1909 OF 2009?
ACTUEEL IN ALLE OPZICHTEN
Jaar van lancering: 1909
Laatst aangepast: 13/03/18
Neus: onbekend
Had Geurengoeroe als blog in 19018 bestaan, dan was hij very very enthousiast geweest over de ontvangst. Qua naam dan. Tuinen, die werden toen nog nauwelijks aangelegd in de parfumerie. Alleen die van Guerlain was geopend: Dans le Jardin de mon Curé (1895). Nu struikel je erover. De meeste tuinen hebben dezelfde soort entrée en er groeien en bloeien meestal dezelfde bomen, struiken en planten in dezelfde perkjes.
Een parfumtuin is vaak betoverd, mysterieus, een droom, een belofte, toevluchtsoord voor verliefden en – voor het mooie plaatje – luchtjongleren er heel veel vlinders rond en wordt er heel wat af gekwetterd. Tuingeuren hebben in naam altijd iets melancholisch omdat je weet dat je het olfactorisch voorgestelde in het echt zelden, eigenlijk nooit ervaart.
Le Jardins d’Armide van Oriza L. Legrand is anders aangelegd (met bekende en minder bekende bloemen), want een fantasietuin bedacht door de Italiaanse renaissancedichter met een van de mooiste voornamen die ik ken: Torquato Tasso (1544-1595). Je treft de tuinen van Armide aan in zijn beroemdste werk (die heel veel kunstenaars heeft geïnspireerd waaronder de – anonieme – neus van Oriza L. Legrand): Gerusalemme liberata.
Een zeer vrije en zeer fantasierijke interpretatie, zeg maar alternative facts van de confrontatie – met een ietsiepietsie nogal lange nasleep doorsijpelend naar nu – tussen de christelijke ridders onder leiding van Godfried van Bouillon en de islamitische bewoners van Jerusalem tijdens de eerste Kruistocht. Een subplot in het gedicht is de verliefdheid van de ‘moslima-tovenares’ Armida op ridder Rinaldo (die zij in eerste instantie wil vermoorden). Ze ontvoert hem naar een betoverd eiland waar zich dus haar beroemde tuinen bevinden. De verliefdheid blijkt wederzijds en ze leefden nog lang en… zoek dat lekker zelf uit.
Volgens de (bewust of onbewust) amateuristisch aandoende site van het huis (alsof internet als communicatie- en verkoopplatform in 1909 net is ontdekt) is de geur daarnaast een hommage aan ‘legendarische tuinen en vrouwen die ze hebben gesymboliseerd’. Ik ken er persoonlijk geen.
WAT JARDINS D’ARMIDE IK EIGENLIJK?
Hoe moet je deze geur omschrijven: vintage en toch weer niet. Er zit iets sleets, lang-verstopt-op-zolder aan dat je tegelijkertijd ook weer kunt associëren met gourmand. Want door de poederige vanillezoete- en amandelachtige basis (vanaf het begin waar te nemen) ontstaan er associaties met koekjestrommel, maar dan zonder opdringerig gourmand te willen zijn.
Andere indruk bij eerste kennismaking: is dat alles? In ieder geval niet iets wat je je bij een tuin vol bloemen voorstelt. Ander associatie: jaren geleden was ik een keer in het inmiddels gesloten parfummuseum in Winkel (Noord-Holland). Ik kon ruiken aan een aantal oude vergane vergeten geuren (Paquin, Schiaparelli, Patou, dat werk). Wat me altijd is bijgebleven: alle leken te eindigen als N°5 (1921) van Chanel. Ik wist toen nog niet dat aldehyden de oorzaak hiervan waren die als een soort residu op de bodem van de flacons bleven liggen.
Opvallend in deze: Australian Perfume Junkies maken bij Jardins d’Armide gewag van een hairspray- en nagellak-feel. Dat zijn dus volgens mij dus aldehyden (niet als ingrediënt opgegeven), weliswaar hier superzacht ingebed. Ze geven een soort chique gloed over het geheel als een ondergaande zon. Je neemt ze bijna niet waar, maar toch.
Verdiep je je in deze tuin, dan valt op dat er geen dauw op de bloemen ligt (iets wat nu in negen van de tien nieuw aangelegde tuingeuren het geval is), wel een hint voor mijn gevoel van groen (munt) en hooi (coumarine). Het is hoogzomer, de bloemen hangen kantje boord, staan op het punt van verwelken, tonen nog even al hun olfactieve kracht voor ze ‘zich erbij neerleggen’.
De charme van de geur: de sentimentele en bekende combi van iris, oranjebloesem, roos en viooltje wordt anders door blauwe regen en anjer. Deze geven een licht gepeperde, maar vooral extra poederige draai aan het boeket dat in de basis enorm wordt versterkt, wellicht een beetje overdreven door honing, amandel, tonkaboon en musk.
Van laatste is de dierlijke noot (die toch in de originele versie moet hebben gezeten) er helemaal uit gezeefd. Hierdoor past Jardins d’Armide hierdoor helemaal in de trend van lichtbloemige, licht ‘gourmandige’, poederachtige en musk geuren van nu. Hier schrikken jonge meisjes dus helemaal niet van waardoor deze geur een mooie kennismaking met niche en vintage is.