HOE ‘ANDERS’, HOE ‘MOEILIJK’ OF ‘MAKKELIJK’ MOETEN ‘INTERDISCPLINAIRE GEUREN’ RUIKEN?
Vraag ik me de laatste tijd steeds vaker af bij het zien van de aanhoudende stroom nieuwe parfummerken en nieuwe geuren van de klassieke aanbieders: wat betekent creativiteit anno nu? Bestaat het nog wel in de ware zin van het woord; is het niet meer dan een (innovatieve) variatie op een (klassiek) thema dat – fingers crossed – zijn weerklank zal vinden bij een van tevoren duidelijk in kaart gebrachte doelgroep?
Wat dat betreft is parfumland op dit moment een tweestromengebied voor nieuwkomers. Of je gaat mee met de heersende clichés en trends – dus parfum als old school summum van chic, verleiding en mysterie. Of je kiest voor een aanpak die daar juist tegen ingaat. Laatste betekent dat geur vanuit een ‘andere’, meer artistieke en intellectuele invalshoek wordt benaderd.
Vervelend: als de klassieke aanbieders, om de boot niet te missen en om zichzelf een aura van millennial chic te geven, eveneens meegaan in ‘andere’ geuren. Yves Saint Laurent bijvoorbeeld vertaalde in 2016 vinyl in geur: Vinyle, Balmain kwam in 2010 al met Carbon (inderdaad koolstof). Dan moet je, wil je opvallen als ‘new brand on the shelf’, met nóg iets ‘andere’ uitgangspunten komen.
En dan is dat vaak ‘iets met kunst’. En dat blijft toch verwonderlijk, dan lijkt het net of geur dan wordt opgetild – auf Flügeln des Gesanges -, dat het een meerwaarde krijgt en daardoor anders wordt ervaren. Terwijl het olfactieve resultaat vaak weer een variatie op een thema is, omdat ondanks het uitgebreide palet van de parfumeur de werelden/associaties die je met geuren kunt oproepen én wat je als ‘consument’ allemaal kunt opnemen toch beperkt is.
Ik heb het zelf gemerkt met mijn eerste collectie upcycle-geuren: 26 stuks, want gevormd naar het alfabet. Tien jaar geleden alweer. Naam: Parfumclichés. In bepaald opzicht is deze lijn geflopt omdat a: het te veel geuren waren, b: het als enthousiaste verkoper – in dit geval het team van Annindriya Perfume Lounge Amsterdam – bijna niet uit te leggen is en omdat c: de gemiddelde, potentiële koper bij een vierde geur meestal letterlijk afhaakt. Ook al waren de namen nog zo prikkelend – F: Flop! – ook al waren sommige composities écht goed geslaagd: A: Animale (Thank You For Smoking).
Ik moest hieraan denken bij het ‘interdisciplinair ontwerpproject’ Glyphs The Alphabetic Perfume Collection. Nicheparfums – samengesteld door Mark Buxton – gebaseerd op de historische oorsprong van het Latijns alfabet. De gedachte erachter: Rob Stolte en Maarten Dullemeijer van ontwerpstudio Autobahn vinden dat iedereen die kan schrijven moet weten waar onze letters vandaan komen – op zichzelf al een rondetafelconferentie waard. Daarom publiceerden ze in 2018 een inmiddels bekroond boek over de oorsprong van ons alfabet: A is van Os (ook verschenen in het Frans, de Engelse uitgave wordt dit najaar verwacht). Dat is een.
Dit is twee: Autobahn bedacht ook hoe een letter moet ruiken – op zichzelf al een open forum-discussie waard – door terug te gaan naar de historische vorm ervan. De oorspronkelijke, visuele vorm van bijvoorbeeld de A is afgeleid van een tekening van een ossenkop. Wil je deze letter in een geur vangen, dan moet je benaderen hoe een os ruikt – op zichzelf al een international all inclusive symposium waard.
Dit is drie: de eerste drie letters van het alfabet zijn nu te koop. Aleph – A is for Ox, Beth – B is for House en Gimel – C is for Boomerang. Geleverd in spray en een rollerball-flesje (zodat je er mee kunt ‘schrijven’) en verpakt in een stenen artefact ‘waaruit de ontwikkeling van de letter met de hand wordt uitgesneden’.
En nu vier: het mooiste zou natuurlijk één parfumerie zijn – Glyphs genaamd – waar je alleen alle letters zou kunnen ruiken en kopen, waardoor het als concept als het ware onontkoombaar is en je hierdoor ook niet naar een andere parfumerie hoeft te gaan omdat het hele parfumspectrum – clean, fris, bloemig, hout, oriëntaals, gourmand, oudh – in het Glyphs-alfabet zit verwerkt.
Was het maar zo ver. Want – zo valt te lezen in het persbericht – om de geuren daadwerkelijk in grote aantallen te kunnen produceren en te distribueren, zoekt Autobahn investeerders. En hoe meer mensen over Glyphs weten, hoe groter de kans op een succesvolle inzamelingsactie. Dus als je het een interessant project vindt, vraagt Autobahn of je wilt participeren of in ieder geval wil helpen om het verhaal in jouw netwerk te verspreiden. Meer weten: www.glyphs.nl en @glyphsperfume.
Toch eens overwegen, want op papier klinken de gebruikte ingrediënten in ieder geval nieuwsgierig makend. Mark Buxton-waardig so to speak, want typisch ‘anders’ niche. Neem Aleph – A is for Ox. De opening: absoluut van brem (wist niet dat dat nog gemaakt werd), frangipane en hooi (coumarine I presume?) – dat moet iets zoetbloemigs zijn maar dan ruw en droog verpakt. Hart: roos, rabarber, vetiver, waterjasmijn (hedione I presume?) – dat moet iets zoetzurigs zijn met een frisgroen spoor. Basis: animale noten (civet en/of komijn?), musk en patchoeli – dat moet een beetje, het liefst heel veel vies zijn.

























Er zijn van die merken – het worden er steeds meer – waar ik niets mee heb. Wat staat me tegen? De uitstraling, de arrogantie, de exorbitante prijzen, het hoge geblaas van de parfumtoren? Van mijn kant is het geen dedain of arrogantie, maar mijn guts ‘zeggen’ mij het; zorgen ervoor dat mijn over het algemeen goedgemutste geurgemoed overslaat in parfumtoorn. Het is natuurlijk niet eerlijk, temeer omdat ik ook geen moeite – meer – neem om me in dergelijke huizen te verdiepen, om bevestigd te zien dat ik gewoon genadeloos gelijk heb – ben inmiddels dat stadium voorbij.
En ik was dus ook behoorlijk teleurgesteld hoe Olivier Polge
Ik meldde haar ook dat hij ooit voor Guerlain (20 jaar) heeft gewerkt – in welke hoedanigheid werd me niet duidelijk. Dus even, pfff, naar Wikipedia, die meldt dat ‘after a number of years he was given the position of global ambassador, the first non-Guerlain family member to be given the role’. Ik denk inmiddels: ‘Wie niet?’ En is dat inmiddels een aanbeveling of een contra-indicatie? Hoe het ook zij: in 2004 opende hij op de zesde verdieping van Harrods Londen Roja Dove Haute Parfumerie waar hij exclusieve merken verkoopt, en zoals dat vaker gaat, vroegen klanten waarom er geen creaties onder zijn naam werden verkocht. Zo geschiedde, de rest is …
Iets anders: voor mij ontbreekt de subtiele perziknoot van Mitsouko die de chypre-diepte in a way luchtig maakt en – ‘Is het mogelijk?’ ‘Ja?’- ook diepte geeft; met andere woorden de kop met de basis in harmonie. Wat verder opvalt aan de geur: Diaghilev is helemaal anno nu door de übervolle laag die onder het geheel ligt en ook veel andere ‘pats-boem-binnen’-nicheparfums van nu kenmerkt. Een houtinjectie zwevend tussen oudh en cistus labdanum en andere harsen, met in dit geval een dierlijke touch.
Grappig: in zijn Chypré Extraordinaire (2018 duurder dan Diaghilev by the way), ruik ik de karakteristieke fruitnoot van Mitsouko geprononceerder; verdwijnt die niet zo snel in de rest van de overvolle compositie; krijgt tijd om te rijpen om zich langzaam maar zeker aan de – in dit geval – strakke, bijna kille-cleane houtbasis te hechten. Langer op de huid, doet het denken aan Yves Saint Laurents 
Het zal niemand verbazen, maar door de coronacrisis zit de parfumomzet in een dipje, very big dip in feite. Goed voorbeeld: Interparfums – producent van o.a. Abercrombie & Fitch, Anna Sui, Boucheron, Coach, Dunhill, Jimmy Choo, Karl Lagerfeld, Kate Spade MCM, Montblanc, Oscar de la Renta, Repetto, Van Cleef & Arpels – rapporteerde vorige week een netto-omzetdaling van 70,2 procent gedurende het tweede kwartaal van 2020. In cijfers: van 166,2 (2019) naar 49,5 miljoen dollar. De tweede kwartaal-cijfers van LVMH (o.a. Acqua di Parma, Dior, Guerlain, Francis Kurkdjian, Kenzo, Loewe) en Kering (o.a. Balenciaga, Bottega Veneta, Boucheron, Gucci, Saint Laurent) tonen dezelfde neerwaartse spiraal. Respectievelijk: een omzetdaling van 43,5 en 84 procent.
Iets anders, lees: wishful thinking. Zal deze ceisuur – ‘moeilijk’ maar chique woord voor ‘een ingrijpende wijziging in een handelwijze, ontwikkeling of proces, waardoor een bestaande situatie definitief eindigt en een nieuwe fase begint’ – een omdenken in gang zetten. Bijvoorbeeld minder geuren produceren, minder water bij de composities en meer focussen op kwaliteit. De meeste bedrijven doen alsof. Al decennia.
Cyclamen, Oeillet en Héliotrope van Gourdon A. M maken hun naam meer dan waar. Want zoveel jaar na dato (ik schat jaren zestig van de vorige eeuw) ruiken de namen naar wat je ‘verlangt’. Ik ben vooral gecharmeerd van de eerste omdat die dat mierzoete van de cyclaam in zich heeft, iets wat je tegenwoordig maar zelden ruikt, zonder gourmand te worden en toch bloemig blijft. Ze lijkt gekoppeld aan het viooltje (ook zo’n bloemetje die voordat je het weet te patisserie wordt). Mooi in balans. Ruikende aan Oeillet, geeft het gevoel alsof de anjers in de jaren dertig van de vorige eeuw zijn geplukt. Mooi die melange tussen kruidnagel en roos, en lekker vol. En Héliotrope kan de concurrentie aangaan met bijvoorbeeld de gelijknamige geur van Etro. In vergelijk glijden veel van de huidige populaire geuren – een vaker geuite klacht mijnerzijds – af naar het shampoo- en wasverzachtergehalte wat geurconcentratie en -ervaring betreft.
Lanvin: voor mij en andere parfumprofessionals en -liefhebbers een merk met een terecht klassieke status. De onzingeuren sinds de modernisering –
Er is diverse malen geprobeerd het merk nieuw leven in te blazen. Op geurengebied: vanaf 2000 zo’n 20 stuks. De meest domme, marketing technisch gezien dan: Mini Jupe (2018). Op modegebied: ik zag onlangs wat erg vermoeiende ‘neo space age’-ontwerpen voorbijkomen met een ‘echo’ van de filosofie van de ontwerper. Het deed voor mij gedateerd en tegelijkertijd derdejaars studenten modeacademie aan (zie de ‘oh-la-la’-Paris-foto).
Tijdens de oorlog schijnt ze te hebben doorgewerkt en wordt niet duidelijk – in tegenstelling tot Chanel – of ze nu goed of fout was. Na de oorlog was Dormoy wel een van de eerste couturiers die haar ontwerpen aan Amerikaanse warenhuizen wist te verkopen. In 1950 sluit ze haar business.