GERUSTSTELLENDE KWALITEIT
GERAFFINEERD RUW
Ik heb veel boeken over het leven van Coco Chanel gelezen en documentaires gezien. De films over haar leven interesseren me op de een of andere manier niet: vaak te geromantiseerd en te über-bewonderend.
Tijdens dit verdiepen in haar leven ontkom je natuurlijk niet aan haar opmerkelijke quotes. Die zijn vaak zó touché waardoor je weet dat Chanel iemand was die heel goed kon observeren: niet alleen hoe de mens zich kleedde, of in haar optiek eerder niet, maar ook hoe de mens zich gedroeg in al zijn wederwaardigheden.
Google je ‘famous quotes Chanel’, dan passeren de bekende ‘onontkoombaarheden’ de revue. Haar scherpste voor mij: ‘Le luxe ce n’est pas le contraire de pauvreté mais celui de la vulgarité’.
In het persbericht van Le Lion kom ik een voor mij geheel onbekende quote tegen: ‘Ik ben een leeuw en net zoals hij sla ik mijn klauwen uit om niet gekwetst te worden. Maar geloof me, ik heb meer last van het krabben dan dat ik word gekrabd.’ Klinkt bijna te mooi – eigenlijk te toepasselijk in dit geval – om waar te zijn, eerder apocrief. Mocht ze het toch uitgesproken hebben, dan klinkt daar toch een zekere teleurstelling/argwaan tegenover de mens uit – lees over haar leven en je zult moeten concluderen dat dit een understatement is.
In ieder geval, de leeuw werd haar symbool puur om het feit volgens mij omdat ze onder dit sterrenbeeld is geboren – zoals zovelen stervelingen. Dat Chanel er ook haar persoonlijk symbool van maakte, bewijst wel haar grafsteen in Lausanne: onder vijf – inderdaad haar geluksgetal – identieke gebeeldhouwde leeuwenkoppen staat alleen wat ertoe doet: Gabrielle Chanel 1883 – 1971.
Maar ze was natuurlijk niet de enige: in veel culturen wordt aan de leeuw een symbolische betekenis toegekend. In verband gebracht met de zon en de maan, met het licht en het donker, met het goede en met het kwade. Zijn kracht wordt gezien als afspiegeling van de warmte van de zon als van de hitte van de strijd. En veel mensen die belangrijk waren, of het zich waanden, sierden hun wapenschild met op zijn minst één leeuw en/of flankeerden de entrée ermee naar hun domein (dat soms tot grote verrassing een tweeondereenkap woning blijkt te zijn).
Het persbericht van Le Lion refereert ook aan de – gevleugelde – leeuw die Venetië op het San Marco-plein bewaakt. Toen Chanel deze dogestad in 1920 voor het eerst bezocht maakte die een grote indruk op haar, en de kunst en cultuur die ‘la Serenissima’ symboliseert (en waardoor ze zich liet inspireren). Meer weten: zie Coco Noir.
Mocht je het niet weten: het is dit jaar 50 jaar geleden dat Chanel overleed – een tentoonstelling over haar bijdrage aan de mode in Parijs is door corona tot nader order niet toegankelijk. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat N° 5 het licht zag. Ben benieuwd hoe dat gevierd wordt. Mijn ideaal: een limited edition van de originele receptuur uit – inderdaad – 1921.
WAT LE LION IK EIGENLIJK?
Nu Le Lion. Na Boy en 1957 weer een Les Exclusifs die meer beroep doet op je olfactieve ‘incasseringsvermogen’ dan op je hang naar labelluxe. Niet dat Chanel nieuw terrein verkent. Integendeel, huisparfumeur Olivier Polge creëerde een klassieke geur van opening, naar hart, naar basis van een geruststellende kwaliteit. Alleen dit keer niet transparant en luchtig, maar sierlijk donker; een oriëntaalse verfijning gevrijwaard van haar gewoonlijke zwoelheid.
Daarom kun je Le Lion een soort van stoer noemen, niet cliché-vrouwelijk, eerder mannelijk. Maar dat is binnen het Les Exclusifs-universum vanzelfsprekend: je koopt als vrouw, als man een van de inmiddels 17 geuren omdat de compositie je bevalt, of beter gezegd: iets met je doet. Niet omdat een geur gendergebonden zou zijn – dat is zó’n ketenparfumerie-keuze, zó burgerlijk.
De opening: een klaterende cascade van bergamot en citroen – zuiver, zonnig en ‘oprecht’, zoals het hoort, maar je steeds minder vaak ruikt. Ik bedoel: ik heb de laatste toch wat geuren geroken die citrusfris moeten openen, maar vlak en bewerkt hun werk doen. Alsof de ziel er is uitgetrokken, alsof ze op 60 graden zijn voorgekookt.
Dan het hart: ook zo’n ingrediënt dat ondanks de belofte tam kan uitpakken (zoals in de nieuwe eau de parfumversie van Eternity for Men uit 2019). We hebben het over cistus labdanum. Wel eens omschreven als ‘natuurlijke musk’ – in zijn puurheid aards, ruw, leerachtig en ‘onbehouwen’, maar toch ook met een zalvende, warm balsemachtig effect – een parfum op zichzelf.
Chanel raffineert dit met vanille waardoor de ruwheid getemperd wordt, maar de aardse noot niet verloren gaat, en naadloos overloopt in een even donker-heldere melange van sandelhout en patchoeli. Samen geeft dit op míjn huid een stempel van leer met kruidige accenten die lang blijft hangen, en dan weer de vochtigheid van patchoeli, dan weer de zachtheid van sandelhout laat opleven. Qua gevoel balanceert Le Lion voor mij tussen Coromandel en Cuir de Russie.
Moet jij eens ruiken als je deze drie gaat layeren… Hoeft natuurlijk niet, Le Lion staat op zichzelf, zoals een stoere, gebeeldhouwde leeuw op een zuil. Sommigen zien deze manier van do-it-youselfen nog steeds als heiligschennis. Niet verder vertellen: Le Lion en 1932 … pas mal, pas mal du tout. Le jasmin du dernier devient charnel… En layer Le Lion daarna eens met Beige – ook een wonderlijke transformatie.