COCO CHANELS VOORLIEFDE
VOOR ZUIVERE VORMGEVING
GECOMBINEERD MET BAROKKE VERFIJNING
Jaar van lancering: 2007
Laatst bijgewerkt: 17/09/12
Neus: Jacques Polge, Christopher Sheldrake
Eigenlijk raar, maar in de parfumcollectie van Chanel zat nog geen chypregeur. Dat gemis wordt nu goed gemaakt met 31 Rue Cambon. Voor mij samen met Sycomore en Coromandel – je moet wel weten: ik ben een enorme chyprefan – de mooiste uit Les Exlcusifs, de serie alleen te koop in de Chanelboetieks en waarvan elke geur symbool staat voor een belangrijke plaats in het turbulente leven van Coco Chanel.
31 Rue Cambon verwijst natuurlijk naar de hoofdzetel van het Chanelimperium en het heilig der heiligen in de wereld van de haute couture. Hier betreed je geschiedenis van de mode, stijl, comfort en de moderne vrouw in gang gezet door Coco Chanel (1883-1971).
Maar wat is de essentie van Chanel en dus van 31 Rue Cambon? Ik denk: elegant minimalisme neutraal getint gecombineerd met barokke ornamentatie. Denk ‘une petite robe noire’ met zware byzantijnse gestylde sieraden. Dat wat kleding betreft. Wat smaak en stijl betreft: betreed de privé-appartementen van Coco Chanel aan de rue Cambon en je komt binnen in een eclectische wereld, een ‘rariteitenkabineit’ van het al moois en schoons dat de mensheid in de loop der eeuwen heeft gecreëerd. Cormandelschermen, sierlijke herten, standbeelden van Moorse slaven, in leer gebonden boeken. En dit alles badend in een diffuse, beige gloed die de teint van de huid doet opleven en de simpliciteit van Chanels stijl nog beter doet uitkomen. Jeetje, geurengoeroe, wat treffend omschreven.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
En zo is ook de geur. Strak, ‘uitgekleed’ maar vol van sierlijke en barokke details. De kenmerkende basis van een chypre – eikenmos – is door Jacques Polge vervangen door een (zeer origineel) iris-peperakkoord. Die roept blind op de een of andere manier een klassieke chypre op.
Het wordt omringd met bergamot en een onbestemde groene noot (in de opening) en een duidelijke patchoelie-amberverbinding (warm, maar droog) in de basis die door zijn lichte, kruidige zoetheid ook kaneel en sandelhout doet vermoeden. Maar hoe mooi, gelaagd en elegant het resultaat van deze nieuwe chypre ook is, hij ruikt wel saai en ‘conservatief’. Er ontbreekt voor mij een dissonant die de geur meer geeft dan alleen maar een mooie chypre. Meer eigenzinnigheid had 31 Rue Cambon geen kwaad gedaan. De geur is eerder een les in parfumgeschiedenis die herinneringen oproept aan Guerlains Mitsouko (1919) en Femme van Rochas (1945), en dat is knap – zie Ruik & Vergelijk – dan een eigen revolutionaire kijk op de chypre.
RUIK & VERGELIJK
Heb het al vaker geschreven. Van de typische klassieke chyprenoot – eikenmos – kan steeds minder genoten worden, omdat dit ingrediënt huidirritaties kan veroorzaken. Ik en vele andere parfumliefhebbers denken ‘tant pis, spray je het toch op de kleren’.
Probeer daar de Europese beslissers in Brussel maar eens van te overtuigen. Die hebben het gebruik van eikenmos tot een minimum beperkt. Aangepaste klassiekers – duidelijkste voorbeeld Guerlains Mitsouko – worden niet door alle vaste gebruiksters met enthousiasme ontvangen. De oplossing: nieuwe chypres bedenken die zonder eikenmos toch die warmte en diepte van een vochtig bos aan parfums geven.
Hoewel zoeter van toon, slagen de huizen slagen daar steeds beter in. Startpunt was het eerste parfum van Agent Provocateur uit 2000, voorzichtig gevolgd door:
Serge Lutens Chypre Rouge (2006)
Guerlain – Les Exlixirs Charnels – Chypre Fatal (2008)
Lancôme Hypnôse Senses (2009)
Annick Goutal Mon Parfum Chéri par Camille (2011)