LA GRIFFE DE MONA DI ORIO: MONAESQUE
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 01/10/14
Neus: Melanie Leroux
Flaconontwerp: Ateliers Dinand
Fotografie: Petrovsky & Ramone
Concept & realisatie: Jeroen oude Sogtoen
Het is volgens mij een van de meest vreselijke beslissingen die je moet nemen. Hoe als direct betrokkene – familie, vriend, collega, zakelijk leider, mecenas – verder te gaan na de plotselinge dood van een jong kunstenaar. Sluit je het atelier, richt je een stichting op met als doel zijn werk en ideeën levend te houden?
Jeroen oude Sogtoen was het bijna allemaal, en we weten inmiddels: hij ging verder zonder Mona di Orio. Eerst aarzelend: twee ‘nieuwe’ geuren – Violette Fumée en Eau Absolue (beide 2013 en onderdeel van Les Nombres d’Or) en geleidelijk meer vanzelfsprekend en uiteindelijk onontkoombaar. Het is nu tien jaar geleden dat hij met Mona di Orio begon. De lat werd hoog gelegd: het parfumhuis moest de Guerlain van de toekomst worden. En ondertussen kwam niche in een stroomversnelling.
Geen dag voorbij, zo lijkt het, of een nieuw nichehuis meldt zich, of een doodgewaand huis wordt gereanimeerd. Een goed en noodzakelijk moment voor Jeroen oude Sogtoen om Mona di Orio een nieuwe, onderscheidende ‘griffe’ te geven nog beter aansluitend bij de wereld waar ze zo van hield – het interbellum. De periode tussen de twee wereldoorlogen waarin het Europese parfum zijn eerste hoogtepunt bereikte mede geholpen door de art nouveau en art deco. Dat zie je terug in de nieuwe vormgeving: rond en sierlijk maar met een strak logo en een beeldtaal in zwartwit. En nu een nog duidelijker verwijzing naar de Hollandse wortels: ‘Amsterdam Paris Unconventional Parfum Traditions’.
Om wat de geuren betreft niet alleen in verwondering terug te blijven kijken – weest verheugd Lux en Nuit Noire (beide 2004 en vallen nu in de Signature Collection) worden opnieuw en ongewijzigd uitgebracht; andere volgen – besloot Jeroen oude Sogtoen nieuwe te ontwikkelen met jonge neuzen die de filosofie van het huis onderschrijven – in één woord ‘Monaesque’, ofwel de handtekening, griffe, van Mona di Orio. De eerste proeve: Myrrh Casati, samengesteld door Melanie Leroux.
Casati verwijst naar de achternaam van Marchesa Casati (1881-1957). Volgens Wikipedia ‘an eccentric Italian heiress, muse and patroness of the arts in early 20th-century Europe. As the concept of dandy was expanded to include women, the marchesa Casati fitted the utmost female example by saying: ‘I want to be a living work of art’.’ Laatste is altijd een gevaarlijk en aanstellerig uitgangspunt – zie de handel en wandel van Lady Gaga. Maar dergelijke vrouwen zijn altijd een inspiratiebron voor kunstenaars: zo hebben velen Casati vereeuwigd. Niet de minsten: Giovanni Boldini, ‘onze’ Kees van Dongen, Man Ray (zie foto) en Augustus John. Interessant en logisch: excentriekelingen komen altijd one way or another met elkaar in contact. In de villa die Casati in 1910 in Venetië betrok – Palazzo Venier dei Leoni – is nu de Peggy Guggenheim Collection te bezichtigen.
Casati’s leven werd één keer verfilmd: A Matter of Time (1976) met Ingrid Bergman in de hoofdrol. Hoogste tijd dat het opnieuw wordt gedaan – haar dochter Isabella Rosselini? – om een nieuwe generatie kennis te laten maken met deze ravissante muze. Het volgende klinkt toch erg aanstekelijk voor een filmscene: ‘For a summer of drug abuse on the island of Capri, she packed a wardrobe of black Morticia gowns, dyed her hair green and paraded through the village streets with a crystal ball, followed by a retainer in gold body paint’ – Scot D. Ryersson, The Marchesa Casati: Portraits of a Muse.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Myrrh Casati is helemaal in lijn met de gedachtenwereld van Mona di Orio: duister en excentriek. Laatste niet als excuus om op te vallen, maar wel om het krachtige karakter van de geur te symboliseren.
Maar Mona di Orio staat ook voor licht – garandeert dat geuren niet ‘dichtgeplakt’ raken, dat het de donkere onderlaag laat resoneren. Clair obscure dus. Moet toch gezegd: weinig licht te bespeuren als je de ingrediëntenlijst ziet: roze peper (Schinus molle), kardamon, safraan, zoethout, benzoïne, mirre (zie foto), wierook, patchoeli, cypriol, nagarmotha en guaiac. Eigenlijk alleen de eerste twee komen hiervoor ‘in aanmerking’ en als je het goed interpreteert: mirre. En toch… bij de eerste spray meen ik door de energieke roze peper en kardemon heen een whiff Cuir (2010) te ruiken met zijn nog steeds eigenaardige rokerig-ruwe noot met zeepachtige toets.
Het is dus wierook. Verschijnt voor mij als een dreigende, donkere wolk die langzaam aan zachter, vloeiender en melkachtig wordt – door mirre. Interessant: een light gourmandtoets, een light likeurtoets opgeroepen door zoethout veredeld door saffraan. Waarom spookt dit door mijn hoofd: ‘Myrrh, myrrh on the wall who’s the fairest of them all?’ In the end niet alleen mirre.
Want deze hars wordt mooi ingepakt door benzoïne die de zoetige, melkachtige toets als het ware ‘verfluweelt’. Waarom spookt steeds door mijn hoofd: ‘Voor het zingen de kerk uitgaan?’ Het antwoord: wederom mirre. Garandeert dat de wierookwolk niet te ‘overwhelming’ wordt en het droge hout in de basis zich kan ontwikkelen, kan smelten.
Nu de – onmogelijke – vraag: wat zou Mona di Orio van deze exercitie hebben gevonden? Ik denk dat ze iets in deze ‘soft oriental skin scent’ gemist zou hebben. Een onverwacht ingrediënt – net zoals ze zelf met oud heeft gedaan en waar naar sinds kort dit parfum ook naar wordt vernoemd: Oudh Osmanthus (2011) – waardoor je mirre op een andere manier krijgt voorgeschoteld. Waardoor mirre onontkoombaar wordt. Onontkoombaar: een omschrijving zo passend bij Mona di Orio’s onorthodoxe eigengereidheid.
RUIK&VERGELIJK
Mirre, ‘pure’ mirre blijft een echt niche-ingrediënt met een legendarisch verleden (denk aan de drie wijzen die Maria en Jozef bezochten om de veronderstelde ‘king of peace’ te eren) en met een enorme olfactorische rijkdom. Vandaar dat ook:
Serge Lutens La Myrrhe (1995)
Keiko Mecheri Myrrhe & Merveilles (2002)
Annick Goutal – Les Orientals – Myrrhe Ardente (2007)
Parfums Générale – Huitième Art – Myrrhiad (2011)
Von Eusersdorff Classic Myrrh (2011)
Guerlain – L’Art et la Matière – Myrrhe et Délires (2012)
Giorgio Armani – Armani Privé – Myrrhe Impériale (2013)