WOUDZALIGHEID, WALDSELIGKEIT, FOREST RAPTURE, DOUCEUR DE LA FORÊT
SOMETHING OLD: CHYPRE
SOMETHING NEW: GOURMAND
Jaar van lancering: 1914/2013
Laatst aangepast: 02/07/16
Neus: helaas onbekend
Concept & realisatie: Franck Belaiche & Hugo Lambert
Eén van mijn favoriete merken, valt nog niet zo makkelijk te verkopen, vertelde www.parfumaria.com mij onlangs. ‘Hè, wat zeg je me nou?’, antwoordde ik verbaasd, bijna ontsteld. Want het huis heeft alles in huis waar de consument van nu naar ‘verlangt’. Naar wordt beweerd door trendwatchers en andere piepeltjes met voorspellende gaven: geschiedenis (Oriza L. Grand is van anno 1720 dus 108 jaar ouder dan Guerlain – ‘dank u wel’), is retro, levert nieuwsgierigmakende story telling per geur en wordt ook nog eens aangenaam old fashioned gepresenteerd.
En dan geuren: die hebben een ongekende vintage-toets zonder old school en muffig te zijn. Je krijgt het idee dat de herlanceringen als twee druppels water zijn gelijk tijdens het geboortejaar.
Neem Chypre Mousse: niet vaak een geur geroken die je daadwerkelijk het gevoel geeft alsof je door een bos tijdens de herfst wandelt na een flinke plensbui – hoe actueel dit voorjaar en deze zomer!
Het is donker, het is groen, het is vochtig, je ruikt aarde, je ruikt paddenstoelen, je ruikt gebladerte op het punt humus te worden, dus ook een beetje zurig. Plus: vermolmd hout versierd met nog enkele harsdruppels. Plus: diverse uitgebloeide grassoorten klaar voor hun finale ‘hooifase’.
Ik wordt er ‘stond’ poëtisch en melancholisch van; moet denken aan het prachtige lied – smaken verschillen – van Richard Strauss: Waldseligkeit op.49, no.1. ‘Hier’ gezongen door ook nog een van mijn favoriete all time soprano’s Gundalu Janowitz. Strauss zette het gelijknamige gedicht van Richard Dehmel om in een puur mijmerende, mysterieuze en ‘wandelende’ compositie die treffend het ‘wandelwoudgevoel’ oproept. Ik ruík Chypre Mousse!
Der Wald beginnt zu rauschen,
den Bäumen naht die Nacht,
als ob sie selig lauschen,
berühren sie sich sacht.
Und unter ihren Zweigen,
da bin ich ganz allein,
da bin ich ganz mein eigen:
ganz nur Dein!
Vrij vertaald door Geurengoeroe:
Het woud begint te ruisen,
de bomen naderen de nacht,
alsof ze gezegend luisteren,
strelen ze zich zacht
En onder hun gebladerte
ben ik geheel alleen
daar ben ik geheel mezelf
alleen van jou!
WAT CHYPRE MOUSSE IK EIGENLIJK?
Zoveel. Dit zijn de ingrediënten: ‘wilde’ munt, salie, ‘wilde’ venkel, ‘groene scheuten’, galbanum, engelwortel, hooi, ‘wilde’ klaver’, viooltjesblad, vetiver, dennennaalden, eikenmos, paddestoelen, humus, geroosterde kastanje, leer en cistus labdanum. Ik plaats wild tussen aanhalingstekens omdat het geureffect volgens mij niet anders is dan de ‘getemde’ en ‘geconfectioneerde’ varianten. En ik ga er vanuit dat geroosterde kastanje (foto), paddestoel en humus bij de lancering in 1914 nog niet als ingrediënt als zodanig bestonden. Het is meer het idee dat met allerlei geurmoleculen – nu en toen – wordt/werd opgeroepen.
Chypre Mousse opent scherp, medicinaal met direct een flinke dosis vochtig, mossig eikenmos. Op bezoek bij de ouderwetse apotheker als het ware. Ik pik de munt en de salie er uit. De venkel ook zo waar, of meen ik het te herkennen omdat ik het nu weet. Erg prettig om te detecteren: het helaas te weinig toegepaste klaver: honingzoetgroen, pittig gemaakt door galbanum en musky door engelwortel. Vervolgens een groene, bladerige weelde van viooltjesblad, vetiver en dennenhars die langzaam aan donkerder, beetje zwoel en aardser wordt. Ofwel, al het groen dat op de vochtige houtbasis – onvoorzien door de regen – neerdwarrelt.
Heel mooi om een keer een pure, ruige chypre te ruiken – geleverd door de klassieke leveranciers eikenmos en cistus labdanum. Het leer geeft Chypre Mousse op het einde vastigheid, verankert het geheel. En door dit alles blaast een wind vol met sporen van hooi (coumarine dus), begeleid door ‘iets’ dat doet denken aan paddenstoel.
Mocht je vrezen: ‘Inderdaad, net wat je zegt, old school en muffig’. Weet dan dat de som der delen óók een zoetheid oproept die doet denken aan drop (zoethout) en steranijs, waardoor je kunt spreken van een zeker gourmandeffect – helemaal modern dus.
En nu nog één keer heel goed ruiken: verdomd je hebt zowaar het idee dat je geroosterde, gepofte kastanje (marrons) – wel wilde in dit geval – ruikt. Ongeveer zoals de walnoot in Eau Parfumée au Thé Rouge van Bulgari (2006) wordt opgeroepen.