OVER WIKIPARFUM, TE VEEL PARFUMS EN TE VEEL PARFUMS
VRIENDELIJKE, PRETTIGE & VOORSPELBARE Oud
Ik overweeg het al langer, maar na het doorscrollen van een recente nieuwe infosite die op mijn tijdlijn verscheen – www.wikiparfum.com in samenwerking met Michael Edwards en zo’n beetje alle geurproducenten: van Givaudan tot Takasago – wordt de gedachte sterker: stoppen met www.geurengoeroe.com.
Óf anders alleen nog maar ontwikkelingen en geuren bespreken die echt interessant zijn in (en voor) de wereld van parfums. Want dat die is doorgedraaid (Wikiparfum heeft, alsublieftdankuwel, bijna 20.000 geuren in zijn bestand) staat al langer vast.
Niet de eerste keer dat ik hierover geurzeur. Mag het allemaal – vul in wat je gevoel je ingeeft – een ietsiepietsie, een beetje, heel veel minder worden? Zelfreflectie – wat pietluttige ‘eco’-initiatieven daargelaten – is een deugd die de parfumindustrie vreemd is, of het moet een van de talloze karaktertrekken zijn betreffende de doelgroep voor een nieuwe geur – Calvin Klein of zo.
En om op deze parfumproductie in overdrive alleen maar cynisch commentaar te geven – ook zo makkelijk. De kans daarop wordt trouwens wel steeds groter. Ik was het van plan bij de nieuwste geur van Mona di Orio: Domaine. Tien jaar geleden zou ik onder de indruk zijn geweest, maar nu denk ik: ‘Nóg een lelietje-van-dalen-geur!’ Zal die echt een nieuw licht laten schijn op dit blommeke zo tere, kleine en fijne? Kan me het haast niet indenken; ben ook te lui om me er verder in te verdiepen.
Wat Wikiparfum betreft en de overweging tot stoppen: daar worden veel merken genoemd waarvan ik nog nooit gehoord heb. Moet ik me dan als insider echt zorgen maken? De site leeft gelukkig wel mee met ‘mijn’ twijfel. Ik hou er niet van, maar vooruit, ik laat een ‘persoonlijk’ geurprofiel opstellen. Een paar vraagjes. Favoriete parfum: Nuit Noire Mona di Orio. Nog een: Bandit Robert Piguet. Hun – waarschijnlijk door AI aangedreven – conclusie: ‘You love perfumes of the oriental and leather families. You also love nuances of the floral and woody subfamilies’. Nou, dan heb je bijna het hele spectrum te pakken.
De parfums die ze me aanraden: Benjoin 19 Le Labo en Leather Copper Lalique. Grappig: met beide merken heb ik niets (meer). Le Labo met zijn nep-exclusivisme en Lalique die lanceert gewoon too much. Speaking of which: bij Encre Noire Sport ontplofte ik bijna. Waarom in hemelsnaam van een vetiverbom een sportieve versie maken? Verder heeft Wikiparfum nog 48 (!) aanraders voor mij, maar om die te weten te komen moet je je inschrijven. Dikke doei.
Aangezien ik Oud for Glory van Lattafa bespreek – via dezelfde ruil tot me gekomen als Red Tabacco – ging ik bij het alfabetische overzicht van Wikiparfum naar de L om te zien welke andere merken ‘die daarmee beginnen’ me niets zeggen. Van de 65, 16 stuks: nada-niente-niets. Een stuk of 10 ken ik van naam maar het wie, wat, waar en waarom weet ik niet. Van de meesten interesseert het me ook niet. Lionel Richie, ik bedoel me maar – die heeft dus weinig vandoen met Wikiparfums slogan: ‘We bring the art of perfumery to you’. Trouwens – hoe vaak moet ik het nog zeggen! – daar is in 90 procent geen sprake meer van; gewoon commerciële negotie.
Nu dan echt Oud for Glory. Lataffa (anno 2014 opgericht in de Verenigde Arabische Emiraten), een samentrekking van Latif (vriendelijk) en Lateefa (prettig), is een van de vele Arabische merken die meevaren op de koers ooit in gang gezet door Amouage (waardoor dit merk genoodzaakt was om zelf te verhippen, dus met trends moest meegaan, dus lanceringen te versnellen) en later door Montale (2004). Dit was natuurlijk niet gebeurd als de verschillende landen op het Arabische schiereiland, naast olie – eens houdt het op – zich ook op andere inkomstenbronnen waren gaan concentreren – de opkomst van Abu Dhabi als luxe vakantieoord voor de middenklasse is in deze exemplarisch.
Deze opstuwing in de vaart der volkeren heeft ook tot een zekere bewustwording en trots bij de lokale bewoners geresulteerd: het benadrukken van hun eeuwenoude cultuur en kunst. Dat ‘noodzakelijkerwijs’ wel een moderne injectie moest krijgen om de met name westerse toerist een gevoel van sociale acceptatie – ‘Het gaat goed met de vrouwenemancipatie’ – en herkenning te geven – ‘Heb je die wolkenkrabbers gezien, je kunt er ook overdekt skiën!’ – terwijl die zich snikheet zit te vergapen aan de blingbling van de shoppingmalls – ‘heerlijk die airco!’ En aldaar wellicht ook bij de keel wordt gegrepen door doordringende parfums die daar zweven. Misschien valt de trendy toerist wel voor en/of door een creatie van Lataffa. Keuze uit 127 stuks.
Wat ik het leukste aan de geur vind: de naam. Oud for Glory – ik weet helaas niet wat Bade’e Al betekent; Google Translate biedt geen uitkomst – maar het heeft voor mij een soort Shakespeare -achtige wanhopigheid. ‘My horse, my horse, my kingdom for a horse’. ‘My oud, my oud, my kingdom for an oud’. Gaat voor het merk zelf ook op, qua je wanhopig voelen dan, mocht je in de winkel staan omdat je van plan was een geurtje mee naar huis te nemen voor je buurman – ‘Doe maar iets met oudh’.
Wat een absurde hoeveelheid. En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet: Ameer Al Oud,Ameer Al Intense Oud, Amwaaj Oud, Chic Oud, Chic Oud Summer, Danhal Oud Kambodi, Deen Al Oud Al Ameeri, Just Oud, Just Oud Boulevard, Khurafi Oud, Lubb Al Oud, Mukhallat Oudh, Nakahat Al Oud, Night Oud, Oud Al Sahraa, Oud Mood, Oud Mood Elixir, Oud Mood Silver, Oud Salama, Oudain, Rouat Al Oud, Velvet Oud, Bade’e Al Oud Amethyst, Eternal Oud, Blue Oud, Opulent Oud.
Ach waarom niet, de ‘verantwoording’ bij de geur: ‘Een nieuwe dag, een nieuwe kans om uitdagingen aan te gaan. Badee Al Oud Oud for Glory verfrist je geest en zorgt dat je onbevreesd je instincten kan volgen. Ga elke dag het avontuur tegemoet’. Doen we.
Grappig, de opening: kan je op het verkeerde been zetten. Is het nu alleen saffraan wat ik ruik of resoneert op de achtergrond ook een volle roos? Wel origineel en onverwacht die combi met nootmuskaat. Het tempert de zoetheid van de saffraan, die voor mijn gevoel in geuren anders ruikt dan in de keuken. En dan: oud, of beter omschreven: ‘rook van agarhout’. Is dat niet hetzelfde dan? Het levert in ieder geval geen andere kijk op oud op. Want die is in Oud for Glory vriendelijk, prettig & voorspelbaar. Bijna gaap-gaap. Daar verandert de patchoeli ook niet echt veel aan. Ook al wordt dit herhaald in de basis: dus nog een keer ‘rook van agarhout’ en patchoeli uitgeleide gedaan door (een beetje zoete) musk.
Stel je het allerbeste adelaarshout (die hoop ik ooit nog eens in het echt te ruiken) voor gelayerd met pure patchoeli, en je krijgt volgen mij een intense eerst sompige, steeds droger wordende sensueel-warme houtbeleving die je naar adem doet snakken.