DE GEUR VAN REGEN OP NUMMER 1
IN DE CANON VAN DE NEDERLANDSE NATUUR
Nou ja, dat is leuk en fijn, of toch niet? De geur van regen, ofwel ‘grondgeur’ staat op nummer 1 van de Canon – ja hoor, we hadden’m nog niet – van de Nederlandse natuur. Geschreven door Dick de Vos, natuurjournalist en -gids. Uitverkorenen op de lijst zijn soorten kenmerkend voor onze leefomgeving. De regengeur wordt gevolgd door – niet in orde van populariteit/importantie – onder meer de merel, de brandnetel, de vliegenzwam, eikenmos, de aardhommel, de grutto, de dodemansduim, de haring, de knotwilg. En ook – merkwaardigerwijze – de inmiddels uitgestorven maashagedis (in 1778 opgegraven in Limburg).
De kenmerkende geur van regen, of beter gezegd van grondgeur dat is – ik citeer – ‘de fijne aardse lucht na een flinke regenbui die je ‘s zomers kunt opsnuiven. De zware, zoete geur wordt ook wel petrichor genoemd veroorzaakt door geosmine; een soort alcohol afgescheiden door micro-organismen die op en in de bodem leven’.
Ik vraag me alleen af of de geur van een regenbui, typisch Nederlands is. Deze geur kun je in alle noordelijke contreien op dezelfde manier ervaren lijkt me. Een plensbui in Hamburg, zal qua geursensatie niet veel verschillen van een plensbui in Amsterdam, Brussel ‘en regen zo maar door’.
De parfumindustrie slaagde er midden jaren zestig in om deze natuurlijke, kortstondige olfactorische ervaring te consolideren via het synthetische molecuul calone – een watergeur die doet denken aan gejodeerde lucht met hints van groen, anijs en meloen – in de loop van de jaren uitgebreid met andere, langer houdende waterachtige sensaties met ozonachtige nuances zoals azuzone, evernyl, oceanol en algenone.
De geur van regen in ‘echte’ geuren, was een tijdje populair. Maar dan meer als begeleider en sfeermaker in een geur dan als hoofdcomponent. Meer om bloemen een water-, dauw- en orangerie-achtige sensatie te geven – zoals Antonia’s Flowers, Calyx van (nu) Clinique en de Jardin-geuren van Hermès – dan om het pure ‘plensgevoel’. Goed voorbeeld: Rain van Marc Jacobs.
Regen letterlijk opgevat: Demeters Petrichor, en in Demeters’ bibliotheek zit ook nog Rain en Thunderstorm. En als je beetje gaat googelen naar water- en regenachtige geuren – denk ook aan zeeën, rivieren, beekjes, meertjes – kom je van de regen – so to speak – in de drup.
Het kan natuurlijk ook chic, kom je ‘toch weer’ bij Guerlain terecht. Vintage, tijdloos en zoals parfum eigenlijk hoort te zijn, sprak de ouwe geurzeur: Après l’Ondée (1906) en Quand vient la Pluie (2007). Ik heb ze alle twee en ruik af en toe aan ze om in mijn gelijk bevestigd te worden.
Wat ik me tenslotte afvraag: zou Dick de Vos op de hoogte zijn van attar mitti uit India? Ofwel, ‘gebakken aarde’ die de geur van vallende regen weet te vangen, zoals je kunt lezen in mijn Ici India XL-verhaal. Nog iets: als de inmiddels uitgestorven maashagedis tot de canon van de Nederlandse natuur wordt gerekend, dan weet ik ook nog wel een bijna uitgestorven ‘typische Hollandse glorie-sensatie’: de geur van gemaaid gras, gemaaid hooi op een zomerse dag, meegenomen door een briesje over een zandweg, dat zowel zoete, groene, kruidige en weeïge noten in zich heeft.
Hoewel het golvend koren en gras is verdrongen door mais, zie (en ruik je dus) tegenwoordig voorzichtig de geur van hooi weer terug. Van een echte comeback is alleen nog geen sprake.