OMG! OH MON GUERLAIN!
RETRO-GEVOEL MET EEN CLEANPOEDERPARFUM
Jaar van lancering: 2017
Laatst aangepast: 11/03/17
Neus: Thierrry Wasser, Delphine Jelk
Ben al dagen aan het klooien met de analyse van Mon Parfum. Ben al drie keer begonnen en nog steeds niet tevreden. Eerst de Angelina Jolie-invalshoek – die wordt bijna heilig verklaard in het persbericht. Toen de – voor mij – kitchy promofilm (kom ik op terug). Dan het retrogevoel dat het geheel oproept door de flacon.
Of zal ik dan toch maar met de borstklopperij en zelffelicitatie beginnen waaronder het persbericht bijna bezwijkt… Allemaal rondtrekkende bewegingen om het maar niet over de geur te hebben. Die heb ik nu al een stuk of dertig keer rondgesprayed – maar nog steeds gebeurt ‘het’ niet. Geen verrassing, geen verwonderen, geen verdieping. De twijfel nabij, Mon Parfum op toernee genomen langs vrienden, bekenden en kenners uit het veld. ‘Hier, moet je eens ruiken, wat vind je ervan?’ Blinde test. Ik liet in eerste instantie niets los. De gemiddelde reactie was gemiddeld. Nicht himmelhauch jauchzend, nicht zu Tode betrübt. Bij de onthulling van het huis en de opmerking dat het een grote lancering betrof: teleurstelling uitmondend in onverschilligheid. De algemene teneur: Mon Parfum is het resultaat van een doorgedraaide parfumwereld. Ik voeg eraan toe: geregeerd door marketing. En daarop word je all the way getrakteerd in het persbericht.
Het is natuurlijk allemaal goed bedoeld, maar voor mij is het allemaal een beetje teveel van het goede. Dat merk je vooral aan het opzichtig etaleren van zowel de knowhow van het huis als die van de neus. Vroeger vanzelfsprekend dus overbodig te vermelden, nu wordt alles uit de kast gehaald om duidelijk te maken dat Guerlain anders is dan de anderen. Wisten we toch al? Alleen al gezien het feit dat de toptiengeuren van de ketens in negen van de tien gevallen een modeachtergrond hebben. Neem daarbij dat Guerlain (anno 1828) kan buigen op een lange en rijke geschiedenis. Aan storystelling dus geen gebrek.
Alleen moet het parfumorgel met zoveel cliché-fuga’s (in een soort van jipenjanneke-taal: een vorm van meerstemmigheid waarin gevarieerde herhaling een hoofdthema is) bespeeld worden? Thierry Wasser zegt: ‘Ik voel altijd dat onweerstaanbare verlangen naar elders, naar steeds verder gaan in het zoeken naar nieuwe geuren.’ Lijkt met logisch – je bent een ware neus of niet. En: ‘De leidraad bij mij, net als dat van mijn voorgangers, is de passie voor fijn vakmanschap, de bewondering van de knowhow van handwerkers, voor authentieke ontmoetingen en oprechte gevoelens.’ Ik bedoel: toch vanzelfsprekend?
Het wordt pas interessant als hij het tegenovergestelde zou beweren en dan toch nog een goed parfum afleveren. Of neem deze: ‘Mon Guerlain is het concentraat van echte menselijke relaties van het soort dat maakt dat we iets ‘authentieks’ creëren. Al deze – van het veld tot het laboratorium – doorleefde en gedeelde emoties worden de geurnoten van Mon Guerlain, een parfum gecreëerd voor een buitengewone, oprechte en authentieke vrouw’.
Slik, slik, slik: deze vrouw heeft bijna iedereen in mind bij het maken van een geur. In vergelijk was de boodschap van Insolence (2006) prikkelender en de promoclip ook. In die van Mon Guerlain – met de titel Notes of Woman gemaakt door een héél belangrijke filmregisseur – zien we een gedachtenspel gevisualiseerd tussen een vrouw en een ‘lekker ding’ die de rol van parfumeur speelt ‘ten prooi aan de kwellingen van het creëren van een veeleisend en schitterend parfum’. By the way: een parfum kan niet veeleisend zijn, een ‘opdrachtgever’ – Angelina Jolie in dit geval – wel. Enne: ook niet leuk voor Thierry Wasser zou je denken: ingewisseld worden voor een jeugdiger versie om de link maar niet te missen met…
Ja het is mooi, ja het is sfeervol, ja very romantic, yes… very boring want al zó vaak gezien. Ik verwacht, ik ‘eis’ meer van Guerlain. Waarom? Omdat het huis zelf de lat zo hoog legt. Het speelt alleen nu op safe en leunt te veel op zijn ‘retro-erfenis’ – zie de flacon, voor het eerst door Guerlain gebruikt in 1908 (ontworpen door Gabriel Guerlain). Ik hou het er maar op – je moet toch wat – dat Guerlain onderdeel is van het beursgenoteerde LVMH en dus mee moet doen met de marketing-hurlyburly anders wordt het op de vingers getikt door de algemeen directeur.
WAT MON PARFUM IK EIGENLIJK?
Voor mij is Mon Guerlain een variatie op een te populair thema: clean, poederig-musky dat alle accenten snel naar de basis verschuift. In volle teugen genieten van intro, hoofdthema en grande finale is er niet bij. Ja, ik weet heel veel (jonge) vrouwen zullen het lekker vinden. Maar is het niet – ik haat de omschrijving – spannender die te trakteren op iets gewaagder, meer uitgesproken. Laat ik het zo dan schrijven: als Mon Guerlain een nieuwe variatie op La Petite Robe Noire (2012) was geweest – ‘The Red Carpet Edition’ – dan had ik er vrede mee gehad.
Vanille, lavendel, sambacjasmijn en sandelhout zijn de hoofdbestanddelen. Vooral de eerste twee zijn belangrijk – en ruik je direct – want dit ‘nieuw type akkoord’ maakt het mogelijk ‘los te komen van de man-vrouwtegenstelling, de tweeslachtigheid, doordat het zich richt op de verzoening van de geslachten. Dit geeft Mon Guerlain zijn kracht en moderniteit.’ Aldus Delphine Jelk die Thierry Wasser assisteerde. Maar neuzen, dit is al zo vaak met lavendel gedaan.
Guerlain deed het vorig jaar zelf nog met Mon Exclusif dat gelijk Mon Guerlain, Jicky (1889) als een soort van referentie had. Vervolgens ruik je jasmijn, maar niet als pure jasmijn, meer als een idee van bloemen. En het sandelhout is voor mijn gevoel besprenkeld met allerlei zoetigheden die richting gourmand gaan, het zij zeer beschaafd. Dat past dus helemaal bij de trend van nu.
En w
at is de indruk van de belangrijkste draagster, Angelina Jolie? ‘Het is mijn onzichtbare tatoeage, mijn parfum, mon Guerlain.’ Tuurlijk, en haar band met Guerlain was sowieso al heel sterk omdat haar moeder (Marchelina Bertrand) altijd een poeder van het huis gebruikte. Maar, gezien het karakter en de uitstraling van Jolie, weet ik bijna zeker dat ze voor zichzelf een meer ‘Guerlainske’ geur in gedachten had.
Ik ga voor, heel simpel: Jicky. Ambigu, zwevend tussen fris, donker, ruig en verfijnd met een mooi ‘anti-randje’ (want animaal). Sounds like Jolie! Rumour has it by the way, dat haar favoriet 1969 (2001) van Histoires de Parfums is (volgens www.fashionista.com). Volgens www.celebrityinside.com daarentegen de geuren van Carolina Herrara. Volgens www.geniusbeauty.com, www.editorstop.com en www.fragrances.be.com Black (1999) van Bvlgari.
En wat ik heel erg vreemd vind: in het persbericht wordt niet gerefereerd aan Lavande Velours (1999), een van de eerste vijf Aqua Allegoria’s. Check maar, want de ingrediënten zijn bijna hetzelfde.


Was er een tijdje geleden al mee bezig: het beschrijven van de geur van de toen nog President Elect Donald Trump. De naam laat weinig twijfel toe: Succes uit 2012, gevolgd door Empire in 2015. Maar voor je het weet, val je in de strik waarin zoveel journalisten zijn gevallen: alles neerpennen/neersabelen – Dump Trump! – met dikke tonque in cheek.
Dat heeft ze gemeen met de kleindochter van Estée Lauder, Aerin, die handelt ook in schone zaken. Te zien op
Mediterranean Honeysuckle is meer trutty. Dat merk je al aan de promo-woorden: ‘Laat je keer op keer meevoeren naar de zonovergoten Middellandse Zee met zijn azuurblauwe water. Dompel jezelf onder in de weelderige bloemen, de glinsterende stranden en het heldere water, van Zuid-Frankrijk tot aan de Amalfikust. De geur is al even magisch en elegant als zijn inspiratiebron. Hij verovert je zintuigen vanaf het eerste moment en neemt je mee naar het Middellandse Zeegebied, een onovertroffen bestemming’. Of dit nu klopt of niet, in Mediterranean Honeysuckle krijgt kamperfoelie couture-allure, verliest het zijn sierlijke eenvoud. Gelijk met de citrusopening (grapefruit, bergamot) ruik je de kamperfoelie direct, alleen verliest die op een gegeven moment zijn ongecompliceerde ‘honingwaterige’ frisse zoetheid doordat ze wordt omringd door lelietje-van-dalen en gardenia.
Had de geur blind bij
Civet schijnt dus ook in de basis van Cuir Cuba Intense (2014) – geïnspireed op de humidor van Patricia Nicolaï’s familie – te zitten. Ook besteld – deze geur gedraagt zich ook divers op mijn huid. Gisteren nog leer gerold in tabaksbladeren en liatris – ook wel bekend als kattenstaart met zijn naar tabak ruikende aroma. Vol, smeuïg, warm, musky en lekker animaal gemaakt door komijn, koriander versterkt door koppig ylang-ylang. De magnolia ontgaat me.
Ik was onlangs weer bij parfumerie La Brune in Amsterdam. Kom er vaak vanwege de leuke, ‘verlichtende’ achtergrondinfo die ze altijd hebben en hun ervaringen op de winkelvloer. Alleen: Marion en Jeroen Graas stoppen er mee. Jammer. De reden volgens Jeroen Graas: ‘Omdat de verandering van de markt, de consument te veel van ons komt af te staan. Het gaat niet meer over luxe, beleving, kennis, service en goed advies. Daar zat, naast de liefde voor parfum, onze drive’. Ben benieuwd wat de Kinkerstraat ter compensatie krijgt. Een Ici Paris XL, een Douglas, een Mooi?
Als het goed is heb je ondertussen rood fruit geroken met nadruk op framboos. I know I raspberry when I smell one. Hier toch erg zwak, als een te uitgedunde, met te veel water aangelengde siroop zonder daadwerkelijk een pure, klaterende fruitsensatie op te roepen. Je ziet het teleurgestelde kind voor je dat zo’n glas krijgt voorgeschoteld. Ik zou als fram heel boos worden als ik zo slecht ‘natuuridentiek’ werd gekopieerd.
Jaar van lancering: 2016
Ik liep gisteren Sephora in de shoppingmall I2 van Place d’Italie (Parijs) binnen. Ligt in het dertiende arrondissemen. Is zo’n – veronderstelde – xxl shopping fun experience waar je je de hele dag kunt vermaken, mocht je zin hebben. En mocht je de overdaad aan hebbedingen in de opruiming – soldes! 70% discount! – teveel worden, dan is er nog altijd de vertrouwde Hema. In Sephora – om de suggestie van topdrukte te wekken, was er maar één kassa geopend – hing die ‘klasieke’ onbestemde lucht van met elkaar in onmin levende, te kwistig rond gespoten geuren. Een soort van strakke, harde witte musk met doffe bloemnoten als ‘eindbestemming’ die in zichzelf is gestikt door het ontbreken van een echt goede ventilatieinstallatie.
Met die presentatie zit het dus wel snor: typiquement Saint Laurent en niet cliché rockchick dellerig als Black Opium (2012) plus variaties. Maar: boringly voorspelbaar. Dit wordt volgens mij nu onder international lifestyle & taste for the billions verstaan. De flacon (mooie, strakke variatie op Paris uit 1984) is onderste boven gefotografeerd – symbolisch voor het effect denken we maar.
Erg leuk merk hoor, dan niet van. Maar ‘jeetjeminamariamijnmoederlief’ het lanceert wel erg veel geuren – niet de enige – en raakt steeds meer verwijderd van zijn uitgangspunt: de eau de cologne (vanaf 2010) op moderne wijze het nieuwe millennium in loodsen. Atelier Cologne is daar samen trouwens ‘onder aanvoering van’ Thierry Mugler – zijn
Even ‘dikke doei’: kersenbloesem mag dan daadwerkelijke bloeien in Jinhae (nog nooit van gehoord, zo leer je weer eens wat, blijkt een district in Changwon, Zuid Korea bekend om zijn overvloed aan kersenbomen en dus kersenbloesemfestivals – foto), maar is en blijft een ‘interpretatie’. Wil zeggen: het is een mix van diverse geurmoleculen (denk roos, amandel, musk, bloemnoten).
Want: deze mimosa gecultiveerd in India is ondergedompeld – lichtjes geïntroduceerd door citrusnoten – in een zoetzachte basisweelde van voornamelijk (veel) sandelhout ‘op smaak gebracht’ door vanille en musk. ‘uiteindelijk’ verpakt in een bijna vloeibaar wit leer-akkoord.
Poivre Electrique: wat een prettige en ‘geruststellende’ opening. Zo aangenaam klassiek, maar… opgeroepen met ingrediënten hiervoor gewoonlijk niet gebruikt. Voor mij geen elektrische, maar eerder een groene peper ‘in den beginne’ opgeroepen met oranjebloesem. Maar ik denk juist de takken en het gebladerte ervan te ruiken – dus neroli.
De gebruikte zwarte thee uit Ceylon is minder donker dan verwacht, eerder groen. Komt door door groene variant uit Sri Lanka. Bergamot en munt doen de rest; maken van Philtre Ceylan een geur die het dichtst in de buurt komt van een cologne. Ik heb trouwens moeite om de iris (helemaal uit China!), de komijn (helemaal uit India!), het guaiac (helemaal uit Paraquay!) en de papyrus (ook uit het verre India) er uit te pikken, aangezien de frisgroene golven van thee, munt en bergamot het meest present blijven.
Er wordt al een tijd gesproken over de groeiende kloof tussen arm en rijk. Volgens mij van alle tijden. Met dit verschil dat rijken nu zonder al te veel inspanning hun vermogen ‘gezelli snel’ exorbitant zien groeien. Met name in de amusementsindustrie. Ik bedoel: Beyoncé hoeft maar een keer te niezen en ziet haar bankconto ‘per direct’ verhoogd met een bedrag waar jan met de pet 365/24/7 voor moet zwoegen.
Deze gapende kloof ‘zie’ je ook al lang in de parfumwereld. Voor het gewone volk worden namen bedacht die bijna iedereen direct begrijpt. Alleen wordt de spoeling steeds dunner; dergelijke namen raken ‘op’. Dus worden die steeds meer gerecycled: eerst Horizon (1993) van Guy Laroche, nu van Davidoff (2016). Eerst Manifesto (2000) van Isabella Rossellini, nu van Yves Saint Laurent (2012). Eerst Wanted (2009) van Helena Rubinstein, nu – dat is snel! – Azzaro (2016). En ga zo maar door.
Maar dan niet zoals bijvoorbeeld de eilandgeuren van Michael Kors, de tuinen van Hermès of de ‘tussenlandingen’ (Escales) van Dior. Hurlant letterlijk vertaald: schreeuwend, joelend. In dit geval in overdrachtelijke zin. Het metaal is hier ‘afkomstig’ van een Harley Davidson op volle toeren, de rubberen wielen schurend over het asfalt terwijl de bebaarde, getatoeëerde en ‘ge-Ray-Ban-de’ bestuurder door Arizona scheurt ‘geplaagd’ door een hete wind tijdens zijn tour over Route 66.
Een In eerste opzichten vreemd, maar heerlijk uitdagende geur, die na verloop van de motorrit steeds ‘logischer’ wordt. Pierre Guillaume vat de geur in drie woorden samen: musk, leer en benzine. Het vreemde alleen: in eerste instantie had ik een ‘oudh’-gevoel. Maar me daarvan losgemaakt, waan ik me in een garage voor de jaarlijkse onderhoudsbeurt van mijn auto (die ik niet meer heb; ben nu geabonneerd op 
Met al die poederige en/of lactone-achtige muskgeuren (de gourmandversies niet buiten beschouwing gelaten) die de laatste tijd over de consument worden gestort, is het wel weer even tijd voor een bezinningsmoment, je af te vragen wat een ‘echte’ muskgeur nu ‘percies’ inhoudt. Gaat het nu ‘tegenwoordigs’ om het poederige/lactone-gevoel, of het scherpe laundry-idee, of de katoen-sensatie, of musk verdwaald als een muis in een banketbakkerspakhuis, of een musk die ‘van huis uit’ zijn klassiek-dierlijk effect verspreidt?
Er verschenen de laatste jaren in het niche-circuit enkele pure lelietjes-van-dalengeuren. Waaronder het kristal-groene Muguet Fleuri (1925/2014) van Oriza L. Legrand. Maar die kregen pr-technisch minder aandacht dan Muguet Porcelaine van Hermès. Hoe zou dat nou komen?
Over Muguet Porcelaine zegt Jean-Claude Ellena: ‘De natuur naar eigen hand zetten, zo ziet men mijn beroep van parfumeur. Het lijkt wel eens op hinkelen. Als je al hinkelend na vele testen ‘de hemel’ bereikt, heerst er vreugde, is het feest. In lelietje-van-dalen zit zoveel subtiliteit, dat ik ervan droomde deze bloem te sublimeren. Ik heb me verdiept in de geur, tot ik mijn andere zintuigen vergat, om de schoonheid en de soepele verleidelijkheid van deze bloem, fragiel als porselein, weer te geven’.
Geurengoeroe zegt: ‘Hermessence rijmt ook op élegance’. Want de geur is elegant, in al zijn eenvoud alle facetten van het lelietje-van-dalen benadrukkend: fris, groen, knapperig startend, snel overlopend in de kenmerkende helder-subtiele bloemengeur. C’est tout. U leest het goed: that’s it.