VAN GEURDEPRESSIE NAAR PARFUMEUFORIE
KAFF VAN HET KOREN
Jaar van lancering: 2016
Laatste aangepast: 20/02/2018
Neus: Paolo Terenzi
Typisch voorbeeld van beroepsdeformatie onlangs. Ik zie in een tweedehandswinkel (Lelystad) In de schaduw van mijn geluk, de autobiografie van Brook – former topmodel – Shields. Lees, ondertussen verbaasd over het feit dat het boek überhaupt in het Nederlands is vertaald, op de achterkant ‘met veel kennis van zaken beschrijft ze het diepe dal van haar postparfumdepressie’. Hè, ik ben niet alleen. Eindelijk erkenning van een vergeten groep. I knew it, I knew it. Staat het er echt? Nog een keer lezen. Niet dus. Wel: postpartumdepressie. Één letter verschil – geen t maar een f – die vormgeverstechnisch veel overeenkomsten heeft.
Ik las het waarschijnlijk ‘bewust verkeerd’ omdat de stoornis, ziekte, dipje of hoe je deze gesteldheid ook wilt-moet noemen, naadloos aansloot bij mijn gemoed: ook dit seizoen weer een vloedgolf van nieuwe, inspiratieloze ‘uit-hetzelfde-vaatje’-geuren op parfumketenniveau met daaroverheen nog wat nichegolven.
En toen kreeg ik Kaff cadeau van The Scent Company. Weg postparfumdepressie. Niet dat de zon begon te schijnen – daar is de compositie niet naar – maar ik zat als een kat tevreden spinnen en kopjes te geven. En was het nou toeval of niet? De geur deed me heel sterk denken aan een van de beste irisgeuren ooit gemaakt maar niet meer in de handel vanwege de schaarste aan, kostprijs van en verbod op bepaalde ingrediënten en het feit dat het merk ‘niet meer echt bestaat’: Iris Gris van Jacques Fath uit 1947. Slechts korte tijd op de markt en daardoor omringd met een mystieke status. Iris Gris achtervolgde mij ook op een bepaalde manier, bleef in mijn gedachten rondhangen.
Ik heb’m ooit geroken, lang geleden toen ik nog niets van geuren wist – mijn eerste fascinatie voor parfum ontstond door advertenties die ik zag in oude, voornamelijk Franse kunsttijdschriften uit de dertig en vijftig van de vorige eeuw. En dan zit je vervolgens ‘in ene’ op verloren dag in januari bij de Osmothèque in Versailles (waar alle oorspronkelijke formules van maatgevende parfums worden bewaard; een verhaal volgt) en wordt gevraagd welke geur je nóg wil ruiken – nadat alle originele versies van talloze klassiekers mijn neus zijn gepasseerd. ‘Je veux bien, Iris Gris s’il vous plaît’. Het betrof een ‘verse’ editie, gemaakt op basis van het originele recept ter lering en vermaak voor neuzen.
Stel je er dit bij voor: Iris Silver Mist (1992) van Serge Lutens in overdrive – maar dan koeler, afstandelijk, meer verheven en – komt die weer – gelaagder. Met wortel en al uit de natte aarde – denk terracotta – getrokken en door een alchemist met nieuw bedacht extractiemethode gevangen, gestold in een geur. Zo lijkt het wel. En vooral mysterieuzer door dat zoetige, fluweelfruitige accent dat in het geheel is opgenomen. Een gedenkwaardige ontmoeting die je af en toe doet beseffen dat de beste geuren ever eigenlijk al lang geleden zijn gemaakt. Of ben ik nu aan het geurzeuren?
Misschien wel want Kaff maakt heel veel goed, stelt de irisgeuren die couturehuizen hebben in hun nichelijnen in de schaduw. De makke van deze groep: in negen van de tien keer wordt de frisse, poederige kant benadrukt – schoongewassen, helder, clean, lucht. Geen aarde, geen natte klei.
En de naam Kaff is leuk, tenminste als je gevoelig bent voor ‘de sterren die daar fonkelen aan het firmament… die je eigenlijk doen beseffen dat je maar een nietig schepsel bent’ (luister naar Duo Hofman uit 1927). Ik wel en steeds gevoeliger, vooral sinds ik in Drenthe woon en mijn achtertuin geen last heeft van lichtvervuiling – de hemel presenteert zich af en toe als een toneeldoek van Caspar David Friedrich (op dit moment te zien in het Groningermuseum als onderdeel van de expositie De Romantiek van in Noorden). Wat je daar niet allemaal ziet in het oneindige… Geurengoeroe een nietig schepsel indeed.
Onder andere het sterrenbeeld Cassiopeia waar Kaff (of Caph, of Chaph, of ‘de bult van de kameel’) onderdeel van is. Kaff ‘stal’ de naam van de w-worm van het sterrenbeeld. De vijf sterren van de ‘w’ spreiden zich uit als de vingers van een gestrekte hand. De naam Caph komt uit het Arabisch. Betekent ‘de gekleurde hand’, verwijzend naar de traditionele cosmetische kleuring door henna. By the way: Kaff is onderdeel van Tiziana Terenzi’s sterrencollectie. Andere die schitteren zijn Cas, Cassiopeia, Draco, Dubhe, Tabit, Tyl, Ursa – en de bekendste ‘bij ons’- Andromeda en Orion. Ik durf die eigenlijk niet te ruiken. Stel dat ik ze allemaal even lekker vind als…
WAT KAFF IK EIGENLIJK?
Dan de geur. Alles klopt. De prijs is er naar: 100ml € 360,00. Puur parfumextract. En mist zijn uitwerking niet. Ga maar na: de Poolse klusjesman die werkt bij het Thomashuis in Venhuizen (waar mijn tweelingzus woont) kwam afgelopen maandagochtend extra belangstellend op me af en zei dat ik een prachtige, chique geur droeg. Ik had slechts drie sprays op (twee in mijn hals, een op de linkerpols). Ik moest de naam voor hem opschrijven terwijl hij en passant zijn ‘geurcodes’ uitlegde. Leuke kijk: voor naar het werk goedkope geuren. Denk Paco Rabanne, Calvin Klein en consorti. Voor speciale gelegenheden, speciale geuren. Hij geeft me de volgende keer een lijstje.
Ik weet alleen niet of ik Kaff een bloemige, woody muskgeur moet noemen. Vooral ‘bloemige’ zetten je op het verkeerde pad. Voor mij is iris niet bloemig, maar aards. En de magnolia in het hart bloeit voor mij slechts als een accent – zorgt voor een even fonkelen van de compositie. Maar eerst de opening: quelle elegance! Maar wel een soort van ruig en toch uitgebalanceerd. Want de gember springt er niet te tranentrekkerig uit (iets tegenwoordig te vaak het geval) want goed in toom gehouden door jeneverbes en roze peper. Bergamot zorgt voor een mooi klassiek-frissen omlijsting. En toch ruik je de iris al. Wordt melding gemaakt van de witte variant. Verschilt niet van geur volgens mij van de iris in het hart – die is zó vol, zó rijk dat je hier de concrète ruikt. Zwevend tussen koel en stoffig. Het lijkt alsof je aan allemaal verschillende iriswortels snuffelt – iris als een spectrum.
De ruigheid, maar nu gepolijst, wordt in het hart voortgezet met leer en amber. Meer leer dan amber… en komt allemaal prachtig samen in de sterke houtbasis – een strakke mix van ceder- en sandelhout een ietsiepietsie sensueel gemaakt door tonkaboon. En het lijkt hoe langer de geur zich ontwikkelt de kruidige noten van de opening doorsijpelen naar de basis en dat de iris eigenlijk plaatsneemt naast het hout in plaats van erin te verdwijnen.
Wat moet het leuk zijn om als neus aan deze exercitie te werken. Hiermee vergeleken worden zoveel andere nichegeuren voorspelbaar, tam en duf. Taff is geen niche, maar überniche. Klinkt alleen zo bling-bling. Het is eerder ‘artisanal’, vakwerk, handwerk, want de geur neemt je mee, doet je dingen afvragen, en maakt je blij dat dit óók nog gemaakt wordt. We eindigen met een lekkere woordspeling: Kaff scheidt zich van het koren, kadert wat waardevol en waardeloos is. De ‘rijke’ gouden omdoos en ‘uitstalling’ had voor mij niet gehoeven. Te goud-goud. Onnodig en leidt misschien af; je zou aan de inhoud kunnen gaan twijfelen.