andy Tauer’ georganiseerd door www.parfumaria.com. Grote opkomst. Ook volgens de ‘self taught’ neus. Ben een en al parfum. Als ik nu word aangehouden door de politie, om wat voor reden dan ook, wat zal oom agent dan denken? Op mijn polsen (binnen- en buitenkant), op mijn armen (binnen- en buitenkant), mijn nek, mijn manchetten, de mouwen van mijn colbert: alles is doordrenkt met Andy Tauer. En dan nog alle blotters die nu in mijn achter- en binnenzakken.
Het is zelfs voor mij overweldigend. Raampje open. Ik wou hem nog eerst het hemd van het lijf vragen, maar dat is niet leuk tegenover de andere bezoekers. Dus even handen geschud, hem gecomplimenteerd. Ook vreemd eigenlijk: ik heb nog maar vier geuren van hem besproken terwijl ik sommige gewoon in gedachten blind kan ruiken N°3 Lone Star Memories (2006), N°8 Rose Chyprée (2009).
Een dag verder. Het mooie aan zijn geuren: je kunt er oppervlakkig van genieten – ‘gewoon lekker’ – maar als je je neus er dieper in steekt dan kom je in een ‘stille-waters-hebben-diepere-gronden’-gebied. Rijke schakeringen, ingrediënten beginnen met elkaar te spelen, een caleidoscoop aan sensaties, en ja, emoties verspreiden zich. ‘Ze’ doen iets met je. Eindigend in de tevreden constatering: zo moet niche. Tauer lichtte tijdens zijn introductie toe waarom hij ‘meet & greets’ doet. Contact zoeken, ontmoeten, in discussie gaan met zijn klanten/fans. Zo betreurde hij het bijvoorbeeld dat een inschrijver voor de avond helaas had afgezegd, een van zijn eerste Nederlandse liefhebbers.
Het geeft maar weer eens aan hoe dichtbij een neus tegenwoordig bij zijn gebruikers kan komen als hij wil. En Andy Tauer is er een die het met volledige overgave doet. Wat dat betreft heeft hij iets gemeen met zijn voornaamgenoot Andy Warhol. Deed die Pop Art, Tauer doet aan Pop Up Parfum Art. In de zin van benaderbaar, het populair maken van (zijn) geuren op serieuze wijze. Hij heeft de social media omarmd – als je wilt kun je dagelijks via Twitter op de hoogte worden gehouden van zijn werk, zoals deze avond in IJsselstein. Wat een verschil bijvoorbeeld met Frédéric Malle wiens groeiende arrogantie en snobby-intellectuele kijk op de business gelijke tred hield met zijn faam.
Om de gasten te verzekeren dat ze een unieke herinnering mee naar huis kunnen nemen, creëert hij voor elke van dit soort ontmoetingen (volgende week zit hij in Shanghai) drie – dit keer in de ware zin van het woord – unieke geuren die stuk voor stuk worden uitgelegd en nergens anders meer te koop worden aangeboden. De serie heet Stories. Ik geloof hem. Wil zeggen: het is niet te doen om dit te controleren, ik bedoel: je moet echt een ‘number one’-fan zijn (denk Kathy Bates in de film Misery) en hem wereldwijd volgen.
Correctie: ik zie op Frangantica dat het trio When we cuddle and I can smell your perfume on my clothes, He left his cologne in my bedroom en Hyacinth and a Mechanic overal wordt aangeboden waar Tauer zijn perfume performance organiseert. Leuke, humorvolle namen die in de reguliere parfumerie te veel tijd in beslag nemen om uit te leggen. Al was het alleen maar om de naam. Te lang. Dan het verhaal erachter: je moet ‘ingewijde’ zijn om er de lol en tegelijkertijd de serieusheid ervan te begrijpen.
Alle drie zijn aangenaam. When we cuddle and I can smell your perfume on my clothes is een echte knuffelgeur richting gourmand, banketbakkerij. Geen grote hompen Hemataart, eerder een macaronnetje gevuld met karamel en benzoïne gelayerd met amber, patchoeli en bepoederde musk. Zacht, zoet en warm, een security blanket-geur perfect voor de komende herfst.
He left his cologne in my bedroom vind ik compositorisch het meest interessant. Na een cologne-blast vol citrusnoten ervaar je rozemarijn op een andere manier. Normaal veel gebruikt in oceanische geuren met het gevolg dat de rozemarijn zo ijl en scherp wordt. Tauer toont aan dat dit ‘klassieke’ kruid ook warm-groen, warm-groen kan ruiken zonder zijn typische frisheid te verliezen. Met krokant en knisperend als eindresultaat.
De hyacint-fans – zoals ik – komen aan hun trekken met Hyacinth and a Mechanic. Qua naam en invulling gelijkwaardig met de geuren van Kerosene. En ook aan Etat Libre Orange, met name het erg ‘gay-eske’ Fat Electrician (2009). Wil zeggen: onverwachte naam die om dito invulling vereist. Krijg je: een bloeiend groene, beetje ‘koude’ maar energieke hyacint in ultieme voorjaarsstemming omringd door andere diffuse bloemen die vervolgens voorzien worden van een vloeiende leernoot. Anders gezegd indachtig de naam: een hyacint geplukt door een automonteur met een vuile, naar olie en leer ‘stinkende’ overal.
Wat ze alle drie gemeen hebben, een ongekende bijna klassieke verfijning in de afronding. Je krijgt een heel tevreden gevoel. Blij dat zulke geuren gemaakt worden. Ik heb een ding besloten: ga me nog meer verdiepen in Andy Tauer en binnenkort dus even winkelen bij www.parfumaria.com.
Weer een bewijs dat of een goede, of mallotige, of slimme naam direct de aandacht trekt. Bij mij: de nieuwe geur van Joop. De ontwerper himself is in mijn geval behoorlijk uit de picture geraakt. Wat die doet, hoe die het doet en vooral hoe hij er uitziet. Zag hem vorig jaar toevallig voorbijkomen op de televisiezender Arte. Iets met mode natuurlijk, werd als expert geïnterviewd. De belichting was hervorragend und einfach super. ‘Wow!’, dacht ik en: ‘Da bleibt nicht viel übrich’ – huidtechnisch gesprochen natürlich. Even een no-filterrondje gedaan op www. Nog een keer wow! En best wel heel erg schrikken – hoeveel facelifts kan een gezicht hebben?
Ander onderwerp: ik weet niet of Wolfgang Joop zijn naam volledig heeft verkocht aan Coty en dus wel of niets meer in zijn parfums te brokkelen heeft. Hoe het ook zij Coty spreekt van ‘een echt verbazingwekkende geur. Joop! neemt ons mee op een reis van verandering: een die leidt van een fundamentele gemoedstoestand naar een krachtige, zelfverzekerde zelfverwezenlijking’. Is dus gemaakt ‘voor een wilskrachtige, vrijgevochten man die niets meer hoeft te bewijzen, niet voor zichzelf of voor anderen’.
Nog wat meer peptalk: ‘Vastbesloten en onconventioneel met een magnetiserende verschijning staat de Wow!-man altijd paraat zichzelf te overtreffen. Ongetemd en met natuurlijk charisma vernieuwt hij zichzelf elke keer opnieuw, op zoek naar spanning en thrills. Als krachtig en invloedrijke man weet hij dat het leven vol verrassingen zit en dat geldt ook voor hemzelf. Daarom volgt hij altijd zijn instinct, trouw blijvend aan zijn natuurlijke, authentieke, ongetemde verschijning’. Need we say more?
WAT WOW! IK EIGENLIJK?
Yes we do, because the fragrance is well composed. In other words: not bad. En dat is al weer een tijdje geleden dat je dat van een Joop!-geur kon beweren. Ik ‘herinner’ me voornamelijk veel marketing-mallotige variaties op zijn klassieker Homme! (1989). Zoals vorig jaar Red King en Black King. Wie verzint zoiets? Joop himself?
Wow! is back to serious business in de zin van dat je de geur als een volwassen versie van Homme! kunt interpreteren. Met andere woorden: de vaste Homme!-gebruiker moet kennismaken met Wow! Met andere woorden: de nieuwste is een volwassen versie van de eerste. Om te stellen dat de Wow! niche is, is wellicht overdreven maar toch hangt er een meer dan gemiddeld chic aura om de compositie
Dat komt natuurlijk door de drydown: een overdosis vanille en tonkaboon (beide in absoluut-concentratie) geschraagd door ‘vloeiend hout’ samengesteld uit vetiver en cashmeran dat garandeert dat de vanille en rumachtige tonkaboon niet de overhand krijgen. Samen geeft dat al snel het idee van een chique herensociëteit – iets waar ik de persoon Wolfgang Joop niet mee associeer, maar misschien is bij hem de berusting inmiddels ook ingedaald.
Deze warme, cosy omhelzing wordt voorafgegaan in de vorm van een vluchtige wind gevuld met groene noten: een met bergamot en kardemon bewerkt viooltjesblad begeleid door sparrenbalsem – knisper, knisper! Geranium zorgt voor de lichtbloemige toets, zorgt voor lucht in het geheel. Ook mooi: Wow! maakt een natuurlijke indruk in vergelijk met de naar, rumour has it, behoorlijk geherformuleerde Homme! (al jaren niet meer geroken, pik’m af en toe nog her en der live op straat op).
Ook leuk: tijdens de warme dagen neemt het natuurlijke effect van deze aromatisch oosterse geur alleen maar toe. Kon ik proefondervinderlijk constateren terwijl ik fietste door de zonovergoten prachtig-saaie natuur van Drenthe.
Grappige ‘Tarzan’-commercial by the way. Ik herken me wel een beetje in de ‘savage-becomes-socialized’-protagonist. Niet qua uiterlijk, wel qua idee, qua ‘getemd’. Ben namelijk ook net naar de kapper geweest in verband met een 25jarig huwelijksfeest en had me daarvoor in een smoking gestoken. Het effect: Wow!
Ik behandel dit nieuwe concept van The Bodyshop om een aantal redenen. De allerbelangrijkste: om te tonen hoe marketing een merk dood kan slaan. En wel door de promotionele tekst. Daar word ik zo ontzettend moe van omdat het volstaat met ‘onwaarheden’ – alternative facts – gecombineerd met de ‘markteting madness’ van veronderstelde influential labels om ‘de wereld’ kost wat kost in hun dwingende make believe-mal te persen. Niet erg, maar als je het doet, doe het dan goed. Zoals Helena Rubinstein ooit zei: ‘Mensen zijn niet geïnteresseerd in de waarheid wel in een goed verhaal’.
Neem deze zin: ‘The Bodyshop is al geruime tijd een iconisch pionier op het gebied van cruelty-free parfums’. Afgezien van het feit dat ik het woord iconisch niet meer over mijn lippen krijg, klopt cruelty-free niet. In de zin van: alle parfumhuizen zijn dat al sinds het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw toen het verbod op dierlijke ingrediënten werd ingevoerd. Of wordt iets anders bedoeld (hadden de lokale plukkers van de veelal ‘lastig bereikbare’ kostbare ingrediënten een jaloersmakend cao?). Het staat natuurlijk ‘caring’ maar is en blijft een holle frase. Is hetzelfde wanneer op de ingrediëntenlijst van een vruchtenlimonade staat dat het geen vetten bevat.
Of neem deze zin: ‘Met de Elixirs of Nature-collectie, slaat The Body Shop een geheel nieuwe weg in op het gebied van geur’. Nee dus. Zoveel parfumhuizen die, sinds weet ik niet hoelang, een dergelijke range – pretenderen te – hebben. De onwaarheden gaan maar door: ‘De vijf nieuwe, uitzonderlijke parfums zijn authentieke interpretaties van een aantal van ’s werelds meest kostbare, natuurlijke aroma’s die zonder bescherming misschien wel van de aardbol zouden zijn verdwenen’.
Uitzonderlijk? Laat de klant dit bepalen. Authentiek? Wat is hier de definitie? ’s Werelds meest kostbare, natuurlijke aroma’s? Er zijn duurdere. Ik noem slechts twee: oudh en ambergris. En dan dat ‘misschien wel’? Wat moet je hiermee? Je schuldig voelen als je deze natuurlijke aroma’s zonder tussenkomst van The Body Shop koopt? De Siberische tijger wordt ook met uitsterven bedreigd, maar meld je dit ook als producent van fake furs?
En wat geruststellend: ‘Door middel van een geavanceerde technologie worden de essenties van deze bijzondere gewassen onttrokken, zonder ze hierbij te beschadigen. Daarna leven ze weer verder net zo wild zoals Moeder Natuur het bedoeld heeft’. Da’s nobel, maar de widdringtonia (aromatische cederboom), nigritella (rode vanille-orchidee), bowhanti-bloem (van de wacapou-boom), kahaia-bloem en swietena (‘mahonie-bloem’) zijn niet echt gewassen. Dan denk je toch eerder aan aardappelen, andijvie.
Het allerergste: ‘Leven ze weer verder net zo wild zoals Moeder Natuur het bedoeld heeft’. Wild is hier flauw, want – sommige – planten leven in het wild, niet wild. En nog één keer: de natuur heeft geen bedoeling! ‘Moeder’ had geen vooropgezet plan. Om in lijn met Marc Rutte te spreken: It. Just. Happened! Met geavanceerde technologie wordt natuurlijk head space – werkt niet zo makkelijk als op bovenstaande pr-foto – bedoeld, maar zoals wel vaker bij deze extractiemethode kun je je afvragen of je desbetreffende bloem, bes, houtsoort wel ‘echt’ en in zijn/haar volle glorie ruikt omdat die onderdeel is van een totaalcompositie.
Er volgen nog wat platitudes waarbij je je kunt afvragen hoe serieus The Body Shop zijn – potentiële – klanten neemt. Ik was bevriend met de oprichtster van The Body Shop. Let me tell you one thing: Anita Roddick zou zich in haar graf heb omgedraaid bij het horen van ‘de geuren zijn stuk voor stuk sensationeel en zorgen voor een onuitwisbare indruk waar je ook komt’. Roddick zag haar klanten als ‘vigilant consumers’, niet als lifestyle-geïnfecteerde tienermeisjes.
OK, OK, de verpakking is van ‘gerecycled glas en duurzaam geproduceerd hout’. En vergeet ook niet ‘de biologische Community Trade-suikerruitessentie’ (?). Maar moet dit nu: ‘De ultramoderne gevormde flacons staan geweldig op je kaptafel, als op je Instagram-feed’. Instagram-link prima, maar wie kapt tegenwoordig nog aan een tafel? En dit allemaal onder de kop ‘Zorgvuldig samengesteld’. Ik verlang zo naar onzorgvuldig samengestelde flacons en verpakkingen…
Dit geschreven hebbende, het verbaast me niets dat eigenaar L’Oréal The Body Shop in de etalage heeft gezet – stond onlangs in de krant. Prijs: 1 miljard. Het merk brengt minder op dan gehoopt. Maar de fout ligt hier wel bij de multinational. Die heeft dit ooit revolutionaire en verfrissende ‘angry young’ anti-label een inwisselbare fashion- en lifestylesaus gegeven die wél past bij de andere merken die L’Oréal bezit – Yves Saint Laurent, Giorgio Armani, Ralph Lauren, Lancôme, Viktor & Rolf – maar The Body Shop hierdoor ongeloofwaardig heeft gemaakt.
WAT ELIXIRS OF NATURE IK EIGENLIJK?
Maar het gaat natuurlijk om de geuren. Ik kreeg er een toegestuurd: Widdringtonia. Dat is dan wel weer leuk: één commerciële ‘parfumwet’ wordt hier niet gehanteerd: gebruik namen die iedereen die begrijpt en probleemloos kan uitspreken. ‘Mag ik van u Widre, uh Widderi, Widderah, hoe het die nou ook al weer – net nieuw – ruiken?’
Het persbericht meldt: ‘Voor Widdringtonia werden we verliefd op de geur van een aromatische cederboom. Deze werd ontdekt in het duizelingwekkende en lastig bereikbare Cedergebergte, 500 km ten noorden van Kaapstad’. En: ‘Een houtachtig aromatische mix van Clanwilliam-cederhout (genoemd naar de gelijknamige stad) en een warm vleugje salie en vetiver voor een aardse verfijning. Je waant je rechtstreeks aan de Westkaap van Zuid-Afrika: een frisse wind die door het bos waait, aan de top van het Cedergebergte. Uniek en absoluut edgy, voor de gewaagde vrouw’.
Ik weet niet wat ik me precies bij een gewaagde vrouw moet voorstellen, wel is het zo dat door het houtachtige karakter Widdringtonia geen typische vrouwengeur is. Vrouwen houden over het algemeen niet van houtparfums. Neem de povere ontvangst van de mainstream houtgeur Sensuous(2008) van Estée Lauder.
Bij mijn weten zijn alle cederbomen aromatisch en verspreiden een gelijksoortige geur: strak, door de zon gedroogd hout. Dat ervaar je hier niet echt. Misschien is het hout van de Clanwilliam-boom van zichzelf zoetig, maar dat kan ik me bijna niet indenken. Dit cederhout doet eerder denken aan ‘zoethout’ waardoor het geheel makkelijker te waarderen valt. Ik meen de salie te bespeuren, getuige de licht bittergroen-kruidige noot op de achtergrond. Maar om dit als een ‘warm vleugje’ te bestempelen, dat weer niet.
Ik vermoed dat een vanille-achtig molecuul voor deze warmte en zachtheid zorgt. En de transparantie van de compositie duidt op een lichte bloemennoot. De vetiver neem je duidelijker waar; versterkt het houtachtige, ‘mannelijke’ karakter. Maar deze geur als ongetemd en authentiek te bestempelen lijkt me misplaatst. Widdringtonia is eerder elegant gepolijst dan woest en ruig. Maar elk nadeel heb zun voordeel: mocht je als vrouw de geur na verloop van tijd toch niet bevallen, grote kans dat je een man in je kennis- en/of vriendenkring ermee pleziert.
Ik ben de laatste tijd om verschillende redenen in een chypre-stemming. Waarom? Het blijft toch mijn meest geliefde tak aan de parfumboom. Neem daarbij het feit dat recent de parfumindustrie er steeds beter in slaagt om zonder en/of met zo weinig mogelijk gebruik te maken van het ‘signatuuringrediënt’ – eikenmos – chypres weten te creëren die bijna een getrouwe kopie zijn van de klassieke formule. En hierdoor – praise the lord! – roze chypres overbodig maken.
Whip had ik over het hoofd gezien terwijl de naam en het huis – zie mijn andere besprekingen van Le Galion – me toch zo aanspreken. Verscheen in de periode dat chypre standaard was voor geraffineerde, uitgesproken en ‘stoere’ chic.
Whip even in een historisch kader geplaatst: Bandit van Robert Piguet (1944/45), Vent Vert (1945) van Balmain, Ma Griffe (1946) van Carven, Miss Dior(1947), Eau de Roche (1948) van Rochas, Eau Fraîche (1953) van Dior. De naam is natuurlijk leuk – zweep in het Nederlands. Een beetje kinky avant la lettre. Maar dan geraffineerd: denk aan de up to date-versie: de naughty stoeipoesen van Agent Provocateur.
De naam trekt je direct de wereld van de paardensport in – tijdens de lancering nog een echte elitaire hobby. En roept daarnaast direct op wat een chypre vermag: te paard de bossen door en alle geuren opsnuivend die tijdens je rit in galop ‘langskomen’. Whip, oorspronkelijk gelanceerd ‘pour lui’ werd snel opgepikt door ‘elle’, is voor mij wel seizoensgebonden. Wil zeggen: je ruikt de geur van bossen, weilanden en zandpaden tijdens de lente en zomer. Niet tijdens de herfst. Extreem fris, kil en scherp opgeroepen met ingrediënten waarvan velen weinig ‘bos’ zijn. Whip is eerder een chypre-cologne, dan een eau de parfum-chypre.
Whip nog een keer in een historisch kader geplaatst: Le Galion was de eerste die de prikkeling en het denkbeeldige genot en/of pijn van een zweepslag in de parfumerie introduceerde. Robert Piguet volgde met Cravache(Frans voor zweep) in 1963, Lancôme in 1967 met Balafre(Frans voor litteken).
WAT WHIP IK EIGENLIJK?
Komt zelden voor dat een naam zijn betekenis zoveel eer aandoet. De opening is als zweepslag – kletsch! pggggg! krrrrgggggg! Een karwats, die voor die het gemunt heeft op je gezicht, eerst zijn koord door het groene ‘onderhout’ haalt.
In dit geval een enorme scherpe, wakker makende melange van citroen en bergamot, gevolgd door kardemom, dragon en met name verbena die voor een strakke wrang-groene toets zorgen. Een mooie opmaat voor het hart waarin bloemen – jasmijn, viooltje en iris – een bloemzoetig spoor verspreiden zonder tuttig te worden: het klap-in-het-gezicht-idee van een cologne blijft gehandhaafd. Hiervoor verantwoordelijk: vilein-gracieus galbanum. Extreem fris-groen met een zalvend, warm onderlaagje die ondergaat in de kenmerkende chyprebasis: eikenmos en patchoeli versterkt in dit geval door vetiver.
Alleen, helaas pindakaas, zoals net geschreven, dat ervaar ik niet echt. De zonnig, groene noten van het geheel – denk een weiland in lentetooi aan de rand van een bos – worden niet beschaduwd door het bos. Het mossige gevoel ontbreekt – ofwel, de overgang van een cologne naar een eau de parfum. En ook de afdruk van de leren zweep komt in ieder geval op mijn hand – ik loop al vier dagen rond met Whip – niet tot zijn recht.
Maar dat klopt, is ook de bedoeling: Whip is een eau de cologne. Wel gebeurt er iets anders frappants: ‘het idee van thee’. Het groene geheel wordt niet door leren, maar eerder door rokerige nuances ondersteund. Met als verrassende uitkomst: een vintagegeur helemaal in sync met de parfumcodes van nu. Doet me dan wel afvragen hoe de originele receptuur geroken moet hebben.
Opvallend: parfum haalt over het algemeen de pers niet vanwege de compositie, de inhoud. Wel door het ‘lifestylegedoe’ en de miljoenen-hurlyburly er omheen. Een greep: Dior huurt Versailles af voor promotieclip van J’adore. Lady Gaga die in de aanloop naar Famebekent dat haar eerste geur naar een chique hoer moet ruiken (en niet wist waar te maken met haar pruttelparfummetje). Brad Pitt model van voor N° 5 (afgebrand maar ik vond het slim). Guerlain onderneemt voor zijn nieuwe parfumclip van Shalimar een reis van twee weken naar India (zonde van het geld). Dochter van Johnny Depp en Vanessa Paradis het nieuwe model van de nieuwe variatie van Chanel N° 5 (it runs in the family). Victoria Beckham tekent contract met Estée Lauder (ben benieuwd hoe anorexia-slank de flacons zullen zijn).
En bijna aan de lopende band wordt bekend gemaakt welke wereldberoemde regisseur een parfumpromoclip gaat verfilmen. De verrassing is inmiddels weg. David Lynch maakte ooit voor Yves Saint Laurent en Dior prachtige, mysterieuze clips, maar inmiddels zit hij gevangen in zijn eigen beeldtaal. Een al cliché. Het recent meest teleurstellende resultaat kwam uit de koker van Paolo Sorrentino, ja die van La Grande Belleza (2012). Hij deed het letterlijk nog eens heel dunnetjes over met een geur voor Missoni. Een erg povere interpretatie van deze inmiddels klassieke film: de overeenkomsten met de filmfeeststemming zijn talrijk, alleen de uitwerking erg pover en inspiratieloos.
Kenzo probeert met een spectaculaire promofilm de aandacht te vestigen op zijn nieuwe geur – World. En het feit dat het huis een creatieve transformatie heeft ondergaan. En dat terwijl vorig jaar nog door ‘hem’ Bennetons ‘après-la-lettre-united-colors-of-the-world’-concept de parfumerie in werd gestuurd: Totem, een trio voor millennials. Plus zes andere geuren. Plus Kenzo Wild – alleen verkrijgbaar in het taxfreecircuit.
En nààst World kun je dit jaar bij de Kenzo-counter of ketenparfumerie ook terecht voor de nouveautés Jeu d’Amour L’Elixir, Flower Eau Florale, L’Eau Kenzo Electric Wave en Flower in the Air Eau Florale. Ga er maar eens aan staan als beauty-advisor, als klant.
Dat regisseur, producer, scenarioschrijver en acteur Spike Jonze – bij het grote publiek vooral bekend van de films Being John Malkovich en Adaption – de geur World zou gaan ‘verfilmen’, ging wereldwijd niet ongemerkt voorbij. Inmiddels bijna vier keer miljoen gezien op Youtube. Inmiddels ook te bezichtigen als parodie. Ook het Parool (http://www.parool.nl/kunst-en-media/spike-jonze-maakt-parfumreclame-zoals-je-hem-nooit-zag~a4367929/) besteedde er aandacht aan. De krant schrijft ‘de film blijkt een regelrechte hit’ en ‘de reacties waren direct lyrisch. Hij werd door sommigen direct bestempeld als de beste parfumreclame ooit en ‘fantastisch’, ‘te gek’ en ‘geweldig; klinkt het op Twitter. Maar ook ‘verfrissend’, want dit is geen parfumreclame zoals we die gewend zijn’.
Is dat zo? Ja, het model speelt inderdaad geen ‘bevrijde’ vrouw (Heidi Klum voor Chanel N° 5), geen chique, verveelde prostitute partygirl (Camille Row voor Diors Poison Girl), geen goddess on a mountaintop (Charlize Théron voor Diors J’adore), geen vrouw die de aan haar vastgeroeste ketens breekt (Julia Roberts voor La vie est belle van Lancôme), geen… ik stop nu. Het Parool: ‘Doordat de eigenzinnige vrouw zo afwijkt van het stereotype parfummeisje wordt hier en daar gehint op feminisme. Zo plaatste ook het Berlin Feminist Film Week de film op haar Facebookpagina’.
Gôh, en wat wil dat zeggen? Uiteindelijk wordt het niet-stereotype parfummeisje ook gewoon neergezet als aspiratiemodel, als ‘droom’, als ‘verlangen’ met als doel: omzet. Niets mis mee. Alleen, bij een dergelijke ‘overdonderende’ clip leg je de lat wel hoog. Je verwacht dan dat de compositie ook iets van dit ‘feminisme’ in zich draagt. En dag gebeurt dus niet. Zeker niet als je de filosofie ‘achter’ World erop naleest. Dat is nogal wat.
Eerst krijg je te lezen dat het sinds 2011 door Kenzo ingehuurde creatieve duo – Carol Lim en Humberto Leon – de Kenzomode koppelt aan een community gevormd door filmmakers, musici, kunstenaars en acteurs. Het effect aldus het huis: het werd ontdekt door de millennials, de social media-generatie. Als symbool hiervoor gebruikt het duo ‘het nieuwe, inmiddels iconische Kenzo-motief’ het alziende oog. Staat voor spirituele bescherming die ‘van boven’ komt. Zie je direct aan de flacon. Een gestyleerd oog – ontworpen door Patrick Lee – samengesteld uit diverse materialen en kleuren die herinneren aan de mix & match-mode van Kenzo.
WAT WORLD IK EIGENLIJK?
Positieve draai: de geur roept herinneringen aan Kenzo’s beroemde, xxl-exotische bloemenprints. Het idee: een bloemeneuforie die steeds sterker wordt: van handgeplukt, naar een armvol tot een vol boeket dat luchthartig zoet, bloemen en sensualiteit verwerkt. Met andere woorden: een ‘rock nectar’ van pioenroos, Egyptische jasmijn omringd met rode bes-accenten ondergedompeld in ambroxan – goed te ruiken in the end by the way – die de bloemen hult in een fijnzinnige mist. Het eindeffect: ‘World is voluptueus en sensueel, ontstijgt het klassieke, stereotype vrouwenparfum’.
Was het maar waar. De compositie is niet meer en niet minder dan een bekende variatie op de populaire ‘girly geur’. Dus rood fruit, transparante bloemen verweven met sensuele noten met gourmandaccent. Voor mij: Angel(1992) van Thierry Mugler die een dagje ‘gezelli’ met vriendinnen naar een biologisch gedreven spa gaat.
Wat je misschien zou verwachten, hopen: een feministische boodschap olfactorisch vertaald. Kan dat? Ja. Dus op z’n minst een accent dat in eerste instantie bevreemdt, je direct duidelijk maakt dat je met een andere geur, en dus met een andere vrouw vandoen hebt. Gewoonlijk wordt dat gedaan door een stevig houtaccent in de basis. Maar dat blijkt toch niet zo lekker te liggen – zie het niet-succes van Sensuous (2011) van Estée Lauder.
Deze lijn doortrekkend: een geur die androgyn is maar meer naar mannelijk neigt (uitgaande van de klassieke sekse-ingrediëntindeling in parfumland). Maar dat is te moeilijk: Kenzo wil een miljoenenpubliek bereiken, zoekt niet ècht eigenzinnige vrouwen die, by the way, Kenzo echt niet nodig hebben om hun feministische boodschap – als ze dat al willen – via een geur uit te dragen.
Sommige daarvan gebruiken trouwens een geur die voor mij wèl Kenzo’s ‘empowerment-filosofie’ naar de letter interpreteert: Afrika Olifant (2015) van Nishane. Geen flowerbomb, maar een ‘stink-bomb’ waar mannen – denk Donald Trump – van zullen opkijken als die proberen ‘even gezelli’ in haar hals en nog verder te verdwijnen. Nee, dat ruikt niet naar onschuldige, versgeplukte bloemetjes of een cliché-verleidelijk oriëntaals elixir. De geur is een waarschuwing. Als hij die begrijpt, begrijpt hij de draagster ook: don’t mess around with me mister! Is er daarna sprak van een klik, dan kan er iets heel moois ontstaan. Trouwens, Kenzo heeft een geur in zijn collectie die dit emancipatorische verlangen beter vertaald: Jungle (1996) – toeval of niet ook gesymboliseerd door een olifant.
ONVERWACHT: MINDER ANIMAAL, MINDER SWEATY DAN WHITE MUSK
Jaar van lancering: 2007
Laatst aangepast: 04/04/06
Neus: Evelyne Boulanger
Is het nu eigenlijk wel of niet maatschappelijk geaccepteerd dat mannen meer mogen stinken dan vrouwen? Ik bedoel: de machoman die met zijn zweet ‘extra’ seksuele codes verspreidt, prikkelt de zinnen. Zo wil het ingeroeste beeld. Zie de talloze daarop geïnspireerde parfumpromotie-clips: vrouw ziet testoron verspreidende hunk en ze smmmmmelt.
Daarentegen: de vrouw die zich drie dagen niet heeft gewassen en daardoor ‘iets’ onaangenaams verspreidt, en er niets aan doet dit te maskeren; daar halen de meesten – enkele zweetfetisjisten daargelaten – letterlijk hun neus voor op.
Ik stel deze vraag naar aanleiding van White Musk for Men. Wordt in White Musk voor de vrouw (1981) de dierlijke noot van ‘cruelty free musk’ geaccentueerd, bij mannen verwacht je dus, het cliché indachtig, dat die animale moleculen extra-extra in stelling worden gebracht.
En dat streeft The Body Shop ook na. Alleen: dat valt nog al mee, valt nogal tegen – is maar net hoe je er tegen aan kijkt. Dit is duidelijk een geur die meevaart op de talloze white musk-geuren die de afgelopen decennia verschenen en die eerder katoenpluizerig overkomen, dan een erotische kik willen bewerkstelligen – zoals in White Musk wel gebeurt. White Musk for Men valt meer in de categorie ‘tweelinggeuren’: een voor haar, dus ook een voor hem. Of andersom.
WAT WHITE MUSK IK EIGENLIJK?
De makkelijkste manier om het verschil tussen een mannen- en vrouwenversie te accentueren, is het weglaten van bloemen. Maar: die bloeien ook volop in White Musk for Men. Zo wordt de geur op de The Body Shop-site omschreven: ‘Opent fris en helder, waarna White Musk for Men de mannelijke geuren onthuld van vetiver en sandelhout, vermengd met sensuele ondertonen van muskus. Het geheel is een verleidelijke, moderne, sensuele mannengeur’.
De eerste bloem, geeft direct het mannelijke aspect van de geur weer: lavendel (foto). In dit geval puur en zuiver en gaat mooi samen met de ‘mannelijke roos’. Ofwel, geranium: fris-zoet gebloemd. De ‘gekristalliseerde’ – wat dat ook moge betekenen – jasmijn ruik ik niet echt.
Of het moet de versterking van het gehele ‘bloemengevoel’ zijn. Maar in deze geur draait het om de basis: die is houtachtig en tegelijkertijd zacht. De vetiver ‘klopt’, de sandelhout ‘slaapt’ en hier is natuurlijk ook de musk – logisch, want what’s in a name. Die ruik je, maar niet zoals in White Musk. Is eerder bedeesd, ingehouden en voor mijn gevoel niet animaal-viezig, eerder gekarameliseerd door tonkaboon zo lijkt het. Enne, correct me if I’m wrong, but White Musk for Men zou ik vrouwen aanraden die White Musk (voor haar) te heftig, te ‘zweterig’ vinden – was een reactie van iemand die op mijn bespreking van die geur zo reageerde.