SYMBOOLPOLITIEK PARFUM
EEN ‘DÉCORTIQUÉ’-TUBEROOS DIE GEWOON NAAR TUBEROOS RUIKT
MAAR EIGENLIJK OOK WEER NIET WANT…
Jaar van lancering: 2018
Laatst aangepast: 30/01/19
Ik heb onlangs een paar keer aan de nieuwe geur van Maison Margiela gerefereerd, hoogste tijd om Mutiny te behandelen. Kost me moeite omdat hierin dingen samenkomen die me storen: snobisme, salonsocialisme, politieke correctheid, vrijblijvende betrokkenheid. Ik heb me al vaker afgevraagd of een huis zich met de maatschappij moet bemoeien. Mag van mij, maar doe het dan actief.
In dit geval: hup, hup, huidig creative director John Galliano plus equipe van Maison Margiela! Ga de straten op in décortiqué-bewerkte gele hesjes, maar verwerk het niet in een geur. Parfum is en blijft op de eerste plaats iets om van te genieten, niet om een politiek manifest te verkondigen. Gebeurt met Mutiny. Ik las her en der op www dat Galliano onder de indruk was van de miljoenen vrouwen die protesteerden tijdens Women’s March (naar aanleiding van de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS). Hij zag hierin, hij is niet de enige, een opstand van vrouwen. Hij zag hierin, hij is niet de enige, een muiterij. Hé, wat een treffende naam voor een… parfum. Laat het maar aan de marketing over om hier een narratief perspectief te leveren. Et voilà.
Ik beperk me tot een aantal hoogtepunten door mij ingekort. ‘Geur en flacon weerspiegelen deconstructie en ontwrichting, kenmerkend voor de stijl van het huis, en transformeren de technieken van Maison Margiela tot het uitdagende karakter van Mutiny. Tot uiting gebracht in een campagne met zes ‘mutinists’ die elk hun expressie representeren en hun veelzijdige waarden uiten: overeenstemming, diversiteit en creativiteit. Dit is onze Mutiny’.
Slechts één opmerking: hebben Galliano en Raf Simons met elkaar geborreld een tijdje geleden? Zie Calvin Klein Women.
‘Maison Margiela is tot stand gekomen vanuit diverse concepten op het gebied van herdefiniëring en ontwrichting. Maatgevende regels worden ontregeld en omgekeerd tot een nieuwe garderobe, op één lijn met onze wederzijdse vooruitgang. Ideeën van de haute couture-collectie worden door vertaald naar ready-to-wear voor een steady ontwikkelingsproces van ontwerpen en hun antropologische waarden’.
Slechts twee opmerkingen: hoeveel concepten? En wat zijn de antropologische waarden precies van het ontwikkelingsproces?
‘Door de beginselen van Maison Margiela aan te scherpen is Galliano de thema’s van kruisbestuiving, het ongepaste gepast maken, en het idee van een nieuwe, nonchalante glamour gaan onderzoeken door de bias-cut en de décortiqué–techniek, Maison Margiela’s term voor het downsizen van kleding naar de basisstructuur’.
Slechts één opmerking: décortiqué komt van décortiquer en dat betekent ontvellen, pellen, dorsen.
Nu komt het: ‘Onder transformatie hangt Mutiny in de lucht. Door de archaïsche ideeën van een identiteit te tarten, vertaalt het huis de vooruitzichten van een nieuwe zelfexpressie in dit geval naar geur. Galliano deconstrueert de maatgevende waarden en verandert deze in een zeer veelzijdige reconstructie, gedestilleerd in een geur van de toekomst. Mutiny ontstaat in een verenigde opstand tegen de conformiteit en toont een ondermijnde kijk op de normen. Regels worden verbroken. Rollen kruisen met elkaar en muteren. Glamour, een universeel verlangen, kan enkel bestaan in de ogen van de toeschouwer’.
Slechts één opmerking: dit wordt met te veel. Ik haak af. Nu de geur.
WAT MUTINY IK EIGENLIJK?
Als je Galliano moet geloven is de décortiqué–techniek ook toegepast op de geur. De neus staat hem hierin bij. Dominque Ropion: ‘Voor Mutiny wilde ik dat de tuberoos al haar potentieel kan uiten op moderne wijze. Het heeft me zes jaar – gelooft Geurengoeroe niet – en meer dan duizenden testen – idem – gekost, voordat het me lukte. Ik heb het gebroken, verkruimeld, heb de structuur behouden en de rest weg genomen’.
Interessant: dit heb ik diverse neuzen die zich recent over de tuberoos hebben gebogen eveneens horen zeggen. Hoe gaat dat in zijn werk? Als neus analyseer/deconstrueer/ontvel je alle facetten van de tuberoos en brengt die op een nieuwe manier samen. Laat je achterwege wat niet bevalt. Bij Ropion is dat de medicinale toets (iets waar je driedubbel op getrakteerd wordt in Tubéreuse Criminelle uit 1999 van Serge Lutens), de groene toets (ervaar je très elegant in Tubéreuse uit 2010 van Mona di Orio) en de über-sensuele, zeg maar geile boodschap (waarvan Annick Goutals Tubéreuse uit 1984 het beste getuigt).
Ropion detecteerde een fruitig, een kokosachtig, een lactose-achtig, een bloemachtig, een zonnig en een leerachtig facet. En die kun je allemaal samenbrengen met ‘alternatieve’ ingrediënten zonder maar één druppel pure tuberoosessence te gebruiken. Iets wat volgens mij gebeurt in Mutiny. Want bovengenoemde accenten ruik je allemaal. Na een frisse opening met voor mij rood fruit-accenten, temt Ropion de ‘gevaarlijke’ aspecten van de tuberoos door haar te omringen met jasmijn en oranjebloesem. Een veel toegepaste optie. We noemen Versace’s Blonde (1995) en Jean Paul Gaultiers Fragile (1999). Beide niet meer te koop, maar die zouden nu bij herlancering onder de noemer niche gepresenteerd kunnen worden (en goed verkopen).
Het meest interessante van Mutiny is de basis. Het leerachtige of beter gezegd ‘vleselijke’ aspect van de tuberoos (op zijn Frans – charnel; dat klinkt toch meer ‘parfum eigen’) roept Ropion dus niet op met puur leer maar met een mix van saffraan (heeft een soort van suède-achtige toets), oudh en hout. Het effect: een vloeiend, sensueel spoor.
Het eindresultaat: een ‘gladde’, bijna door-geconfectioneerde, of door-gedeconstrueerde tuberoos op houtbasis. Die schrikt niemand af (lekker vinden is iets anders) want gemaakt met de ‘conformistische’ codes van de huidige parfumtrends indachtig: een beetje gourmand, een beetje fruit, een ‘idee van volle bloemen’ op houtbasis.
Alleen vind ik dat niet passen bij de boodschap van Mutiny. Als je vrouwen aanspoort de boel te barricaderen, geef ze dan geen ‘crowdpleasing’ geurtje mee. Zet je de opponenten alleen maar op het verkeerde been. Nee, laat ze merken dat het je ernst is, dus een parfum dat voor de man zo abject stinkt maar voor de draagster is alsof ze over wolken loopt.
In dit geval sorteer je met Tubéreuse 3 Animale (2010) van Histoires de Parfums meer effect om het volgende te bereiken wat Maison Margiela graag wil uitdragen en delen vanuit de couturesalon: ‘Sociale synergie komt tot stand wanneer diversiteit ons meest voorkomende karakteristieke aspect wordt. De transitie vindt plaats door middel van de opstand ten opzichte van de conventies. Wanneer de regels collectief verbroken worden, kunnen gemeenschappen in families veranderen. Net als creativiteit, heeft een geur geen nationaliteit, geslacht of religie. Het spreekt een universele taal. Het is het empathische gevoel van solidariteit door middel van individualiteit. Creativiteit is onze muiterij’.
Ook met dit ‘manifest’ weet ik niet waar ik moet beginnen met het stellen van vragen. Maar ik vind het wel goed zo.