GO HUGO, GO HUGO, GO GO GO!
JEANS (WORDT) ANDERS GEÏNTERPRETEERD
DONKERDER, KRUIDIGER, MEER NADRUK OP HOUT
Je denkt een geurtrend is voorbij, dan nies je even en daar komt die weer om de hoek kijken – ja hoor! In dit geval jeans. Toen dit (of denim) voor het eerst werd gekoppeld aan geur – begin van het millennium – was ik oprecht benieuwd. Zouden neuzen de moeite nemen het gevoel van jeans – dus niet de symboliek van ‘vrijheid’ en rebellie’ die het vertegenwoordigt, denk Jeans, sorry, James Dean – maar het olfactief gevoel van spijkerstof te vertalen?
Absolutely not! En al helemaal niet met de batterij aan jeansgeuren die Versace – stuk of veertien – op de markt kieperde. Jeans stond gelijk met sportief, dus fris, aqua, ozon, licht gekruid en met hier en daar een hint van zilt. Moet gezegd: Green Jeans van Versace (1996) was/is een favorite of mine: crispy, fris, groen met grappige ‘aldehyden-inbreng’.
Voor mijn gevoel kom je met het gebruik van iris aardig in de buurt, tenminste als je de stoffige-koele kant van de wortel benadrukt en dit vermengt met ingrediënten die deze sfeer versterken – denk wierook. Oh jee, zit je toch snel in de nichehoek en dat is jeans absolutely not – ook al zet je er couture voor zoals Versace deed.
Deze analyse nu wordt onderbroken door een commercial: ‘Leef voor het onvoorziene. Omarm creativiteit. Wees trouw aan jezelf. Dit is Hugo Jeans, een aromatische fougère die, net als de perfecte jeans, de seizoenen overstijgt. Word deel van de beweging en maak deze klassieker de jouwe. Grijp het moment, voer de energie op en til je iconische fit naar een hoger niveau. Hugo Jeans valt anders’.
In aromatische fougère van de commerciële boodschap ligt alles besloten, want Hugo Jeans is absolutely not fris, aqua en ozon, licht gekruid met hier en daar een hint van zilt. Licht gekruid dan uitgezonderd. Want als de frisse openingsnoten zijn vervlogen doen de ‘kruidjes’ hun werking: fris en uplifting munt waarvan de aqua-achtige frisheid wordt getemperd door jeneverbes. Ook soort van fris maar eerder ijl-kruidig, donkergroenig – met een beetje fantasie waan je je in de duinen bij de zee.
Maar het is de basis die de toon bepaalt. Nu doen natuurlijk de meeste geuren dat ‘in the end’, maar daar word je in Hugo Jeans nu sneller naar toe geleid. Op aangename manier. Vetiver springt er voor mij uit, geschraagd door sandel- en cederhout. En met dit hout-trio heb je feitelijk alles wat de mainstream-man van nu wil: geen rare fratsen – ‘Mijn laatste geur, Veen is Fern, is gebaseerd op de herinneringen van mijn overgroot-opa die turf moest steken in Drenthe’ – maar recht-aan-recht-toe-geuren die je een behaaglijk en zelfverzekerd gevoel geven.
Ben je niet zo’n geurhoutgeval, no worries: Boss lanceert binnenkort een geur ‘richting vakantie’ – embargo, dus kan verder geen mededelingen doen.
Nog drie dingen die (me) opvallen: heb je de naam Hugo Boss horen vallen? Not. En ook geen hippe videoclip met nieuwe en/of oude ambassadeur. Bezuinigingen nieuwe stijl? Wel leuk: als je de rode band op de flacon leest dan krijg je van links naar rechts (en dan doorlezen) HUGO HU GOHU GO. Met andere woorden GO HUGO. Kun je zowel positief als negatief interpreteren.







Een mens is voorspelbaar, een goeroe is voorspelbaar. Dus wanner ik een batterij aan ‘gaat-wel-mwahh’-geuren heb doorgesnoven, dan krijg ik zin een lekkere volle geur, een geur bijvoorbeeld waarin één bloem in al haar glorie wordt gepresenteerd. Men neme de hyacint dit keer. Bedwelmend, overrompelend en voor mij een erotische evocatie (zonder wulpsheid) symboliserend van het voorjaar in vergelijk met het lelietje-van-dalen dat meer de belofte en onschuld van het nog te beginnen nieuwe seizoen verkondigt.
Hoewel er nog steeds essentiële olie aan de hyacint wordt onttrokken, ervaar je dat zelden in geuren. De reden: de prijs. Zal wel richting Arabië verdwijnen waar ze – de elite – dit soort extracten nog vanzelfsprekend vinden. Ik weet dat Santa Maria de Novella ooit een 5ml-extract ervan in zijn collectie had. En keer aan geroken en altijd spijt dat ik hem ter plekke niet heb gekocht.
Ik dacht ‘altijd’ dat Mont St Michel maar één geur produceerde: Ambrée Authentique. Had een inmiddels overleden vriendin van me (drie jaar geleden op 80-jarige leeftijd) altijd achter de hand als ze geen geld had voor een Guerlain (haar vaste merk, haar favoriet Parure) en toch een echt ‘Parijsparfum-gevoel’ wou hebben.
Even ter herinnering: Mont Saint-Michel is een getijdeneiland over land alleen bereikbaar bij laagwater. Tegenwoordig loopt er een smalle brug, met pendeldienst, alleen toegankelijk voor voetgangers. In 1979 werd Mont Saint-Michel met abdijcomplex en omliggende baai uitgeroepen tot werelderfgoed door de Unesco en is – wist u dat? – met jaarlijks meer dan 3.500.000 bezoekers Frankrijks derde toeristische site na de Eiffeltoren en Versailles. Reisadvies: niet tijdens het hoogseizoen.
Had Geurengoeroe als blog in 19018 bestaan, dan was hij very very enthousiast geweest over de ontvangst. Qua naam dan. Tuinen, die werden toen nog nauwelijks aangelegd in de parfumerie. Alleen die van Guerlain was geopend: Dans le Jardin de mon Curé (1895). Nu struikel je erover. De meeste tuinen hebben dezelfde soort entrée en er groeien en bloeien meestal dezelfde bomen, struiken en planten in dezelfde perkjes.
‘Altijd’ moeilijk met een naam. Laat je je erdoor leiden, afleiden of verleiden? Brengt een naam treffend de boodschap van de geur over? Difficult. Difficult. Toen ik van Jardin Secret hoorde, begon ik te lijden, dacht geen aandacht aan besteden, gewoon vermijden. Want kan het truttiger en jeetjeminahalelujahupsakee dit is wel een van de meest gebezigde clichés in lalalaparfumland.
Is het nu een poederregen of een bloemenregen? Wat in ieder geval opvalt: als de bloemen in de wind zijn verdwenen, resteert een guirlande van diverse soorten musk die samen een warm gevoel oproepen. Want de witte musk is slim ingepakt met een ‘warme’ variant plus sandelhout en ambrette – versterken samen het poederige karakter van de iris in het hart. Kan er niets aan doen: Lorenzo Villoresi’s 

Jeu D’amour L’élixir trekt zich hier weinig van aan, en dat mogen we alleen maar waarderen. Deze tuberoos is niet zo drop dead-gevaarlijk als Robert Piguets 
Het leven is een reis hoor je mensen wel eens, eigenlijk heel vaak heel veel mensen, zeggen. Bekijk de interviews van Oprah Winfrey met de famous & celebs: het was me toch een reis om te komen waar ik nu ben, maar elke afgelegde kilometer – for bad, for good – was de moeite waard. Het heeft me gebracht waar ik nu ben.
Wat mij triggert: het idee van zijde. Want hoe meer me ik in de geur verdiep, hoe goed dit beeld blijkt te kloppen. En het is nodig om de naam van de geur bij de beoordeling met je ‘mee te nemen’.
Dior gooit het over een andere én best wel ingewikkelde boeg: J’adore Touche de Parfum. Volgens het persbericht ‘meer dan een parfum, een uitnodiging tot originaliteit, een creatieve manier van parfumeren, een olfactieve mis-en-scène’. De bijna (zelf)verstikkende zelfbewieroking van Dior voor ‘goed, zal wel’ nemend, is J’adore Touche de Parfum in het kort een basisgeur die alle J’adore-variaties transformeert tot een nieuwe.


