LUKRAAK BESTELD ZONDER SPIJT
Jaar van lancering: 2008/2014
Laatst aangepast: 28/12/16
Neus: Patricia Nicolaï
Had de geur blind bij http://www.parfumaria.com met een aantal andere (waarover later meer) besteld. Voor mij nu de leukste kennismaking. Niet afgaan op nieuw, de story telling, de internetbuzz, maar het toeval. Met alle ‘risico’s’ van dien. Daarbij, de naam had iets ‘gezelligs’ oosters en de producent staat garant voor Spitzenqualität.
Ik open, ik rook en dacht direct: een bespreking waard. Maharanih (2008) is de vrouw van een maharadja en betekent ‘iets breder’ Indische prinses. De toon is gezet, de compositie dus ook – het kan niet anders: een oriental. Maar hoe elegant gepresenteerd.
WAT MAHARANIH IK EIGENLIJK?
Het is een (soort zomerse) variatie op Opium (1977). In de grondverf dan, een ruwe schets, minder overrompelend maar daardoor niet minder verfijnd. Het is wel minder cliché oosters, cliché vrouwelijk, minder opulent en daardoor voor mij niet typisch vrouwelijk. Maar ik ruik nóg meer Cinnabar (1978) door de nadruk op oranje fruit in de opening en de über-injectie van kaneel in het hart. Alleen het verschil: Maharanih is luchtiger, minder zwaar op de neus. Heerlijk om te ruiken hoe ver de sinaasappel en oranjebloesem – met een groen-hooiachtig randje – tot in het hart weten door te dringen na hun overrompelende optreden in de opening. In het hart is voor het kruidig-bloemige effect een royaal boeket anjers toegevoegd – zó Opium!, zó Cinnabar! – die door de flankerende rozen bloemiger en luchtiger overkomen dan deze klassiekers.
De kaneel doet de rest zonder te overheersen, zonder keukenspecerij-effect. Ook de basis is minder indringend omdat de patchoeli wordt vergezeld door sandelhout. Waar ik op hoopte komt niet echt tot ontwikkeling: de civet in de afronding. Er zit iets niet-cleans aan Maharanih, maar voor mij geen civet. Ook een merkwaardige ontwikkeling: de geur presenteert zich op mijn huid iedere keer anders. Gisteren nog één en al kaneel-anjerpret, vandaag is het de opening die bij mij blijft hangen; ik meen nu zelf dat het groene randje wordt geleverd door coumarine. Zou het aan het weer liggen – mist sliert door de straten van Amsterdam.
WAT CUIR CUBA IK EIGENLIJK?
Civet schijnt dus ook in de basis van Cuir Cuba Intense (2014) – geïnspireed op de humidor van Patricia Nicolaï’s familie – te zitten. Ook besteld – deze geur gedraagt zich ook divers op mijn huid. Gisteren nog leer gerold in tabaksbladeren en liatris – ook wel bekend als kattenstaart met zijn naar tabak ruikende aroma. Vol, smeuïg, warm, musky en lekker animaal gemaakt door komijn, koriander versterkt door koppig ylang-ylang. De magnolia ontgaat me.
Vandaag zijn het de klassieke fougèrenoten – citroen, lavendel, geranium, munt – van de opening die resoneren, gemengd met moderne noten: steranijs en zoethout zonder gourmandeffect. Ze polijsten het leer en het tabak zonder al te glad, ‘onaards’ te worden. Eveneens hier een coumarine-vermoeden die op de achtergrond door hele geur meespeelt. Eveneens hier ook een teleurstelling: de civet had voor mij meer geprononceerd gemogen, is nogal braafjes.
Maria van Geuren van www.parfumaria.com wees me er telefonisch terecht op dat ik geen gemiddelde klant ben, dat ik door mijn jarenlange ervaring steeds intensere geursensaties wil ervaren – klopt! – en dat voor veel consumenten de dierlijke noot al behoorlijk heftig is, zelfs kan weerhouden van aankoop.
Maar wat is Patricia Nicolaï toch een geweldige neus – gewoon vakwerk, puur parfumplezier afleveren, geen lifestyle-huppeldepupgetut. Ik las onlangs op internet een opmerking van een parfumfan – wie?, dat ben ik vergeten op te slaan. Maar ze vroeg zich af waarom Patricia in 2008 Jean-Paul Guerlain als hoofdneus eigenlijk niet was opgevolgd in plaats van Thierry Wasser. Ze is per slotte van rekening familie van. Een leuke gedachte.