STATEMENTPARFUM?
VRIJ-BLIJVENDE BLOEMENGEUR
Jaar van lancering: 2019
Laatst aangepast: 02/10/19
Neus: Anne Flipo, Carolos Benaïm
Leuke naam. Toch? Ik heb het persbericht niet gezien, maar kan me bijna niet indenken dat geur níet meedrijft op de feministische golf (denk #metoo) die sinds kort ook door de parfumerie waait. Women uit 2017 (Calvin Klein), Nomade uit 2018 (Chloé), Mutiny uit 2018 (Maison Martin Margiela) en Idôle uit 2019 (Lancôme) ‘komen op’ voor strijdvaardige vrouwen die zich door niemand meer de wet laten voorschrijven. Hoewel de weg nog lang is – woeste kusten, ‘eeuwige’ woestijnen, ongenaakbare bergen – en langs heel wat geitenpaadjes zullen gaan, aan de horizon schittert er de belofte dat het goed zal komen. Samen zijn we sterk.
Toch maar even ge-wwwt of ik er wel of niet naast zit. Dit lees ik onder meer: ‘Een statementgeur voor degenen die volgens hun eigen regels leven. Libre betekent vrij. Het is een viering van vrijheid: een geur voor degenen die doen wat ze willen en precies durven te zijn wie ze zijn’. Best wel goed aangevoeld.
Over de fles: ‘Een couture-statement met een zwarte asymmetrische dop als een sexy couture-jurk, gouden kettingen om de nek die doen denken aan de iconische Yves Saint Laurent-it-bags aangevuld met het tijdloze Yves Saint Laurent-logo’. Wat je allemaal in een flacon kunt zien. Ik zie geen jurk, zeker geen sexy couture-variant, zoals ik in de flacon van MR. Burberry (2016) ook niet de klassieke trenchcoat van het merk herken.
Nog even over de naam. In 1975 lanceerde Yves Saint Laurent Eau Libre, de eerste naoorlogse commerciële ‘fluid’-geur voor man en vrouw, en toen zeker bijzonder, voor alle rassen. Een flopperdeflop van de eerste orde. Jammer, en dat terwijl toen het hippy love & peace-gedachtegoed op zijn hoogtepunt was. De master himself merkte achteruit blikkend ooit op: ‘Als couturier moet je de tijd niet vooruit zijn, maar op tijd zijn’.
We moesten tot 1992 wachten tot de wereld er klaar voor was, toen lanceerde Bvlgari het groene water ‘voor iedereen’: Eau Parfumée au Thé Vert, twee jaar later links en rechts ingehaald door de op een na succesvolste geur van de 20ste eeuw: CK One van Calvin Klein.
Waarom schrijf ik dit op? Omdat Eau Libre pas écht een statementgeur was. Libre niet; ik mis de typische Saint Laurent-signatuur. Libre doet braaf mee met de trend, is niet onderscheidend, maar past perfect in de huidige Instagram-realiteit. Je koopt een geur niet om de geur maar om de naam, om de lifestyle, het idee, het gevoel. Als over vijf jaar de superverleidelijke vrouw de toon bepaalt, zullen ook de marketeers dit direct oppikken en er een passend parfum bij verzinnen. Mijn tip in deze: niet moeilijk, gewoon de ‘vintage-versie’ van Opium (1977) opnieuw lanceren.
WAT LIBRE IK EIGENLIJK?
De marketing spreekt van een ‘opnieuw uitvinden van het bloemenparfum; het combineert lavendelessence uit Frankrijk met de sensualiteit van Marokkaanse oranjebloesem voor een unieke fusie aangevuld met een gedurfde noot van musk’. Tjonge, tjonge. Maar het gaat nog verder. Libre is ‘een gender-buigende fougère – de traditioneel mannelijke categorie die leunt op kruidachtig lavendel en aards eikenmos’. Maar dankzij ‘een infusie van hypergeconcentreerde Marokkaanse oranjebloesem en een exclusieve noot van Yves Saint Laurent – genaamd Diva Lavender – die de verste elementen van de aromatische paarse bloem isoleert, waardoor de musk effectief wordt getemperd’.
Het is triest maar waar: een bloemenparfum kan niet meer opnieuw uitgevonden worden. De reden: de mogelijkheden van de parfumeur zijn gewoon beperkt. De enige die dit nog zou kunnen bewerkstelligen is kunstmatige intelligentie volgens mij. Waar ik dus met smart op wacht.
En Yves Saint Laurent is niet de enige die probeert om de mannelijke fougère te transformeren tot een ‘vrouwelijke’ belevenis. Men neme Guerlain, die lanceerde in 2015, voortbordurend op hun klassieke ‘gender-bender’-geur Jicky (1889), Mon Exclusif. Moet ook nog worden gezegd: de eenvoudige lavendelgeur die je tegenwoordig overal nog in alle prijsklassen kunt kopen, wordt ook nog steeds zeer gewaardeerd door vrouwen. En een musk temper je gewoon door het niet te veel toe te voegen aan een compositie.
Wat ruik je uiteindelijk? Een gladde geur; een golf van schoongewassen, cleane lavendel en een zich enigszins sensueel gedragende oranjebloesem die netjes en helemaal comme il faut anno nu verdwijnen in een musk-achtige, poederige basis. Aangenaam, eenvoudig geurgenot voor wie niet te veel wil en niet te veel verwacht. Ik had in ieder geval meer verwacht, net zoals van de andere bovengenoemde ‘bevrijdende’ geuren. Want volgens mij kun je het gevoel van vrijheid anders olfactorisch interpreteren – gedurfder en uitgesproken. Iets wat Yves Saint Laurent wel min of meer doet met de Vestiaire-lijn.


De roos, een van de meest geliefde ingrediënten in parfums. Alleen, vreemd genoeg, houden we over het algemeen niet van pure rozencreaties. Het schijnt zelfs zo te zijn dat een huis met een roos in de naam het moeilijker heeft om bevooroordeelde klanten – die denken dat ze alleen maar rozengeuren verkopen – aan zich te binden: Parfums de Rosine, Dear Rose.
Opvallend is dus de kenmerkende lychee-noot waarvan de zoetheid iets meer is aangezet en gevangen zit in een cocon van grapefruit. Het ‘geurgevoel’: een zomerse sorbet. De roos en magnolia spelen hetzelfde spel, alleen lichter.
Ik ging dus even naar de site van Serge Lutens om te kijken wat hij zelf te melden heeft over L’Eau d’Armoise. Niet echt wat je noemt overzichtelijk de categorieën waaronder zijn 71 geuren zijn gerubriceerd. Ik zou ze allemaal wel willen hebben (ik heb er nu 24 – oude versies gelukkig; ja ook sommige van zijn geuren zijn inmiddels aangepast; dieptepunt Féminité du Bois) met dien verstande dat ik ze eigenlijk zelden draag, een paar uitgezonderd.
‘Hoe kon ik weten toen ik verstrooid een blad uit een struik plukte en het tussen mijn wijsvinger en duim wreef, dat bijvoet zou later spreken vanuit een parfumfles?’ Dit zijn Luten’s mijmeringen omtrent de bijvoet waaraan hij toevoegt: ‘Bekend om zijn vele geneeskrachtige eigenschappen, neemt bijvoet, samen met zijn middeleeuwse verbeelding, ons diep in het hart van zijn krachtige, aromatische geur’. Waarom nu juist middeleeuwse verbeelding? Had ik graag toegelicht gezien.
Waarschuwing vooraf: ik begin negatief, maar eindig heel positief… je niest even, en weer is er een nieuwe geur van een huis. Of een variatie. Zag ik net voorbijkomen: La Vie Est Belle en Rose – volgens mij de zevende variatie tot nu toe. Lancôme zal er blij mee zijn, maar soms heb ik het helemaal gehad met een geur, met een ‘gezicht’. Julia Roberts… die blijft maar lachen, lachen en lachen. Klap op de smoel kan ze krijgen – met die über-witte tanden, met die gladgestreken ‘oneffenheden’ zoals rimpel-tje-s vaak eufemistisch (niet verwarren met feministisch) worden getypeerd. Met dat ‘break the chain’-sprookje waarin zij als prinses figureert.
Schittering slaat voor mij op hoe de bloemen zich gedragen, uitbarsting over de levendigheid van het geheel. Het cosmeticahuis aan het woord: ‘Na L’Éclat L’Eau de Parfum schrijft Lancôme het tweede hoofdstuk van zijn zoektocht naar stralende levensvreugde’ met deze eau de toilette-versie. Dit klopt: de geur begint met een ‘explosie van pittige en zeste-achtige hesperidentoetsen van mandarijn, grapefruit en bergamot’.
Etienne de Swardt, oprichter van Etat Libre Orange, weet als geen ander dat de boodschap belangrijker is dan de inhoud. Met goede storytelling wordt een geur ‘vanzelf’ interessanter, laat je een geur anders ervaren.
Dit en ‘allerhande’ komt samen in Les Fleurs du Déchet – I Am Trash. Vrijvertaald: Afvalbloemen, ik ben uitschot. Het idee: ingrediënten al één keer gebruikt, een tweede keer ‘destilleren’ waardoor (dezelfde) parfumoliën worden gewonnen die alleen een ander facet onthullen. In dit geval: ‘appel-olie’ (afkomstig van afval uit de ‘fruitsap-industrie’ bestemd voor veevoer), ‘rose neo absolute’ (gewonnen uit ogenschijnlijk ‘uitgeputte’ rozenblaadjes voor een tweede keer gedestilleerd), en ‘cedarwood atlas neo absolute’ (een tweede destillatie van cederhoutsnippers voor ze in brandstof worden omgezet).
Zie-ik-ut het geurgewijs ff niet meer zitten, overweeg ik olfactorische zelfmoord, dan rest mij slechts één remedie – afgezien van goed verkouden worden en/of een goed glas wijn: een parfum selecteren van een huis dat vrij van de lifestyle-waan van de dag, vrij van marketinggeleuter, vrij van storytelling-geprietpraat, vrij van maatschappelijke betrokkenheid gewoon doet wat het ‘moet’ doen: vanzelfsprekend vakmanschap bescheiden maar met autoriteit gepresenteerd. Kom daar nog maar eens om!

Ik heb het nooit in ambrette (foto) kunnen ontdekken: facetten van eau de vie. Ik heb er nooit iemand over horen bloggen, maar sinds deze omschrijving in het persbericht van Le Cri de la Lumière staat, kakelt men elkaar na. Voor mij heeft ambrette iets musk-achtig met vooral groen-aardse accenten met warm-humus nasleep (nu ook wel vegetaal/plantaardig genoemd). En dat ruik je dus verondersteld in de opening.
Soms, gebeurt weliswaar steeds minder, krijg je een persbericht voor ogen die je doet verlangen de geur zo snel mogelijk te ruiken. De trigger: in negen van de tien keer meestal de ‘speciaal geselecteerde’ ingrediënten. Leverancier (Lacoste in dit geval), naam (L’Homme) en het verhaal erachter (de inspiratie: ‘de vasthoudendheid van de krokodil’, de slogan: ‘Life is a beautiful sport’) zal me eigenlijk worst wezen.

Heb je als man alle variaties gekocht, dan kun je daar inmiddels een maquette van bouwen voor een prestigieuze, futuristische wolkenkrabber (denk Rem Koolhaas) met op het hoogste punt de flacon van L’Eau Majeure d’Issey.
Verder met het verkennen van Les Heures. Pour commencer: III, L’Heure Vertueuse. Hoe vertaal je dat mooi? Het deugdelijke uur? Google Translate geeft alleen ‘het uur’. Dan maar iets breedsprakeriger: ‘Het uur dat deugd doet’, ‘Het uur vol van deugd’. Hoe het ook zij: zelden lavendel zo mooi ‘zien bloeien’ terwijl ik niet zo’n lavendelfan ben. Hoe moet je dit uitleggen? Een natuurfilm versneld afgespeeld waar je de lavendelbloemetjes voorzichtig ziet ontwaken, ontluiken en vervolgens volop zachtjes bloeiend. En gewiegd door de Mistral die de lome zon van de Provence meevoert gevuld met amandel- en melkachtige noten. Denk Sir David Attenborough voor de BBC.
Hoe groot het contrast met VII L’Heure Diaphane (2010). Ook hier: hoe vertaal je dit? Heeft dus niets te maken met de godin van de jacht – Diana – terwijl de compositie je wel in die stemming kan sturen. Diaphane is ‘chic Frans’ voor doorzichtig, transparant. En dat is deze geur. Alsof je door tere rozenblaadjes heen naar de wereld kijkt. Maar dan zonder het ‘la vie en rose’-parfumcliché.

Waar de meeste neuzen van dromen (ga ik vanuit), overkomt slechts weinige: een Frans luxemerk neemt je in dienst als ‘in-huis-parfumeur’ en je krijgt… holy moly… bijna carte blanche. Wil zeggen: je moet wél inspelen op trends wat betreft de massmarket-geuren; geeft die hopefully een eigen signatuur. Met daarnaast – ta-da! – de mogelijkheid je vakmanschap op zijn best te tonen, te laten bloeien met een nichelijn.
Eén merk die zich – voor mij althans – onderscheidt is Cartier. De nichelijn Les Heures de Parfum – anno 2009 – is spannend, eigen, eigengereid en gaat voor mij net een stap verder dan de directe concurrentie uit de Franse hoofdstad. Met dank aan Mathilde Laurent. Als je haar ziet, dan weet je direct: een bijzondere vrouw, geen doorsneeneus. Voor mij is ze een kunstenaar en kan haar verhaal ook nog eens goed en doordacht etaleren.
Het is ‘niet te doen’: alle geuren tegelijkertijd van Les Heures behandelen. Ik weet dat ik al vaker heb aangekondigd het te doen, maar kwam er gewoon niet van. Terwijl het kennismakingspakketje met tien proefflesjes me al een tijdje geleden door de juwelier is toegestuurd.
