F*CK TERRY DE GUNZBURG!
F*CK THEM ALL!
GEURENGOEROE TOCH!
Volgens The New York Times (een krant) neemt de belangstelling voor long reads toe. Zit ik even goed. Hier is er een. Ook zegt deze krant dat je nu moet schrijven alsof je een podcast presenteert. Zit wel goed bij mij, I suppose. Enjoy!
Ik gun iedereen een gul en (financieel) rijk leven. Maar sommigen hoeven dat niet aan parfum te danken te hebben. De reden: ze hebben er door hun beroep niets mee vandoen. Velen vinden/denken door begripsverwarring van wel. Lastig, want je kunt ook zeggen ‘Who cares!’ Ik zeg: ‘I do, I do, I do!’
‘Deze ‘sommigen’ maken het voor mensen die uit – nu volgt een vreselijke typering; kan even niet iets anders vinden – pure passie het vak parfumeur uitoefenen wel een stuk moeilijker.
Want het voordeel van deze ‘sommigen’; hun naamsbekendheid. Dat hebben ‘pure passie parfumeurs’ meestal niet. Deze ‘sommigen’ hebben vaak een link met mode, lifestyle en beauty. En parfum wordt – logisch – vaak in een adem genoemd met deze bedrijfstakken. Helaas.
En iedereen – lees: de lifestyle- en modewereld – vindt het natuurlijk geweldig wanneer deze ‘sommigen’ een parfumlijn aan hun naam verbinden: ‘Wat creatief!’, ‘Ongelofelijk!’, ‘Een verrijking voor de parfumwereld’ en meer van dat soort plichtmatige huldetaal, eigen aan glamour-lifestyle-journalistiek, zie je dan op de socials verschijnen.
Geuren van deze ‘branchevreemde’ begonnen me voor het eerst te irriteren bij Terry de Gunzburg – is dat alweer tien jaar geleden? Zij is/was een beroemd visagiste die voor zichzelf begon. Eerst een cosmeticamerk. De beautywereld was dol op haar. Logisch: altijd leuk om een nieuw, nog niet door de ‘grote jongens’ opgekochte merk te steunen.
‘Maakt ze ook geuren?’ Yep. Première in 2012 met een kwintet, inmiddels kan ze een ‘bar à parfums’ openen. In 2019 verscheen haar achttiende: Be Mine. Corona gooide roet – zoals bij de meeste brands – in het parfumorgel, maar ik verwacht dat De Gunzburg de pijpen binnenkort weer laat fluiten van plezier.
Nog een voorbeeld. Ik ga nu mensen tegen het zere been trappen: By Kilian. Is dat alweer dertien jaar geleden? Categorie: verondersteld mooie geschoren jongen met de juiste vinkjes belegd met bladgoud (kleinzoon van de oprichter van Hennessy cognac). Hij stapelt cliché op cliché met zijn (in 2007 al) boudoir-boring en bla-bla-bla-forbidden love geïnspireerde geuren. Hij geeft ze als extraatje bling bling-allure. Precies op tijd dat wel. Natuurlijk zijn de geuren goed, mag voor die prijs. Natuurlijk is hij gekocht door een Estée Lauder. Ga zo door. Wat alleen ontbreekt; bezieling. You want proof: meer dan 70 geuren inmiddels.
Nu we toch bezig zijn met branchevreemd-gelieerde geuren. Diana Vreeland. Is dat alweer zeven jaar geleden? Komt geen zoon, maar een kleinzoon van haar erachter dat omalief ooit een meedogenloze influencer was – een Anna Wintour avant la lettre. Bekend om haar in kleine kring legendarische opmerkingen die hij als naam passend vond om op parfumflacons te plakken: Smashingly Briljant, Simply Divine en Outrageously Vibrant. Tis leuk, de flacons zijn letterlijk kleurrijk en de geuren tóch inwisselbaar; die tappen allemaal uit hetzelfde nichevaatje. Dus vol, je ruikt echt wel wat, maar in the end voorspelbaar: amber this, tuberoos that, neroli zus, oudhje zo.
Ik weet natuurlijk ook dat het om de poppetjes gaat, niet op de parfummetjes. En ieder decennium heeft zijn populaire protagonisten. Maar met dit parfumpoppetje heb ik echt moeite: Carine Roitfeld – inmiddels een parodie op een belangrijke modestilist, en geloof ik de uitvindster van de chic heroine-look. Dat zie je.
Juicy: ik zat een keer naast haar tijdens een parfumlanceringdiner in Parijs (Jil Sander geloof ik) toen ze nog hoofdredacteur was van Vogue Paris. Ik heb nog nooit zo’n verveelde ‘ik-voel-me-hier-te-goed-voor-maar-de-advertenties-hè’-modegeval ontmoet. Als ik iets geanimeerder was geweest, had ik waarschijnlijk dit stukje niet getikt. Maar ik durfde niet, voelde me heel onprettig, ongemakkelijk en ongelukkig met haar in de buurt.
In ieder geval, met 2.3 miljoen volgers op Instagram – op een post staat ‘I breathe fashion’ – is de rekensom snel gemaakt. Stel dat drie procent daarvan een van haar geuren koopt, heb je 69.000 flacons verkocht – genoeg om een producent te interesseren. Lukte. Vreemd dat die haar niet hebben geadviseerd om eerst met make-up te komen (zwarte eyeliner en zwarte nagellak; toch trademarks van heroine chic). Maar nee hoor, hupsakee, zeven geuren in een keer op de plank. Vernoemd naar haar lovers – hoe origineel! – en onlangs nog een. Die heet gewoon, zeg maar Carine. En natuurlijk gemaakt door een van de beste neuzen – Dominique Ropion. Met onder andere haar ‘fetish’-ingrediënt: patchoeli. Zal wel niet, ouwe Ab Fab-hippie.
Kijk, deel een: voor Tom Ford maak ik een uitzondering. Ook een beetje ‘branchevreemd’, maar hij heeft de nicheparfumerie wel naar een breder publiek gedirigeerd zonder goedkoper (in prijs en compositie) te worden. Laat dat maar aan de licentiehouder The Estée Lauder Companies over: die weet van bijna elk merk dat het opneemt in hun portofolio, de eigen-gereid-heid aan te scherpen, uit te vergroten. Alleen, Tom Ford maakt ook too fucking fabulous much geuren: ook al meer dan 70. Ik zou wel de persoon willen ontmoeten die ze allemaal heeft.
En tot voor kort had ik ook een zwak voor Agent Provocateur. Alles klopte voor mijn gevoel. De eerste: een chypre zonder eikenmos en toch een authentiek chypre-gevoel. De volgende drie ook, inclusief de humoristische ‘kinky’ extensies. Maar sinds Fatale Pink (de naam alleen al) één en al treurigheid.
Mijn punt: Terry de Gunzburg, Diana Vreeland, Carine Roitfeld, By Kilian en al die andere ‘sommigen’ verminderen de kans dat de gemiddelde de consument ooit in contact komt met ‘pure passie-parfumeurs’ zoals Andy Tauer, Hiram Green, Parfum d’Empire, Gorilla Perfume, Bruno Acampora, 4160TuesDays, Pierre Guillaume, Etat Libre Orange (for that matter), Humiecki & Graef, Kerosine en al die andere (tientallen inmiddels) die ik natuurlijk vergeet (scroll even door mijn blog en je komt ze tegen).
De omvangrijkste groep die het verpest voor de echte vakmensen zijn natuurlijk de celebs met hun overbodige geuren die vaak een belediging voor de branche zijn. Misschien wel de aller-aller-ergste: Beyoncé. Of was het nu Lady Gaga? Of Paris Hilton? Of Jessica Simpson? Christina Aguilera? Antonia Banderas? Enrique Iglesias? Lionel Richie? Michael Jackson? Michael Jordan? Noem me één geur die na een paar seizoenen nog te koop was. Nou vooruit Britney Spears. De eerste blijkt in dit geval toch weer de beste: Elizabeth Taylor met haar Passion in 1987. Nog steeds te koop. Niet verder vertellen: toch mis ik Celine Dion een beetje.