ENGELS KROONJUWEEL
Jaar van lancering: 2016
Laatst aangepast: 17/03/17
Neus: onbekend
Ik werd vanochtend wakker en dacht: gelukkig ik leef nog! Vervolgens als Geurengoeroe: ik heb me niet aan mijn nieuwe belofte gehouden – beschrijf alleen nog parfums die opvallen en zich echt onderscheiden. Ik dacht dat ik hierdoor voornamelijk niche zou recenseren. Maar ziet: heb het de laatste tijd weer verdomde vaak over ketenparfumeriegeuren.
Hoe komt dat? Ik ken de – al vaker ter sprake gebrachte – reden: Geurengoeroe is een beetje niche-moe. Deze sector doet wat ‘me too’-creaties (geuren die qua inspiratie, stemming en boodschap succesformules kopiëren) betreft niet onder voor populaire geuren te koop bij Ici Paris XL, Douglas en Mooi. Sterker, de getoonde creativiteit is vaak monotoner en daardoor saaier. Of slaat door naar de andere kant: te vergezocht, te moeilijk, te arty-farty.
Zoals alleskunner en pr-gestylde woesteling Filippo Sorcinelli. Die heeft zich, als ik het goed heb begrepen, laten inspireren door het grote orgel van de Notre Dame in Parijs. Op zijn site wordt gesproken van ‘parfums d’excellence, featured by rigorous researches that have their origins in Filippo’s history, travels, art’. Het resultaat? Wat denk je? Kerk + parfum = ja, je raadt het al, wierook. Ik begin bijna te gapen – zoals ik als klein kind deed tijdens mijn verplichte kerkbezoeken verordonneerd door pa en ma, en ik vol verwachting zat te wachten op de aller-allerlaatste door de organist ingedrukte pedalen en aangestuurde pijpen… vrij, naar buiten! En ondertussen kringelen Etro’s Messe de Minuit en Armani Privé’s Bois d’Encens door mijn gedachten.
Een goed voorbeeld van dat een masstige-merk overtuigender werk verricht vergeleken met zijn niche-confrères: McQueen van Alexander McQueen. Wat mooi en bewonderingswaardig: zijn overlijden (in 2010) heeft niet tot vervlakking, tot een knieval voor de commercie geleid: zijn ruwe filosofie en harde kijk op het leven verbeeldt met zijn krachtige en eigen poëtische handtekening wordt voortgezet. Sterker, wordt in het geval van McQueen nóg meer benadrukt. Met andere woorden: vakmanschap, overdaad, sensualiteit en raffinement.
Met dank aan de huidig artistic director Sarah Burton (McQueens voormalig assistent; ja die van de trouwjurk van expected Brittish queen to be) die er volgens mij scherp heeft op toegezien dat McQueens erfenis geen geweld is aangedaan. Overtuigend gepresenteerd in de ‘gloomy’ mood-foto en de flacon – de grote aandachtstrekker. Niche, rijk, vintage, ‘historiserend’, mooi gedetailleerd. Soort van tijdloos, in ieder geval geen modern-doenerij. Logisch, want Alexander McQueen dweepte met gotiek (als stylingelement) en met romantiek (als kunstvorm). Komt elegant samen in deze goud gepatineerde gevederde/bebladerde duistere flacon gebaseerd op parfumflacons uit de archieven van het V&A Museum in Londen.
WAT MCQUEEN IK NU EIGENLIJK?
In de wereld van parfum toon je met een tuberooscreatie aan dat je over smaak, verfijning en durf beschikt en de gebruikster (en steeds meer gebruikers) een aan erotisch grenzend genot wil schenken. Nu moet gezegd: Alexander McQueen is niet de eerste die de seksuele symboliek en werking van deze ‘roos’ omarmt.
Van de klassieke norm – Fracas van Robert Piquet – tot talloze variaties geleverd door alle ‘rangen en standen’. We noemen: de enige geur van Madonna (Truth or Dare), het haute couture-parfum van Jean Paul Gaultier (Fragile), het über-gevaarlijke Tubéreuse Criminelle van Serge Lutens, het consumentvriendelijke White Tuberose van Reminiscence. Dat Guerlain de ‘G-spot’-bloem heeft uitverkoren voor de meest recente uitbreiding van de Art et la Matière-reeks (Joyeuse Tubéreuse) benadrukt hoe uitzonderlijk deze bloem wordt beschouwd.
De manier waarop McQueen de tuberoos presenteert, doet helemaal recht aan haar werking en uitstraling. Want wilde, ruwe schoonheid openbaart zich volgens McQueen in haar zuiverste vorm tijdens de nacht. Ook de McQueen-vrouw voelt zich tot de donkere uren aangetrokken en houdt van bloemen die pas hun geurspoor verspreiden als de dag achter de horizon is verdwenen…
McQueen komt direct binnen. Geen afleiding door frisse noten. In plaats daarvan een donkere, poederige specerijmelange van kruidnagel, roze en witte peper die de sambacjasmijn (zoet en complex), ylang-ylang (exotisch, sensueel, koppig) en tuberoos (erotiek) in een beschaduwd bos plaatsen waar het daglicht geen kans heeft. Deze drie witte bloemen spelen samen een mooi spel omdat je ze zowel samen als ‘stuk voor stuk’ kunt ruiken voor ze fuseren in een ‘boterzachte’ lokroep eigen aan tuberoos. Benzoïne geeft deze zachtheid een licht amberachtig accent (zonder zonschijn-effect), terwijl ondertussen het krachtige hout zachtjes begint te werken. De patchoeli en vetiver eerst smeulend – zo tegen de bloemen aanduwend, later ‘uitdrogend’ zonder dat het smeuïge totaaleffect verloren gaat.
Jammer toch dat de tuberoos het tegenwoordig zo moeilijk heeft. Misschien is het puur een kwestie van de juiste designer vinden die bij het publiek voor de juiste klik kan zorgen… misschien wel Alexander McQueen. En het is zo lekker een hals besprenkeld met pure tuberoosdruppels – doet mij erin verdwijnen. Zo zwevend tussen geil en verborgen, tussen ‘fantasie op hol’ tot daadwerkelijke genoegdoening…