‘BOUDOIR-VETIVER’
‘BOERDERIJ-VETIVER’
1914? 2014? 1814? 1714? ON S’EN FOUT!

Ik ben echt aan het vetiveren. Die van Hiram Green gaf me de geest, maakte me weer enthousiast en besloot vervolgens een aantal andere onder de loep te nemen. Zie vorige post. En nu: Vétiver Royal Bourbon. Wat vind ik Oriza L. Legrand toch heerlijk. Verschillende redenen: ouder dan Guerlain, maar loopt daar minder mee te koop, eigenlijk pas du tout.
De geuren zijn klasse en ik geloof bijna zo goed als zeker dat die allemaal zo nauwkeurig mogelijk zijn gebaseerd op de oorspronkelijke formules. Ruik je bijvoorbeeld overtuigend ruikt in Chypre Mousse – die ruikt op een bepaalde manier ‘historisch’, is niet van deze tijd. En toch niet ouderwets omdat vetiver eigenlijk tijdloos is. Noemen we dan klassiek.
Hopelijk heeft het Oriza L. Legrand nu zijn definitieve vorm gevonden (de veranderingen waren voor mij niet echt nodig). De verpakkingen zijn groter, dus zogenaamd chiquer, de geuren nu alleen nog maar in verstuivervorm en er moest zowaar een kwast om de hals van de flacon. En dat merk je dus aan de prijs: in den beginne bij de relaunch van het merk 110, nu 130 euro.
Vétiver Royal Bourbon (debuut 1914, relaunh 2014) maakt gelukkig veel goed. Mijn fantasie wordt geprikkeld door de naam. Bourbon is de naam van de koninklijke familie die Frankrijk, van 1589 – met een korte tussenposes – tot 1830 regeerde.
De associatie is niet zo vreemd: in de Franse parfumwereld wordt overdreven veel gerefereerd aan het roemrijke verleden van al die koningen Lodewijken, hun paleizen, hun maîtresses, hun bijdrages aan de kunst en cultuur en wat dies meer zij. Zonnekoning-verblindende schone schijn in optima forma.
Maar de naam Bourbon slaat hoogstwaarschijnlijk op het gelijknamige eiland (om de hoek bij Madagaskar), ja inderdaad genoemd naar. En waar volgens de Fransen, chauvinistisch als ze zijn, de beste vetiver vandaan komt. Ben benieuwd wat de Haïtianen, Javanen en Indonesiërs daarvan vinden.
Hoe het ook zij, Vétiver Royal Bourbon is een topper. Het knappe: je ruikt eigenlijk helemaal niet zoveel vetiver, zo lijkt het. Wil zeggen: het droge gras (de geur wordt gewonnen uit de wortels) wordt omringd door allerlei noten die je in eerste instantie afleiden van de ‘core business’, maar uiteindelijk is het toch vetiver die je ruikt.
Niet fris-houtig zoals de vetivers uit de jaren vijftig, zestig en zeventig. Niet rokerig, niet naar zwarte thee neigend zoals zoveel nu-nichegeuren, maar kruidig groen.
De opening is direct raak wat groen betreft: geen klassieke citrusopening, maar een helder-scherpe munt-tijm-combinatie – alsof ik ze net heb geplukt uit mijn kruidentuin. Fris, levendig en opwekkend met aardse ondertoon. Hier voegt zich de vetiver bij. Gaat goed. Gaat nog beter in de follow up – een warme combi van cistus labdanum en iris (die je afwisselend ruikt) gekoppeld aan een mooie houttoets (sandel).
Zijn we pas op de helft. Lekker om te ruiken hoe de groene frisheid wordt vastgehouden tot de nasleep, want de munt-tijm-mix vloeit over in een schel-etherische jus van jeneverbes. Helder en toch warm. Laatste komt grotendeels op conto van de donkergroene en donkerbruine ondertonen: leer, tabak, eikenmos.
Klassieke macho-chic op niveau gebracht door zoetzachte benzoïne en dropachtige strobloem (vraag me alleen af of strobloem al in 1914 werd gebruikt in de parfumindustrie). Opvallend: op het eind ruik je haast geen vetiver meer, maar omdat het zich zo vanzelfsprekend in het begin heeft gemanifesteerd, mis je hem niet door die intense ondertonen.
Maria van www.parfumaria.com omschrijft Vétiver Royal Bourbon als een ‘boudoir-vetiver’. Eigenlijk heel goed getroffen. In de zin dat de vetiver door Oriza L. Legrand elegant en dandy-like wordt behandeld: vol, genereus en duidelijk waarneembaar voor anderen na het sprayen bij jezelf. En tegelijkertijd erg platteland door de frishheid van versgeplukte kruiden: ‘boerderij-vetiver’.
In ieder geval geen uit de grond getrokken vetiver, zoals die van Hiram Green, geen cliché-vetiver zoals die van Tom Ford en de remake van Guerlain uit 2000 (wordt die nog gemaakt of is Guerlain teruggekomen op de oude versie?), maar geraffineerd in de zin van bewerkt.
Het schijnt dat veel mensen bij een geur worden aangetrokken door de flacon en uitstraling van het merk. ‘Velen’ vinden Oriza L. Legrand daarom ouderwets en haken daardoor af. Jammer. Laat ze Vétiver Royal Bourbon blind ruiken, en ik weet bijna zeker dat ze denken met een heel hip, klein en vernieuwend nichemerk vandoen hebben.