DE BELOFTE VAN ELEGANTIE
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 14/09/14
Neus: Jacques Polge
Hoe merk je of een parfumhuis zichzelf en zijn klanten serieus neemt? Volgens mij door van elke geur ook een parfumextract te presenteren. Doen er tegenwoordig niet veel: nieuwe nichelabels en vintage huizen slechts sporadisch.
Ik reken attars – het non plus ultra, de overtreffende trap van parfum – van sommige Arabische parfumhuizen niet mee. Je bent dus ‘afhankelijk’ van de klassieke garde uit Parijs. En daar wordt de spoeling steeds dunner. Dior af en toe. Maar gelukkig: voor Guerlain en Chanel is het eigenlijk vanzelfsprekend.
Een extract brengt je letterlijk tot de essentie van parfum en figuurlijk tot een artistiek uitgangspunt van een bepaalde compositie. In geval van Coco Noir L’Extrait is het een exercitie die breekt met de originele compositie om nog beter de kwintessens te openbaren en daarnaast de best voorhanden ingrediënten toevoegt om dit te onderbouwen. Vooropgesteld: Coco Noir (2012) en de geur die hier aan ten grondslag ligt Coco Mademoiselle (2001) zijn moderne creaties – neo-orientals: easy to wear, easy to please, difficult to dislike. En dat betekent dat die lijn in het extract doorgetrokken moet worden.
Dus niet te overrompelend, niet tè intens zoals dat – voor mij wel – het geval is met de extracten van de vintagegeuren van Chanel: N°22 (1922), Cuir de Russie (1924), Gardénia (1925) en Bois de Iles (1926). Wel: vol-vloeiender, zijde dat fluweel wordt. Jacques Polge omschrijft het als volgt: ‘Het parfumextract verpakt de meest intieme verlangens door een spoor dat gefaceteerd wordt door het uitzonderlijke. Elk ingrediënt krijgt zijn meest kostbaarste vorm – het absolu – zonder dat die de compositie domineert. Ultieme zuiverheid’. En: je kunt dit gevoel nog intenser beleven als je van tevoren je huid verwent met Crème pour le Corps.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
De opening is verrassend op een verwarrende manier, want ik ruik een fris-bloemige, geconcentreerde golf zonder koud te zijn die citrusachtige nuances combineert met een abstracte, fruitige noot die weer droog en gekonfijt lijkt – en daardoor in feite ook een ‘soort van’ absolu is.
En dit komt volgens mij op conto van één ingrediënt: ‘géranium rosat’. De Franse benaming voor geranium(olie) waarvan het adjectief rosat is afgeleid van het latijnse rosatus dat ‘à la rose’ betekent. Niet voor niets wordt beweerd dat geranium met zijn groene, munt- en fruitachtige accenten meer naar roos ruikt dan de roos zelf.
Eerste leuke weetje: geranium bevat ook citronelle en linalol die respectievelijk sporen bevatten van rood fruit en lelietje-van-dalen. Tweede leuke weetje: de beste kwaliteit geranium-absolu is afkomstig van het eiland Réunion (foto) en wordt gedestilleerd op een vuur ‘gemaakt’ van acaciatakken. Geleidelijk komen de bloemen tevoorschijn: jasmijn en meiroos. Die bloeien licht, schalks en ‘Europees’ in de volle zon. Dus niet ‘Arabisch’: dierlijk (jasmijn) en volzoet (roos).
Alle noten mogen dan in perfecte harmonie met elkaar leven, voor mij springt de vanille (van het eiland Bourbon) er toch uit. Smeuïg zonder plakkerig en gourmand te worden doordat het neer druppelt op zacht, elegant hout.
Polge geeft het eigenlijk ook toe als je zijn woorden goed leest: ‘In de grondnoot van Coco Noir L’Extrait komt de brutale, barokke rijkdom van vanille in een verrukkelijke combinatie met sandelhout uit Nieuw-Caledonië tot uitdrukking. De fluwelige, sensuele noten hiervan geven het parfum een kleurrijke, aristocratische lieflijkheid. Ongekend intens’.
Kleurt Coco Noir Eau de Parfum de schemering, Coco Noir L’Extrait is de nacht zelf die af en toe aangenaam siddert door een briesje – want dat is het opvallende: ondanks de sublimatie door de absolus heeft het extract toch een zekere frisheid en transparantie – volgens mij het kernmerk van een hedendaags, chique en jeugdig parfumextract. Alleen, volgens Coco Chanel was zwart ‘de belofte van elegantie’. Alleen, echt zwart is dit extract niet. Wel elegantie die aan haar verwachting voldoet.
RUIK&VERGELIJK
Chanel gaat trouwens ‘heel ver’ met haar parfumextracten: het heeft sinds kort drie geuren uit Les Exclusifs (allemaal eau de toilettes) veredeld: Beige (2008), Jersey (2011) en 1932 (2013) nu ook verkrijgbaar als puur parfum. Bespreek ik binnenkort. Ik kan je nu al zeggen dat het effect wonderlijk is: hierdoor ga je deze geuren nog meer waarderen. En ik hoop dat de hele lijn deze luxebehandeling krijgt.
Is er een nog verfijnder versie mogelijk van Coromandel (2007)? Wordt 31 Rue Cambon (2007) nu echte en pure chypre? Hoe groener kan Bel Respiro (2007) worden. Maakt het extract van 27 La Pausa (20o7) alle andere pure irisparfums overbodig? En, nee Chanel is geen sponsor van Geurengoeroe. Ik snap dat nog steeds niet.