NEDERLAND OH NEDERLAND GEBUNDELD
OMZIEN EN OMRUIKEN IN VERLANGEN
Van de ene kant omarmen we het mondiale – hoe verder van huis op vakantie hoe indrukwekkender en interessanter. Van de andere kant: in gedachten tuffen we in Nederland al een tijdje terug naar Dorpstraat ons Dorp. Hopeloos ons verlangen naar een wereld die er nooit is geweest.
Omroep Max voert de boventoon in deze weemoed. Aanschouwt daarnaast het mateloos populaire Boer zoekt Vrouw en Ik hou van Holland. Beide gezellig-begripvol gepresenteerd door doodgewoon gebleven Nederlanders die geen achternaam meer nodig hebben: Linda, Chantal en Rob. Ik ga het niet hebben over Sweet Caroline in deze.
Wel glunderen van trots als een Hollander het over de grens verdomde goed doet: Max Verstappen wint het fonkelnieuwe Grand Prix van Las Vegas. Maar gelukkig moet hij daar niets van hebben: het draait hem te veel om de show, te weinig om het racen. Humble! Respect! Proud!
In hem herkennen we weer die heerlijke Hollandse deugd: doe maar gewoon dan doe je al… Deze nuchterheid zie je ook terug in een reclamespot van telefoonaanbieder Ben die zich hiermee zo te zien tegen de Randstedelijke havermelkelite richt.
Dat Holland achter de dijken-gevoel, wordt de laatste tijd ook gebundeld. Dit jaar verschenen meer dan tien boeken waarin onze ontstaansgeschiedenis centraal staat. Geur zal hierin ‘her en der’ waarschijnlijk als detail optreden, centraal staat hij in Neuswijzer, Geuratlas van de Lage Landen.
Een boek door de uitgeverij omschreven als ‘een kleur- én geurrijk geïllustreerd standaardwerk met ons reukorgaan als absolute held. Deze primeur geeft geur de hoofdrol in (streek)taal en cultuur, evolutie en biologie, geschiedenis en psychologie in de Lage Landen. Lezers ontdekken de spannende wereld van moleculen en receptoren, ontwaren de geuren die zorgen voor afkeer en opwinding, en maken kennis met Boldoot en meurmuren. Dit en meer verpakt in een aroma van rozen tot urine, en alles daartussenin’.
Ik lees ook dat – nu volgen een aantal clichés – ‘geuren onze levens kleuren. Ze geven smaak en brengen herinneringen tot leven. Geuren verleiden, brengen verlangens teweeg, roepen op tot walging of angst. Geuren hebben en geven betekenis’.
Ik lees ook: ‘parfumeurs, kunstenaars, wetenschappers en andere kenners werkten samen om hun inzichten te delen’. Een ‘odoresque’-boekenlegger, van geurkunstenaar Frank Bloem, geeft lezers de mogelijkheid om NeusWijzer ook grondig te besnuffelen’.
Een paar dingen: de neus (geur) een held noemen, dat vind ik zo… als je een fysiek uitgedaagd persoon helpt de straat over te komen, ben je het tegenwoordig ook al. Woordimplosie. Hou daar eens mee op. En ik heb iets tegen het woord besnuffelen, én ben ik benieuwd wanneer je wordt opgeroepen tot walging.
Voor als je in taal bent geïnteresseerd: het Meertens Instituut zette voor dit boek een enquête uit over ‘geurwoorden’ en ‘geurervaringen’ in de Nederlandse taal en dialecten (en daaraan verwante talen en culturen). Er werden ten behoeve hiervan colleges en workshops gegeven om zoveel mogelijk ‘geur-gerelateerde’ woorden te verzamelen ‘waarmee de reukzin van ons taalgebied wordt opgehaald en vastgelegd’.
Als informant kon je een digitale vragenlijst (breder verspreid in Nederland en België) beantwoorden. 1850 reacties – lang leve de participatiemaatschappij! Dat leverde onder meer jirre of jarre op – in Noord-Nederland gebruikt voor modder of modderlaarzen. ‘In Brabant zijn ‘ze dan weer dol’ op meuren en alle varianten daarop’ – ook in Twente by the way waar ik ben geboren en getogen: ‘Wie zit hier zo te meur’n?’ Een speciale geurherinnering in deze: een echte boerendochter uit de buurt van Losser, vroeg altijd in de klas van de Lonneker lagere school als ze naar de wc moest: ‘Meneer, mak ‘em’n noar den ton hên?’
Eveneens verdwenen volgens het Meertens Instituut woorden. We hadden 28 varianten voor muf, zoals duftig (komt dit uit het Duits – Duft?), verdolsemd, eumig. Komt door technologische ontwikkelingen. We hebben overal verwarming, dus is het veel minder vochtig. De technologie neemt daarnaast de neus over: ‘Apparatuur meet geuroverlast en op levensmiddelen staat een houdbaarheidsdatum. We zijn minder afhankelijk van onze neus, we staan niet altijd stil bij de impact van geur. Daar wil het boek verandering in brengen’.
Eerlijkheid gebied: heb het boek niet gelezen. De reden: de laatste twee boeken met geur als hoofdonderwerp, daar kwam ik niet doorheen (titels opvraagbaar). Het eerste omdat het teveel het persoonlijke verbond aan het technische aspect zonder enige noodzakelijkheid te bespeuren, het tweede omdat het te bloemrijk-aanstellerig was geschreven en ‘vanzelfsprekende’ productieprocessen van parfumingrediënten overdreven ingewikkeld omschreef.
Dus weet ik ook niet of uitgelegd wordt dat het in Noord-Brabant gebezigde meuren – volgens mij – afkomstig is van het Franse mourir: sterven. Ook niet of melding wordt gemaakt van de nummer 1 van de Nederlandse Canon van de Nederlandse Natuur: de geur van regen. En of de niet te harden stankoverlast van varkensboerderijen in Noord-Brabant door lokale belanghebbende bestuurders eufemistisch geurhinder wordt genoemd.
Laten we sentimenteel en heel Hollands eindigen: geur en herinnering. In de eerste geur – The Mind Vaccine – van avantgardistisch upcycle-modeontwerper Ronald van de Kemp ruik je ook kruidnagel. Hij vertelt hierover in de Volkskrant: ‘Dat hebben we pas op het laatste moment toegevoegd. Ik wilde iets prikkelends toevoegen en de geur van kruidnagel is een specifieke jeugdherinnering, het doet me denken aan de rode kool van mijn moeder’.
Ik had het persoonlijk spannender gevonden als Van der Kemp ook de geur van gekookte rode kool had toegevoegd – zoet-fluwelig, een soort van ‘hartige’ pruim, beetje glühwein-achtig qua geur. Grote kans dat dan The Mind Vaccine nog eigenzinniger was geweest, want een specifieke kruidnagelnoot is een redelijke bekende in geuren.