DRIJVENDE BLOEMEN IN KOELE, HELDERE STROMEN
Daar draait het tegenwoordig vaak om in de journalistiek: namedropping hopende dat bezoekers langer op je social media (site) blijven hangen. Zo ook bij de dood van Issey Miyake. Bij de gemiddelde Nederlander niet bekend, maar plak in een overlijdensbericht aan zijn naam een supergrootheid en lezers blijven misschien gekluisterd.
In dit geval Steve Jobs, die kocht Miyake’s zwarte coltruien by the dozen (wat een leuk weetje zeg; waar bestelde hij zijn schoenen?), las ik bij de eerste vermelding van zijn dood op de Volkskrant-site. Strange, want: er is niets bijzonders aan die truien. Yves Saint Laurent en tig luxemerken hebben die ook standaard in hun catalogus. Basic, goed gemaakt, kwaliteit gegarandeerd – logisch. Maar dat was nou juist níet de essentie van Issey Miyake. Wat dan wel? Dit is geen modeblog.
Parfumliefhebbers gedenken zijn dood op een andere manier. Je kan nu in nichekringen op zijn allerbekendste geur neerkijken, maar L’Eau d’Issey is en blijft revolutionair en dus een moderne klassieker. Gelanceerd in 1992. Hetzelfde jaar waarin nóg twee geuren verschijnen met gelijkwaardige status: Angel van Mugler en Eau Parfumée au Thé Vert van Bvlgari.
L’Eau d’Issey is in feite bedacht door Chantal Roos (voormalig model/stewardess turned parfummarketeer) die Yves Saint Laurent als parfumhuis mondiaal beroemd maakte en juist door dat wapenfeit werd ingehuurd door Shiseido als hoofd ontwikkeling westerse geuren. Succesverhaal. Niet alleen Miyake, maar ook Jean Paul Gaultier en Narciso Rodriguez (en nog zo wat namen) ‘bedacht’ ze. En met inmiddels een eigen (wie niet?) parfumlijn: Roos & Roos.
Waarom was L’Eau d’Issey zo goed? Een: de naam L’Eau d’Issey spreek je uit als Odyssee. Je weet wel, dat epische werk van die erg oude bebaarde Griekse dichter Homeros. En door iedereen, als je het uitlegt, eenvoudig uit te spreken is. Twee: de inhoud. L’Eau d’Issey benadrukt de lichte, waterige kant van bloemen. Alsof die stromen in een kabbelend beekje of langs de kant ervan groeien. Het is luchtig, subtiel, lichtjes zoet met een shot ‘oceaan’ – waardoor de geur, nog steeds tot mijn verbazing tot oceanische geuren wordt gerekend.
Drie. Iets minder maar toch: de flacon schijnt de Eiffeltoren in omgekeerde vorm in perspectief voor te stellen. Of zoiets. Zal wel. De dop met dat bolletje (voorstellende een waterdruppel) is symbolisch weer goed getroffen. De geur was zo succesvol, dat de concurrentie natuurlijk verdomd snel volgde. Op de werkvloer vaak gepromoot als ‘onze Issey Miyake’.
Dat oceanische aspect ruik je wel terug in L’Eau d’Issey pour Homme dat twee jaar later verscheen. In het begin wel de geur voor artistiekelingen en architecten genoemd vanwege de vorm en wat dies meer zij. Een enorm populair en ‘zwaar water’ – ik heb’m nooit gedragen.
L’Eau d’Issey altijd wel en vaak de variaties daarop en andere artistieke interpretaties zoals Une Goutte de Nuage / A Drop of Cloud (2009). En die verschenen aan de lopende band want Chantal Roos is eigenlijk eveneens verantwoordelijk voor de zomervariaties op geuren, een te lang aanhoudende tsunami die zich, de goden zij dank, weer heeft teruggetrokken.
Naast water is er vuur. Dus volgde Le Feux d’Issey (1998). Een flopper-de-flop. En met de geuren die daarop volgden lukte het ook niet echt. Niet met het minimalistische en overtuigende A Scent (2009). Niet met de geur waarvan ik meer verwachtte omdat het zo dicht bij de ontwerper en een van zijn uitvindingen lag: Pleats Please (2013). Ook hier weer: goede flacon, goede geur. Moet je wel van reukerwt houden – ikke.
De parfumgeschiedenis van Issey Miyake bevestigt wel mijn overtuiging dat de premièregeur van een ontwerper meestal de beste is omdat hij/zij hiermee een proeve moet geven van wat hij/zij artistiek en creatief gezien in essentie is.