SO BRITISH, SO HERITAGE, SO FULL OF FUN
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 10/12/13
Neus: onbekend
Ambassadeur: ‘the most terrifying bear’
Concept & realisatie: Perfume Holding
Veel mensen, misschien wel de meesten, denken bij klassieke parfumhuizen aan Parijs: Houbigant, Guerlain, Lubin, Roger & Gallet en noem maar op. Niet aan Londen. Toch kent de Engelse hoofdstad ook een aantal topadressen op dit gebied. Zoals Floris of London (anno 1730) en Atkinsons (anno 1799). En vergeet niet dat keizerin Eugénie (1826-1929), getrouwd met keizer Napoleon III, James Henry Creed (anno 1760) wist over te halen zich te Parijs vestigen.
Atkinsons was, zoals wel meer oude parfumhuizen, doordat het vaak van eigenaar verwisselde steeds meer van zijn wortels verwijderd. Het ‘hoogtepunt’ vond plaats in de jaren tachtig van de vorige eeuw toen het huis alleen nog maar voor de midpricemarkt produceerde, waarvan Bizarre (1979) en Euforia (1985) getuigen en hierdoor de klassiekers niet meer echt serieus werden genomen, zoals Gold Metal uit 1878.
Voor Perfume Holding opgericht in 2010 (een fusie van Morris Profumi en Selective Beauty met onder meer Benetton, Ferrari, John Galliano, Iceberg, I Colonniali, La Perla, Sergio Tacchini in de portofeuille), vormt Atkinsons samen met Profumi di Firenze het nichesegment.
Een van de eerste beslissingen na de ‘overname’: de kracht en uitzonderlijkheid van Atkinsons onderkennen door het van zijn doodgewone ‘dertien-in-een-dozijn’-imago te ontdoen en juist de Britse oorsprong te benadrukken. Dat betekent dus de geschiedenis en de nieuwe filosofie met understated humor presenteren. Dat werkt aanstekelijk en vormt een welkome tegenhanger van al die oude en nieuwe – met name Franse – parfumhuizen die zichzelf zo ontzettend serieus nemen met hun bijna intimiderend verkondiging – lachen en vragen stellen verboden – van ervaring en expertise.
Het meest inoogspringende element bij Atkinsons: de ambassadeur. Geen (over the) topmodel, geen te duur betaalde actrice, maar een mascotte. En die ‘stamt’ rechtstreeks af van de oprichter James Atkinsons. Toen die in 1799 van Cumberland naar Londen trok om zijn geluk te beproeven, werd hij begeleid door een angstaanjagende, maar goedhartige beer die hij voor de deur stalde van zijn eerste winkel aan de Gerrard Street waar James de door hem zelf ontwikkelde toiletartikelen verkocht, waaronder een balm van roos en berenvet afkomstig van… deze beer. De balm was zeer succesvol, zijn winkel ook die snel bekend werd als ‘that marvellous perfume shop with the most terrifying bear’.
Een jaar later lanceerde Atkinson zijn English Eau de Cologne die zich onderscheidde van de klassieke Europese citruscologne, door de warme en kruidige basis. Toenmalig regerend koning George IV was zo onder de indruk dat hij Atkinsons benoemde tot hofleverancier gevolgd door zijn ‘collega’s’ keizer Napoleon, koningin Margherita van Savooie, andere groten der aarde en vertegenwoordigers van de toenmalige rich & famous. Dit heeft vanzelfsprekend een enorme boost op de zaken; die gaan zo goed dat hij in 1832 verhuist naar dé winkelstraat van Londen: Old Bond Street.
Het knappe van de reïncarnatie: Atkinsons oogt meer niche en ‘vintage’ dan het ooit geweest is. Misschien een rare zijsprong: zo hadden de geuren van sir Paul Smith er eigenlijk moeten uitzien. Want Atkinsons is traditie met moderniteit smaakvol gecombineerd. Het heeft een vanzelfsprekendheid, straalt degelijkheid uit dat gecombineerd wordt met ‘de essentie van de Britse cultuur’: verfijnd, beetje excentriek en humor. Mij is niet helemaal duidelijk of de nieuwe collectie is gebaseerd op oude recepten en oude succesnummers of honderd procent nieuw. Wel duidelijk: de aanstekelijke wijze waarop wordt uitgelegd wat de geuren nu zo Engels maakt: ga hiervoor naar: www.atkinson1799.com.
Het assortiment bestaat uit The Legendary Collection (vier ‘modern vintages’ geïnspireerd op een belangrijk historisch feit uit de Engelse geschiedenis), The Emblemactic Collection (klassieke colognes) en The Home Collection (parfumkaarzen). En dat Atkinsons commercie met excentriciteit goed weet te mixen, blijkt uit de geuren voor volgend jaar gepland: My Oud King en My Oud Queen. Ik begin met 24 Old Bond Street uit The Emblemactic Collection en The Odd Fellow’s Bouquet uit The Legendary Collection.
De reden: de eerste wordt gepresenteerd als de volwaardige opvolger van de English Eau de Cologne, de tweede omdat die geïnspireerd is op een van de meest tot de verbeelding sprekende Engelse ‘every inch a gentlemen’, Thomas Edward Lawrence (1888-1935). Naast prozaschrijver en archeloog, vooral legendarisch geworden als militair strateeg die tijdens de Eerste Wereldoorlog een aantal Arabische stammen tot samenwerken wist te krijgen en hierdoor de vijand hoewel in meerderheid – de Duits-Ottomaanse alliantie – verrassend versloeg. Zijn bijnaam: Lawrence of Arabia.

WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik liep afgelopen zondag te wandelen door het Amsterdamse Vondelpark. Sprak een forty-something vrouw me aan. ‘Meneer, mag ik u wat vragen?’ Ze mocht. ‘Wat ruikt u toch heerlijk?’ Ik antwoordde: ‘Wat ruikt u precies en hopelijk niet al te heftig?’ Want ik testte al enkele dagen op mijn linkerpols 24 Old Bond Street, The Odd Fellow’s Bouquet op mijn rechterpols. Ik gaf haar mijn beide. ‘Alle twee eigenlijk, maar de geur die ik het duidelijkst waarneem en het lekkerste vindt is de eerste’. 24 Old Bond Street dus.
Ik legde haar – ‘heeft u even?’ – dus uit waarom ik zelf zo enthousiast was. Door de prachtige noot van jeneverbes (foto) – ijl, fris, bijna etherisch – in de opening omringd met citrusachtige nuances. En hoe Engels: jeneverbes, de belangrijkste smaakmaker in gin (en ‘bij ons’ in jenever). En hoe origineel door het te combineren met een zwarte thee-noot.
Gaan heel mooi samen deze twee. Sprankelend, maar rokerig. Sprankelend, maar met een mooie ‘diepgang’. Het effect: alsof je een droge, verbrande jeneverbes struik ruikt met een hooiachtig effect. En door dit genot neem je een lichte, bloemennoot waar die neigt naar roos.
Dit alles wordt ‘gedragen’ door een houtige en zoetachtige basis van whiskey. Is voor mij minder sterke drank, minder alcohol. Eerder een mix van hout- en vanilleachtige noten. Maar mooi gedaan deze mix van koud en warm, dat wel.
Ik ruik meer whiskey in The Odd Fellow’s Bouquet. Het idee: ‘Lawrence of Arabia ensconced in the splendour and leather Chesterfielded comfort of a St. James gentleman’s club, its weighty silence broken only by the occasional turning of a sheet of a newspaper, and the oriental fragrance of Ottoman tobacco issuing from the depths of fearsomely upholstered winged armchairs…’
En de ‘whiskeynoot’ wordt hier opgeroepen met een sterk amberakkoord opgebouwd uit (met name) cistus labdanum en benzoïne die een ‘strak-zoete’ ondertoon krijgen door tabak. Vermengd en opgepept met gember en roze peperkorrel. Tegelijkertijd heeft de geur ook een lichte leernuance (inderdaad de Chesterfield-link).
Hiervoor verantwoordelijk: ook cistus labdanum. Die kan naast zijn ‘natuurindentieke’ musknoot eveneens een looiachtige noot verspreiden (afhankelijk van de kwaliteit, afhankelijk van de concentratie). En ook hier weer een bloemige noot die door dit alles ‘borrelt’. Niet een echte bloem, in de zin dat heliotroop (foto) niet fris en bloemig ruikt, maar eerder naar een poederige mix van amandel en vanille achterlaat.
Het totaaleffect: alsof je The Odd Fellow’s Bouquet in één keer in een geslepen whiskeyglas giet en al wiegende alle verschillende warme noten tot leven en tot je laat komen.
RUIK&VERGELIJK
Een geur waarin je de jeneverbes, hoewel frisser, ook zeer overtuigend ruikt:
Versace The Dreamer (1996)
Een geur die me sterk doet denken aan The Odd Fellow’s Bouquet:
L’Occitane – Voyage en Méditerranée – Labdanum de Séville (2009)
