OVERDAAD – LETTERLIJK EN FIGUURLIJK
EN L’ORÉAL IS BLIJ
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 05/07/16
Neus: onbekend
Concept & realisatie: Sylvie Ganter & Christopher Cervasel (foto 0nder)
Erg leuk merk hoor, dan niet van. Maar ‘jeetjeminamariamijnmoederlief’ het lanceert wel erg veel geuren – niet de enige – en raakt steeds meer verwijderd van zijn uitgangspunt: de eau de cologne (vanaf 2010) op moderne wijze het nieuwe millennium in loodsen. Atelier Cologne is daar samen trouwens ‘onder aanvoering van’ Thierry Mugler – zijn Cologne (2001) werd door zijn gourmandstatuur niet echt begrepen – en onder meer Marc Jacobs en Hermès goed in geslaagd.
Zoals gezegd, mag het iets minder: je niest keer en hupla: Blanche Immortelle, Santal Carmin, Rendez-Vous (alle drie 2014). Je pakt je zakdoek en et voilà: Pomélo Paradis, Sud Magnoli, Mandarine Glaciale, Cèdre Atlas, Figuier Ardent, Oud Saphir, Jasmin Angélique (alle 2015). Je besluit naar je huisarts te gaan omdat je verstopte en parfumverblinde neus nu wel erg lang blijft dicht zitten en… ‘we would like to introduce to you, s’il vous plait: Encens Jinhae, Mimosa Indigo, Tabacco Nuit, Poivre Electrique en Philtre Ceylan.
Even tellen: 31 geuren binnen zes jaar. De missie is geslaagd: het in den beginne door crowd funding opgezette merk werd onlangs gekocht door L’Oréal – deze cosmeticagigant moest wel iets doen nadat The Estée Lauder Companies Frédéric Malle, Le Labo en By Kilian hadden overgenomen. Grappig detail: de oprichters zijn voormalige gefrustreerde werknemers – gelijk By Kilian – for the big perfumes companies die vonden dat geuren te snel, te marketing driven en te zielloos op de markt werden gedumpt…
En ik vind het ‘vervelend’ om toe te geven, maar het nieuwe kwintet is mooi uitgevoerd. Voor mij weliswaar meer ‘massniche’ dan niche, maar nog steeds prikkelend, lekker en niet teleurstellend. Ik ga nu niet de inspiratiebronnen van dit kwartet uitleggen – ga hiervoor na de homesite: www.ateliercologne.com. Kost me teveel tijd. Ik heb ze alle vijf nu gespoten op diverse strategische plekken op mijn lichaam en ben dus gehuld in een parfumwolk vol rijke en intrigerende nuances. Maar even niet de straat op.
Waar ik toch echt benieuwd naar ben: de dag dat Atelier Cologne en de door The Estée Lauder geacquireerde huizen de nicheverkooppunten zullen verlaten en gewoon ‘gezellig’ te koop zijn bij de parfumketens. Die kunnen in ieder geval wel wat ‘nieuw bloed’ gebruiken. Ik word in ieder geval niet vrolijk – lees: very, very depri – als ik die binnenloop: kil, kaal, slechte über-belichting en alles zo zielloos gepresenteerd. Dat Chanel sinds kort ook al haar geuren via haar site te koop aanbiedt – inclusief Les Exclusifs – geeft te denken.
WAT ENCENS JINHAE, MIMOSA INDIGO, TABACCO NUIT, POIVRE ELECTRIQUE EN PHILTRE CEYLAN IK EIGENLIJK?
Encens Jinhae: de basisconstructie is opgebouwd uit wierook (afkomstig uit Samarkand), citroen (uit Sicilië) en kersenbloesem (uit Jinhae). Maar er gebeurt meer, en je ruikt meer. Direct bij het begin: komt me toch een wolk van rozenblaadjes tegemoet die eerst even verdwijnt door een pittig-kruidige mix van roze peper, citroen en nootmuskaat, om vervolgens in het hart weer op te duiken. Nu begeleidt door kersenbloesem en wierook.
Even ‘dikke doei’: kersenbloesem mag dan daadwerkelijke bloeien in Jinhae (nog nooit van gehoord, zo leer je weer eens wat, blijkt een district in Changwon, Zuid Korea bekend om zijn overvloed aan kersenbomen en dus kersenbloesemfestivals – foto), maar is en blijft een ‘interpretatie’. Wil zeggen: het is een mix van diverse geurmoleculen (denk roos, amandel, musk, bloemnoten).
Maar die missen in dit geval hun uitwerking niet; mengen zich mooi met een melkachtige wierook en de roos dus. Wat je krijgt: een poederige, bloemige zachtheid die elegant overgaat in de zachte houtbasis van patchoeli en sandelhout die een extra, harsachtige maar eveneens zachte toon krijgt door elimi-hars. Wat voor mij overblijft: een zacht gestemde, bijna velourachtige ‘wierookroos’. Nice.
Wat moet je je voorstellen bij Mimosa Indigo? Een mimosa die geleideijk aan blauw-paars, dus hemelser wordt. Ik weet het niet, maar ik zeg wel eens, of eigenlijk wel vaker voor wie het horen wil: een mimosageur kan bijna niet mislukken. Wat je krijgt, is waar velen naar verlangen (vooral nu na een te regenachtig voorjaar, die er wel voor zorgt dat de lindebloesem zo godzalig overvol ruikt, maar dit terzijde): een warm en vol zomergevoel. Geel, honingachtig met een houtachtige, ‘schorsachtige’ en – soms – groene ondertoon. Van Mimosa Indigo word ik in ieder geval blij. Hoewel: geen cologne-effect.
Want: deze mimosa gecultiveerd in India is ondergedompeld – lichtjes geïntroduceerd door citrusnoten – in een zoetzachte basisweelde van voornamelijk (veel) sandelhout ‘op smaak gebracht’ door vanille en musk. ‘uiteindelijk’ verpakt in een bijna vloeibaar wit leer-akkoord.
Zonder dat het te zoetig wordt. Smart thinking, want zo voor de hand liggend maar zelden toegepast. De saffraan ontgaat me, doet er ook niet toe, want Mimosa Indigo geeft een nieuwe kijk op mimosa. Als neuzen nu ook eens op deze wijze de gardenia zouden behandelen… Wel verder vertellen: Mimosa Indigo versmelt heel mooi met Encens Jinhae.
Tabacco Nuit is voor mijn gevoel sterk beïnvloed door Tabac Tabu (2015) van Parfum d’Empire zij het alleen minder animaal, minder gevaarlijk. Maar de compositie is wel gewoon goed. Donker, sensueel. De basisconstructie van tabak en cistus labdanum krijgt dat sensuele extra door koriander en komijn – beide capabel om het zweet dat parelt op een huid op te roepen. Patchoeli zorgt ervoor dat de tabak op een ‘vochtige’ manier gaat gloeien en resoneren. Wierook dat de tabak nog rokeriger wordt. Cederhout geeft de geur een strak houten ondertoon zonder dat het ‘vloeiende’ gevoel verdwijnt. Het effect: op bezoek in een ouderwetse herensociëteit – ze bestaan nog! – waar ‘thank you for smoking’ als advies wordt gegeven. Atelier Cologne zelf verblijft met de geur in een jazzclub. De sfeer, de uitwerking is hetzelfde.
Poivre Electrique: wat een prettige en ‘geruststellende’ opening. Zo aangenaam klassiek, maar… opgeroepen met ingrediënten hiervoor gewoonlijk niet gebruikt. Voor mij geen elektrische, maar eerder een groene peper ‘in den beginne’ opgeroepen met oranjebloesem. Maar ik denk juist de takken en het gebladerte ervan te ruiken – dus neroli.
Want de geur heeft op de achtergrond een zekere knapperige frisheid. Opvallend: de combinatie van zwarte en roze peper krijgen door de wierook ‘een soort van’ iris-poedereffect. Heel geraffineerd. Steek je neus dieper in de peper, dan neem je heel subtiel de roos waar. Maar ook hier: de basis geeft het geheel rijkdom en klasse. De mirre in combinatie met ceder- (en met name) sandelhout, maakt de in eerste instantie prikkelende compositie glad en soepel – denk: melk, room.
Poivre Electrique is voor mij tevens het bewijs dat ketenparfumerieklanten niet bang hoeven te zijn voor niche. Het geeft een natuurlijke allure, vanzelfsprekende chic die in de jaren zeventig en tachtig eigenlijk voor ze gemeengoed was. Want wat ontbreekt: een hardheid, een scherpte zo kenmerkend voor so many goedlopende geuren bij de ketens – waardoor je je gaat afvragen, of zou moeten afvragen wat behalve de natuurlijke smaakmakers de neuzen nog meer hebben toegevoegd. Let wel: ik ben geen tegenstander van synthetische ingrediënten, maar laat ze alsjeblieft niet het heft in handen nemen. Zoals nu te vaak gebeurt.
Last en dit keer wel least: Philtre Ceylan is een inkoppertje. Denk aan de klassieke Pickwick van Douwe Egberts. Want te vaak geroken: tea for one, tea for two, tea for everyone! Niet mis mee natuurlijk, maar ik heb sterk het gevoel een geur van L’Occitane te ruiken. Wat dat over de een zegt en de ander? Vul zelf in. Het is een geur die bijna richting roomspray gaat. Let wel: niets op tegen. Ik koop elk jaar tijdens de zomer Thé Vert van Yves Rocher, want dan met 50 procent korting. Spray het op me zelf en in mijn appartement.
De gebruikte zwarte thee uit Ceylon is minder donker dan verwacht, eerder groen. Komt door door groene variant uit Sri Lanka. Bergamot en munt doen de rest; maken van Philtre Ceylan een geur die het dichtst in de buurt komt van een cologne. Ik heb trouwens moeite om de iris (helemaal uit China!), de komijn (helemaal uit India!), het guaiac (helemaal uit Paraquay!) en de papyrus (ook uit het verre India) er uit te pikken, aangezien de frisgroene golven van thee, munt en bergamot het meest present blijven.
Ik stel me wellicht aan met mijn topografische benoemen van ‘helemaal uit!’ van de ingrediënten. Maar neem even deze gedachte mee: door L’Oréal worden de wereldwijde ambities van Atelier Cologne alleen maar versterkt. Dus: koop je als een Chinees Philtre Ceylan dan is de iris in dit geval heel dicht in de buurt, als het ware ‘om de hoek’ geoogst. Wat zeg ik hiermee: veel parfumhuizen zijn nog steeds ‘European centred’ in hun mondiale promotie. Is toch een soort van blikvernauwing en ja – call it – arrogantie.
