NIETS IS WAT HET LIJKT
ZACHTER DAN ZACHT SANDELHOUT
KEER WAT ANDERS DAN LE LABO’S SANTAL 33
Was eergister mijn parfumatelier aan het opkuisen en dacht: ‘Hoe oud moet ik worden, om alle geuren hoogstpersoonlijk te hebben leeggespoten?’ 867? 1233? 2167? In ieder geval een soort van onsterfelijk. Kwam ik vervolgens ‘zo maar’ Concrete tegen. En dacht: ‘Hoe oud zou die Rei Kawakubo de oprichtster van Comme des Garçons inmiddels zijn? 867? 1233? 2167? In ieder geval soort van onsterfelijk. 80 blijkt, zo zie ik net.
Ik heb haar hoog zitten. Haar kleding begrijp ik niet (altijd). Of laat ik het zo zeggen: wat voor een ‘soort’ vrouw koopt en draagt deze museum-voor-moderne-kunst-mode. Nu zou je daar haar parfums ook onder kunnen scharen – ‘moderne kunstgeuren’. Niet dus. Ik kan me indenken dat anderen dat wel vinden omdat veel van haar geuren als moeilijk, te experimenteel worden gezien en dus, net zoals haar mode, niet echt draagbaar zijn.
Dat laatste is onzin. Álle geuren zijn draagbaar, hoe vreemd ze in eerste instantie ook moge klinken, hoe vergezocht de inspiratiebron ook moge zijn. Want in the end heeft een parfumeur – hoe weirdo zijn visie ook is – zijn beperkingen aangezien zijn palet niet een immer uitdijend olfactief universum is. Er worden natuurlijk nieuwe ingrediënten ontwikkeld maar die zijn allemaal gebaseerd op wat we kennen, wat de natuur en wat de cultuur aan olfactiefs schoons en/of vies in zich heeft.
In welke categorie valt Kawakubo eigenlijk? Moeilijk. Niche, experimentele niche, arti-farti, conceptueel, ‘draagbaar’. Voor mij is ze het allemaal gezien haar geuren in feite ook het hele spectrum beslaan. 101 inmiddels.
Concrete (2017) is typisch ‘des Garçons’, want de geur moet je op het verkeerde been zetten, ‘speelt’ met betekenissen om die vervolgens op te blazen. Hoewel je met een ervaren parfumeur de geur van beton zou kunnen vertalen (wat vervolgens een experimentele geur oplevert), doet Kawakubo het tegenovergestelde van wat ‘wij’ ons erbij voorstellen. Dus geen harde, grijzige en ‘kale’ geur met aqua-accenten, maar een geur gelijk een kasjmiersjaal. Sandelhout dus, dat je met een beetje fantasie als ‘vloeibaar kasjmier’ kunt beschouwen.
In het parfumvocabulaire heet een dergelijke benadering: destructie, constructie en creatie. En in interessant-onbegrijpelijk marketingtaal zeg je dan: ‘Concrete is een geur waar materiële preconcepties vernietigd worden om de weg vrij te maken voor iets nieuws’. Niet echt dus, gezien sandelhout al millennia-lang wordt gebruikt om zijn geruststellende, genot schenkende capaciteiten.
Dit klinkt ook lekker: ‘In een wereld waar beton alomtegenwoordig is, het alledaagse weefsel van stedelijke stadsgezichten, krijgt het nu een ongelijksoortige context: het uniek verfijnde rijk van de parfumerie; het prozaïsche als kostbaar behandeld; stereotypen ondermijnd’. Je hoort het de parfumeriemedewerker in de Bijenkorf tegen een potentiële koper zeggen.
Die Bijenkorf kan er trouwens wat van. Dit lees ik op de site over Concrete. Heerlijk die nalatigheid, onzorgvuldigheid en ‘zal wel’-houding die zoveel online-winkels kenmerkt. Degene verantwoordelijk voor de content, weet duidelijk niet waar hij/zij/hen het over heeft. Bij het opsommen van de Concrete-ingrediënten, meldt de dombo (of zou het – een slecht gevoede kunstmatige intelligentie zijn?) dat het hart naast roos-oxide ook jasmijn en sambak bevat. Is het werkelijk? Geen sambacjasmijn?
Maar wat is nu typisch ‘des Garçons’? Een nadruk op donkere specerijen, warmte – komijn, kardemom en kruidnagel in dit geval. Altijd prettig om deze stoffige, pittige en beetje broeierige sfeer te ruiken. Ik herken hierin haar eerste geuren voor een groter publiek, zoals 2 (1999) en 2 Man (2004). Al door ruikend valt op hoe ‘niche-klassiek’ de compositie is. En hoe lekker. Het bloemige hart van rozen-oxide (perfume-dummies: geurstof voorkomend in rozen en rozenolie. Draagt ook bij aan de smaak van sommige fruitsoorten, zoals lychee, en wijnen, zoals gewürztraminer).
Dus een ‘roodzoete’ sensatie vermengd met de helderheid van jasmijn (hoe klassiek wil je het hebben?) die de kruiden mooi in zich opzuigt en even elegant weer doorgeeft aan de basis. Veel sandelhout (ik vermoed Australische) en veel warm-droog cederhout vermengd met volgens mij een aantal niet genoemde zachtmakers (cashemeran?) en een poederige musk om het fluweelhouten-effect te versterken. Mooi, zacht, elegant om concreet te zijn.
Dus op zoek naar een aangename warm-kruidige houtgeur? Neem Concrete. Keer wat anders dan Santal 33 van Le Labo.