INSTAPNICHE, INSTAPROOS
De naam La Closerie des Parfums doet iets eeuwenouds vermoeden. 1600, 1700 nog wat. Komt met name door la closerie. Google Translate vertaalt het met closerie. Daar hebben we niet veel aan, maar doorwereldwijdwebbend kom je erachter dat het een boerderij kan zijn, maar ook een hofstede, een domein, een tuin, een park.
De overeenkomst: ze zijn allemaal omringd door een muur. Zoiets heeft iets verfijnds, rustigs, verzorgd en chiques. De muren van La Closerie des Parfums zijn pas in 1972 opgetrokken. En wat daarachter allemaal is gebeurd, klinkt vaag. Iets van twee broers – Antoine en Hervé Madrid – grote parfumliefhebbers en ‘vivre à la Française’ die, ja hoor, traditie aan innovatie koppelen. Ze waren met name succesvol in Amerika en kochten daarnaast diverse beautyhuizen op en bliezen die nieuw leven in. Er volgen geen ‘bewijzen’, er volgen geen namen. Lekker makkelijk.
En dan komt Hervé’s dochter Valérie om de hoek kijken. Zij schudt de boel lekker flink op. Haar bedoeling: de terugkeer naar de essentie van Franse parfumkunst. Pardon? ‘Bedankt voor niets pa, bedankt voor niets oompie, move over!’
Ze huppeltut: ‘Voor mij is het idee van ‘la closerie’ ideaal. Ten eerste omdat het een tuin is die mooie essences bewaart. Maar ook omdat je er heen gaat voor een verandering van omgeving. Onze geuren zijn ontworpen vanuit deze dualiteit. Altijd het bekende met het onbekende mengen. Een delicate Parijse herinnering combineren met de verleidelijke beloften van verre landen. Ik kom oorspronkelijk uit Bordeaux, het beroemde kruidencentrum, en ik droom graag van andere horizonten. Met La Closerie kan ik mijn smaak voor exotisme combineren met de traditionele Franse parfumerie.’ Applaus. Nog een dooddoener: ‘Onze parfums nodigen uit tot reizen en het verlangen naar elders.’ Ook ontroerend: ‘La Closerie is een bevoorrechte deur tot de verbeelding’.
Valérie heeft het samengevat in een rekensom: een kostbare basis + variaties aan specerijen = duizend bestemmingen. Conclusie volgens mij: doe waar je goed in bent en laat de pr over aan mensen die er verstand van hebben.
Je ruikt Valérie’s nieuwe beleid terug in vier lijnen: Iris, Patchouli, Oud en Rose. Van laatste ontving ik een proefpakketje: Suède Rose Canelle, Pétale Rose Cardomome en Bois Rose Muscade. Direct twee associaties. De eerste doet denken aan Kelly Calèche van Hermès, maar dan iets zwaarder. De derde aan Rose Absolue uit de nichelijn van Yves Rocher door de kruidige toets.
Moet gezegd: de basis – roos – van de geuren is mooi, rond en vol, richting fluweel. De toegevoegde ingrediënten die je naar ‘duizend bestemmingen’ brengt, zorgen – moet ook – voor de nuanceveranderingen. Zo ruik je de kaneel in Suède Rose Canelle elegant, zonder te veel op de voorgrond te treden, en zit een honingspoor in het geheel die ervoor zorgt dat het suède lekker zacht blijft en achterblijft in een warme amberbasis.
In Pétale Rose Cardomome zorgt inderdaad kardemom voor een frisse dauwachtige toets, geeft een lentegevoel aan het geheel en dan kom je, qua vergelijking, al snel in een van de meer dan niet ommuurde 25 tuinen van Yves Saint Laurents Paris Premières Roses terecht – alleen blijft hier de ‘fluweelroos’ duidelijker op de voorgrond. Bois Rose Muscade is voor mij een ‘basisroos’ van goede kwaliteit – that’s it.
Vermeng je alle drie dan ben je ‘zo mooi als een roos’. Deze flauwiteit daargelaten, La Closerie des Parfums valt in de categorie instap-niche en zal in de smaak vallen bij mensen die moeite hebben met al die ‘moeilijke, artistieke en quasi-intellectuele merken van tegenwoordig’, maar toch de overstap van doorsnee naar ‘iets verfijnder’ willen maken. Ben dan ook benieuwd hoe La Closerie des Parfums de iris, de patchoeli en de oud hebben behandeld. Natuurlijk niet door Antoine en Hervé Madrid. Valérie lijkt ze met pensioen te hebben gestuurd. Voor de nieuwe creaties zocht ze contact met negen verschillende neuzen.