EEN ODE OP SERGE LUTENS
Jaar van lancering: 2005
Laatst bijgewerkt: 24/03/09
Neus: Mona di Orio
Art directon: Jeroen oude Sogtoen
Flaconontwerp: Jeroen oude Sogtoen
Je bent een champagne-fan. Je denkt dat je alle huizen wel zo’n beetje ontdekt hebt. Krijg je een keer een coupe Jacquesson aangereikt. Je bent een parfumfan en denkt dat je alle huizen wel zo’n beetje ontdekt hebt. Krijg je een keer een parfum van Mona di Orio aangereikt. In beide gevallen: je maakt kennis met een nog een onbekende en ongekende verfijning. Beter kan ik het niet verwoorden. Ruiken aan de geuren van Mona di Orio, is het begin van een reis naar een constellatie aan het parfumfirmament.
Een constellatie die je als het ware in contact brengt met de ware magie van geur. Ongezegd brengt het nieuwe emoties tot leven. Blij en verwonderd, vraag je je af wat het geheim is. En het antwoord is simpel: hoewel ze vertrouwd overkomen – je ruikt kennis van de parfumgeschiedenis- moet je constateren, dat je zoiets – pas op, nu volgt een cliché – nog nooit geroken hebt.
Geldt helemaal voor het hemelse Nuit Noire. Het is een ode op de leermeester van Mona di Orio, Serge Lutens (zo vertrouwd met de geuren van Noord-Afrika) en op de geuren die je ’s nachts kunt opsnuiven in de souks, tuinen en ‘hams’ van het oude Tunis. De lucht wordt warmer naar mate de maan rijst aan de sterrenhemel. De wind brengt slierten van geuren, eerst licht, maar hoe later het wordt, des te intenser… in Nuit Noire ruik je op een moderne manier de olfactorische erfenis van de Arabische wereld.
Leuk detail: de flacons van de Mona di Orio-parfuns worden ‘gezegeld’ door de musseletsluiting van het champagnehuis Jacquesson (favoriet van Napoleon Bonaparte) en verbeeldt tevens Mona di Orio’s passie voor en kenner van wijnen.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Sommige geuren begin je pas na een paar jaar te begrijpen. Dat wil zeggen: het genot is er vanaf de eerste kennismaking, maar hoe vaker je hem ruikt, des te meer lagen en nuances hij krijgt. Nuit Noire is zo’n geur. En er nog iets moois met deze geur aan de hand: door deze ‘langzame’ ontwikkeling begin je geleidelijk aan ook steeds beter ingrediënten van elkaar te onderscheiden
De opening is als een flits, als een vallende ster aan de Noord-Afrikaanse hemel. Korststondig maar krachtig deze licht-frisse en licht-gekruide opening van oranjebloesem, sinaasappel, kardemon en gember. De toon is gezet.
Dan het hart: poederig, houterig en ‘vreemd kruidig’ deze combinatie van wierook, sandel- en cederhout, kruidnagel, nootmuskaat en de gevaarlijke nuances van tuberoos (foto). Het einde van deze donkere nacht, is heerlijk klassiek-oosters: amber, leer, musk en tonkaboon met een enorme dierlijke nasleep.
RUIK & VERGELIJK
Bijna onmogelijk. Of toch wel. Ruiken aan de geuren van Mona di Orio is ruiken aan verfijning in ultieme vorm. En dan daarom ter vergelijk een parfum van het huis dat deze verfijning ook weer heeft hervonden. Het betreft een herlancering uit 1933, een parfum met talrijke lagen.
Guerlain Sous le Vent (2006)