CHANEL KIEST VOOR HET VIOOLTJE
MOET HET NIET MET EEN KLASSIEKE CHYPRE ZIJN OM MISIA’S WERELD OP TE ROEPEN…
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 05/04/2015
Neus: Olivier Polge
‘Model’: Misia Sert
Opgelet: de nieuwe Les Exclusifs is te interessant om in een paar honderd woorden te beschrijven. Misia Sert is als persoon namelijk een zeer boeiend verschijnsel; ze was een, zo niet de spil van en intermediair tussen de culturele en artistieke Parijse wereld en beau monde eind 19de eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog.
Haar vriendschap met Coco Chanel toont aan hoe twee in feite oppositionele karakters elkaar wisten te inspireren en uit te dagen. Daarom twee longreads ter introductie. De eerste is een fantasie, de tweede een vriendschapsschets. Niet geïnteresseerd, scroll door naar de analyse.
Longread 1:
Geurengoeroe had een droom: hij was benoemd tot artistiek directeur van de nichelijn van Chanel. Hij had dit vanzelfsprekende nieuws op zijn Facebookpagina geplaatst. De – ‘uit talloos veel miljoenen’ – thump ups zorgden ervoor dat Facebook een tijdje uit de lucht was. Ook was er – hoe kan dat nou? – veel kritiek op zijn interpretatie van het leven van Gabriëlle – Coco – Chanel in exclusieve geuren. Het algemene verwijt: de invalshoek was te mannelijk. Met name het nonet Les Hommes C9C bestaande uit Boy, Dimitri, Igor, Jean, Bend’or, Serge, Beaux, Paul I en Paul II stuitte op verzet. Terwijl hij van mening was dat het boeiend was de mannen die een grote en blijvende invloed hebben gehad op ‘de kleine stier’ olfactorisch voor het voetlicht te plaatsen.
En als je lippenstiften noemt naar ‘haar’ mannen – heeft Chanel net gedaan – waarom dan niet… Want als Coco’s lover/kapitaalverschaffer van het eerste uur Boy Capel, expat groothertog Dimitri Romanov, componist Igor Stravinsky, l’uomo universalis Jean Cocteau, de toenmalig rijkste man van Groot Britannië de hertog van Windsor, kunstenaar Serge Lifar, schrijver/diplomaat Paul Morand en illustrator – ‘husband to be’ – setdesigner Paul Iribe niet haar pad hadden gekruist dan had haar carrière en leven zeker andere wendingen genomen.
Toen kwam zijn droom in een versnelling, werd een nachtmerrie, un cauchemar. Hoewel ‘zijn’ geuren pas mal verkochten, werd hij verfomwaaid wakker voor de entrée van 31 rue Cambon met de ontslagbrief tussen neus en lippen. Bedankt voor niets plus een straatverbod binnen een straal van twee kilometer van het couturehuis. Had hij maar naar Karl Lagerfelds wijze woorden geluisterd, die had tijdens een petite fête in het Grand Palais ter ere van zijn seventy something verjaardag in zijn linker-, of was het nu zijn rechteroor, gefluisterd dat het niet bepaald subtiel was dat Geurengoeroe de eerste geur van de nieuwe in house nose Olivier Polge had bekritiseerd.
Een beetje stupide als nieuwkomer op de Chanelburelen. Terwijl hij dacht dat zijn analyse, zoals het comme il faut gebruikelijk is op zijn Frans, subtiel had ingekleed met vleiende observaties. Want het was niet dat Geurengoeroe de compositie an sich niet geslaagd vond, wèl de interpretatie van het leven van Misia Sert in geur. Dat klopte volgens hem niet – de officiële en officieuze bronnen geconsulteerd hebbend. “Schatzie, géantje flamantje – Karls koosnaampje voor Geurengoeroe – das mag schon sein, aber n’oublie pas que dans le monde du luxe la verité n’existe pas, c’est le songe qui règne. Chanel ist un rêve, ein Traum, kein parti politique qui se doit rendre compte à la publique.”
Geurengoeroe nog een keer uitleggen dat iedereen vrij is levens van beroemdheden parfumgewijs te interpreteren. Die andere vriendin van Chanel, Colette, is het al een paar keer overkomen. Vond hij niet echt geslaagd, omdat je op basis van haar boeken en memoires te weten komt op welke bloemen ze verzot was. Met andere woorden, neem je die als uitgangspunt dan kom je geloofwaardiger als neus over.
“Mag so sein, Schatzie, aber wer interessiert das nun wirklich? Tu prends ton metier, zelfbenoemd weliswaar, bien que avoué il faut le dire, trop sérieux. Fais comme moi, spiele, joue, c’est plus intéressant d’interpreter une légende, un monstre sacré. Alors, ne t’en fais pas. Mais je te laisse un instant, ich sehe Tom Ford hineinspazieren. Er hat ein Parfum sur mesure für mich zusammengestellt. Glaub mir, ich bin es nicht. Und werde es nie. Mais on reste civil, chic… à bientôt.”
Longread 2:
Muzes in de klassieke zin bestaan niet meer: fysiek en intellectueel boven gemiddelde (en bemiddelde) vrouwen die salon houden waar de avant garde zich mengt met vertegenwoordigers van oud chic en nieuw geld. Madonna, Beyoncé en Lady Gaga zijn hun eigen muzes, hebben geen andere nodig. Zou misschien af en toe wel slim wanneer anderen, buitenom de hun bewonderende kliek, ze zou wijzen op hun voorspelbaarheid en op nieuwe interessante ontwikkelingen waar ze profijt van kunnen hebben.
Misia Sert (1872-1950) was er een van de oude stempel en wellicht de laatste in haar soort (nou Peggy Guggenheim na haar misschien). Marcel Proust, noemde haar ‘een monument van de geschiedenis’, en gebruikte haar als Madame Verdurin voor zijn romancyclus A la recherche de Temps Perdu – en schrijft: ‘Royalty was niet te trots haar gast te zijn’.
Bijna geen groter verschil in afkomst denkbaar tussen Misia Sert en Gabriëlle Chanel. Chanel, kind van rondtrekkende marktkooplui die als wees opgroeide in een klooster die via een kortstondige carrière als cabaretzangers een ‘irréguliére’/demi mondaine werd die door de juiste amant op het juiste moment te treffen haar eigen lot kon sturen. Misia, opgegroeid in well to do en artistieke kringen. Haar vader beeldhouwer, haar moeder celliste; voor haar was het gewoon om muziekles te krijgen van beroemde componisten (Gabriel Fauré, Claude Debussy).
Ook indrukwekkend: Maurice Ravel droeg Le Cygne en La Valse aan haar op. Ondertussen liet ze zich op het doek vereeuwigen door impressionisten en fauvisten (Pierre-August Renoir, Toulouse Lautrec, Pierre Bonnard, Edouard Vuillard). Ze hield salon, was vertrouwelinge van Pablo Picasso en Jean Cocteau, en de grote inspirator en financier van Serge Diaghilevs Les Ballets Russes.
Clive James zegt treffend over haar: ‘For most of her life she was too rich to be a true bohemian, and too passionate about art to be a true representative of high society. Instead, she was, for her time, the incarnation of that special energy released when talent and privilege meet’.
Wanneer ze elkaar precies ontmoet hebben is mij onbekend, maar ik kan me indenken hoe de uitwerking moet zijn geweest. In ieder geval was Serge Diaghilev de intieme schakel in hun leven – zo begeleiden beiden zijn doodskist in de eerste gondel toen hij in 1929 werd begraven in Venetië. Ze herkenden elkaars onafhankelijke kracht en de uitwerking die dat had op anderen, en – wellicht belangrijker – zagen elkaars zwaktes. En een ware vriendschap verdraagt kritiek, werkt kruisbestuivend. Coco ontdeed Misia van haar 19de eeuwse gecorsetteerde verschijning, gaf haar de ‘new look’ waar ze zelf de uitvindster en ambassadrice van was.
Misia op haar beurt opende voor Coco de wereld van ‘geschiedenis’, goede smaak, (moderne) kunst en zijn makers. Chanel nam het in zich op en verwerkte het op onconventionele wijze in haar ‘werk’ en maakte het maatgevend. Interessant om te zien is dat anno nu Chanel als persoon blijft voortbestaan door haar huis, terwijl Misia alleen ‘voortleeft’ in werk van anderen. Het verschil: Misia inspireerde, Chanel realiseerde.
Leuk is natuurlijk altijd de roddel en achterklap. Chanel vond dat Misia’s derde man stonk – zo schijnt het idee te zijn ontstaan voor het eerste Chanelparfum. In Misia’s autobiografie laat zij zich er op voorstaan dat zij Chanel op het idee bracht een parfum te lanceren.
Er wordt door biografen ook druk gespeculeerd op een lesbische relatie en hun voorliefde voor – laten we het netjes houden – geestverruimende middelen. Dat hun wederzijdse genegenheid oprecht en ongeveinsd was, bewijst wel het feit dat Chanel de verzorging van Misia’s doodsbed op zich nam; ze versierde het met bloemen. Naar aanleiding van Misia’s overlijden schijnt Chanel te hebben gezegd: “We love people for their faults; Misia gave me ample reason to love her.” Nu hopen dat binnenkort het toneelstuk Les Monstres Sacrés (1940) van hun wederzijdse vriend Jean Cocteau weer wordt opgevoerd, want daarin zijn Coco Chanel en Misia Sert de heilige monsters.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Er zijn de laatste jaren in het nichecircuit diverse viooltjesgeuren verschenen die niet voor elkaar onderdoen èn op elkaar lijken. Dat is nu eenmaal het ‘nadeel’ van een puur viooltjesparfum: wil je het maarts viooltje op haar meest naturel – bladgroen, zoet, zuurtjesachtig, fluwelig en poederig – laten ruiken dan blijven de mogelijkheden beperkt. Het komt vaak neer op een zoetgroen-zurige dan wel zoet-bloemige interpretatie.
Soms vloeien deze twee perfect samen. Bijvoorbeeld in de mannengeur Grey Flannel (1975) van Geoffrey Beene. Een ander nadeel: viooltjesgeuren worden vaak met has been en ouderwets ‘richting oma’ geassocieerd. Haar een moderne draai geven is niet makkelijk. Waarvan Insolence (2006) van Guerlain getuigt.
Dit parfumhuis heeft trouwens een van de meest legendarische viooltjesparfum op zijn naam staan Violette de Madame (1901). En Jil Sander heeft nu met Simply (2014) de ambitie een nieuwe klassieker te ontwikkelen – een viooltjesparfum. Besluit Chanel er een te lanceren, dan lijkt het alsof de wereld er voor het eerst mee kennismaakt, geven twijfelaars zich over door het simpele feit dat het een Chanelviooltje betreft. Verandert het sleetse viooltje in één keer van has been naar must have. Wat heeft Olivier Polge, die zijn vader Jacques Polge als huisneus van Chanel is opgevolgd om de continuiteit te waarborgen, gedaan? Hij heeft al ervaring met het viooltje. Het sierde de geur Balenciaga Paris (2008) die hij voor Balenciaga maakte.
Zijn uitgangspunt: Polge richt zich niet op een ‘biografie in parfumvorm’, hem trekt meer de wending die het leven van Gabriëlle Chanel neemt na haar ontmoeting met Misia. Ofwel, de nieuwe wereld waarin ze werd geïntroduceerd – alle grote, vernieuwende kunstenaars uit die tijd – en een voor Chanel nog onbekende oude wereld: de poort op het (Nabije) Oosten – Venetië.
Het persdossier meldt: ‘In Venetië laten Misia en haar derde echtgenoot – de Spaanse kunstenaar José Maria Sert – Chanel musea en kerken zien en de schitterende collecties van antiquairs. Gabriëlle is verrukt over de moderniteit van byzantijnse en barokke stukken die zich niet veel later zullen vertalen naar haar couturejuwelen’.
En dat wordt olfactorisch opgeroepen met de artistieke revolutie van Serge Diaghilevs Ballets Russes die heel Parijs in verrukking brengt. ‘Het is met het toneel en de loges van Palais Garnier dat Olivier Polge de contouren van dit parfum schetst en daarmee de momenten uit lang vervlogen tijden weer tot leven brengt. Alsof de harten van de dansers en hun publiek weer kloppen. In een ademteug komt de eeuwige, verleidelijke vrouwelijkheid en de volledige betovering van de verdwenen balletten (…) weer tot leven. En ook Misia lijkt een moment lang weer aanwezig te zijn’.
Chanel zegt ook in het persdossier: ‘Als er al een geur is die de sfeer van deze sprookjesachtige avonden kon samenvatten, dan zou de geur van viooltjes ongetwijfeld het eerst genoemd worden’. En die gebruikt Olivier Polge vol overgave. De opening geeft het zuurtjes- en snoepjeseffect van het tere bloemeke vrij – fris, framboosachtig, frivool, glimmend.
Maar om haar niet eendimensionaal te houden, voegt Polge meiroos en Turkse roos toe waardoor het viooltje voller, bloemiger en minder ‘vlak kermiszoet’ wordt. Voor de luxe, poederige toets wordt veel iris toegevoegd – volgens Chanel ‘donzig zacht die doet denken aan bont en fluweel’. En om tenslotte het viooltje een ‘ronde volheid’ te geven, wordt Misia afgerond met tonkaboon, sandelhout en benzoïne uit Laos – warm, gloedvol.
Eindresultaat: een vol viooltje in een aura van bepoederde rozen op een warme huid. Vooral dat laatste idee voorkomt dat Misia teveel richting make-up en lippenstift gaat. Klassiek en chic. Niet wat we van Chanel gewend zijn, dit vrouwelijk bevestigende. Is dat de verrassing? Andere verrassing: geen eigenzinnige en verbazingwekkende noot die als het ware het vernieuwende, revolutionaire van Les Ballets Russes vertegenwoordigt. Als er één parfum is die dat wel in zich heeft, dan is dat natuurlijk het voor die tijd even revolutionaire N°5 (1921). Hoe zou een aldehyden-infused viooltje eigenlijk ruiken…
Maar… als je deze Russische avonden de in Opéra Garnier olfactorisch echt tot leven wilt wekken, dan zou dat eigenlijk met een klassieke, vooroorlogse chypre moeten zijn. Want het is bekend dat Serge Diaghilev voor aanvang van zijn balletvoorstellingen de toneelgordijnen rijkelijk besprenkelde met Guerlains Mitsouko (1919). Daar kun je sinds kort weer – bijna – ouderwets van genieten, want Thierry Wasser heeft in 2013 een nieuwe versie gemaakt die direct een prijs kreeg voor de beste herformulering van het jaar. En Hiram Green laat je met Shangri La (2014) oude chypre-tijden op een modern-nieuwe manier beleven.