DE TOVERHAZELAAR MAAKT ZIJN NAAM WAAR
EAU DE HAMAMELIS
Geurengoeroe is sinds kort trotse eigenaar van een landelijke tuin gelegen in Drenthe vlakbij de Duitse grens. Zijn doel: deze te transformeren tot een parfumoase waar zoveel verschillende mogelijk geurende bomen, planten en bloemen de mogelijkheid krijgen hun aroma’s te verspreiden. De pogingen hiertoe, meldt hij vanaf nu ook op www.geurengoeroe.com omdat een van zijn nieuwe doelen is: mensen bewuster (te) maken van geur in hun directe, dagelijkse omgeving. Ontdek je daar de charme van, dan ga je geuren in de parfumerie anders benaderen. Kom je er misschien daardoor ‘vanzelf’ achter welke geuren je nu eigenlijk pas lekker vindt. Die geuren hoeven niet altijd een natuurlijke oorsprong te hebben. Ik heb zonet in het dorp verder op getankt, en toen viel me weer eens op dat benzine ook een aangename olfactorische kant heeft.
Dat wordt trouwens nog hard werken want de vorige eigenaar had de tuin daar niet op ingericht. Afgezien van de oude, zeer verwaarloosde boomgaard, maar die is – zo blijkt – door de vorige, vorige bewoners long way back geplant. Toch bloeit er nu al, de stormen en regenbuien tartend, een struik die een prachtige geur verspreidt: de Chinese toverhazelaar.
Dit schreef ik een week geleden, maar nu ik in de tuin dít schrijf, ruik ik de Hamamelis mollis nog steeds, zij het minder uitbundig. Hiervoor moet je je neus trouwens wel diep in de bloesems steken. Opvallend: de Hamamelis mollis verspreidt een ‘volledige’ geur. Hoe te omschrijven? Poederachtig, honing, zacht met opvallend sterk bloemige noten die doen denken aan mimosa maar dan iets houtachtiger. Tijdens het snoeien van de bramenstruiken ontdekte hij nog een andere soort: een kruising die Hamamelis x intermedia (zie foto) wordt genoemd alleen met een minder prominent parfumspoor.
Geurengoeroe vraagt zich dan af: kun je hier niet de headspace technologie op toepassen? Want ik weet zeker dat Eau de Hamamelis is de smaak zal vallen. Want dit is nu precies wat zich veel mensen bij een natuurlijke geur voorstellen – denk lindebloesem, denk bloeiend klaver. En zoals al eens eerder vermeld: deze technologie is een mooie uitvinding, alleen weet je vaak door de omringende ingrediënten niet hoe een bloem, een kruid, een houtsoort nu specifiek ruikt – de bijzonderheid gaat verloren in de totaalcompositie.
Verder valt er nog niet veel te ruiken, behalve dan af en toe en in slierten, de geur van veen en gier – nu is het moment dat boeren de akkers bemesten – vermengd die van mos, vermolmd hout en vochtige aarde. Met af en toe het wonderlijke effect van Robert Piguets Bandit (1944) maar dan in ongeconfectioneerde staat.