Tot het verschijnen van dit parfum had ik nog nooit van de naam gehoord. Maar ik ben dan ook geen balletdanser, balletliefhebber en heb ook geen vrienden en bekenden die het professioneel doen. Wat blijkt? Repetto geldt als icoon in deze ‘lichtvoetige’ wereld. Het is de achternaam van Rose die in 1947 dansschoenen ontwierp voor haar zoon – danser en choreograaf Roland Petit. Al zijn collega’s (van onder meer de Parijse opera) waren onder de indruk van deze met de hand genaaide schoenen waarvan het geheim schuilt in de ‘heen en terug’-stiktechniek.
Gevolg: die lieten vanaf toen hun schoenen maken door Rose Repetto – ze was de enige die hun eisen begreep. Wat aan haar faam bijdroeg: in 1956 bestelde Brigitte Bardot ter voorbereiding van haar rol in Et Dieu créa la Femme een ‘hybride’ schoen die haar passen extra elegantie zou geven. Voor de jonge danseres die actrice was geworden, ontwikkelde Repetto de Cendrillon-ballerina die legendarisch werd dankzij deze film van regisseur Roger Vadim.
Dan gaat het snel: drie jaar later opent ze een boetiek aan 22 rue de la Paix in Parijs naast het wereldberoemde operahuis Palais Garnier. Iedereen van naam in de balletwereld – Maurice Béjart, Rudolf Nureyev, Carolyn Carlson – maakte van dit adres hun adres.
Haar volgende wapenfeit: in 1970 maakte zanger Serge Gainsbourg de Zizi-schoen, ontworpen door Rose voor haar schoondochter (de bekende balletdanseres en actrice Zizi Jeanmaire) onderdeel van zijn garderobe. Hij versleet jaarlijks een groot aantal waardoor hij ongevraagd ambassadeur van Repetto werd.
Tijdens de jaren negentig werd het merk gezien als een slapende schoonheid die in 1999 door een nieuwe managing director, Jean-Marc Caucher, werd wakker gekust: hij maakt van Repetto een ‘breed’ luxelabel door het opzetten van een leren accessoire- en ready-to-wear-lijn, verkrijgbaar in de boetiek en online. De confectie is een moderne variatie op het klassieke balletoutfit waarbij mesh (geweven gaas) wordt gecombineerd met korte, wijde rokken, verschillende lagen stof die over elkaar zijn gelegd of juist strakke lijnen tot onder de knie.
Geen luxemerk ‘kan’ tegenwoordig zonder een parfum. En zo zag Repetto het licht. Met een opvallende ambassadrice: dus dit keer geen actrice, dus dit keer geen topmodel, maar – eigen aan de wereld van Repetto – de prima ballerina van het Opéra National de Paris: Dorothée Gilbert. Ze begon bij het Conservatoire de Toulouse, gevolgd door de Opéra de Paris Dance School in 1995. Vijf jaar later sluit ze zich aan bij het corps de ballet. Ze promoveert tot coryphée in 2002, tot sujet in 2003, tot première danseuse in 2005 en werd in 2007 benoemd tot danseuse étoile na haar optreden in de Notenkraker (in de choreografie van Rudolf Nureyev) op 19 november 2007.
Voor de campagne zien we Dorothée Gilbert in de intimiteit van haar kleedkamer waar ze zich op haar optreden voorbereidt. En om de hals van de roze, taps toelopende flacon is het satijnen lint gedrapeerd dat wordt gebruikt voor de Carlotta-ballerina en wordt verzegeld met de ‘iconische’ r van Repetto. De ‘gepoederde’ verpakking gekleurd in ‘Repetto-roze’ versterkt de link met de balletwereld. Let op: exclusief te koop bij Ici Paris XL.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
De neus Olivier Polge licht Repetto toe: ‘Ik zocht naar een manier om met luxueuze ingrediënten een handgenaaid effect te bereiken met als resultaat een muskachtige, poederige roos – de kwintessens van vrouwelijkheid. Voor deze ‘Rose Repetto’-roos tot volle bloei komt, waait er eerst een fris, maar tederzacht briesje die de poederige zachtheid van kersenbloesems combineert met de fluwelige ‘volle’ frisheid van peer.
Hierachter verschuilt zich de roos ‘die de huid omhult zoals een satijnen lint een enkel’. En deze ‘prima ballerina’-roos is fruitig en opvallend zoet, en dat ondanks de oranjebloesem die naast haar bloeit. Komt op conto van sensuele pas de deux in de basis van vanille en ‘amberhout’, resulterend in aldus het persbericht ‘een teder, delicaat en verfijnd parfum’.
Alleen voor mij meer ‘romantisch’ dan ‘balletromantiek’ in een flacon, want daarvoor is het geheel te weinig poederig en talkachtig (dit is een constatering, geen kritiek). Maar wellicht ruiken we dat weldra terug in het tweede Repetto-parfum. Want de balletwereld zit boordevol met referenties die je kunt linken aan parfums. We noemen slechts pas de deux, prima ballerina…
RUIK & VERGELIJK
Nog meer dit jaar verschenen parfums die een duidelijke rozenspoor achterlaten:
OLIVIER POLGE LEERT ZIJN VADER VANAF SEPTEMBER NOG BETER KENNEN
Kreeg net een email van Chanel met een officiële aankondiging die ik al jarenlang zag aankomen en verwachtte. Olivier Polge zal met ingang van september 2013 het Chanelparfumteam versterken.
Inderdaad, hij is de zoon van Jacques Polge, sinds 1978 ‘schatbewaarder’ van de Chanelparfumformules, en heeft daarnaast nieuwe geuren ontwikkeld die een duidelijk spoor hebben nagelaten in de moderne parfumindustrie. Neem alleen al Coco Mademoiselle uit 2001. Gelanceerd als ‘tussendoortje’ groeide het tot een – veel gekopieerde – moderne klassieker die zelfs Lidl wist te bereiken: Suddenly van Madame Glamour uit 2011.
Sinds 2005 heeft hij een collega: Christophter Sheldrake die vooral bekend werd door zijn creaties die hij maakte voor Serge Lutens (en vergeet niet zijn voor mij nog steeds verbluffende Rochasgeur Tocadilly uit 1999). Samen hebben ze Les Exclusifs ontwikkeld. In 2007 gelanceerd en daarnaast uitgebreid met diverse nieuwe geuren (zoals 1932 dit jaar) als antwoord op de nog steeds aan populariteit winnende nichegeuren.
Leuk detail in het bericht: ‘Olivier Polge will undergo a complete integration programme with in the house and its culture’. Zo’n ‘total make over-cursus’ zou ik ook wel eens willen volgen bij Chanel. Je hoeft volgens mij nog net niet een bloedtransfusie te ondergaan waardoor het DNA van Chanel in je aderen gaat vloeien, maar dat dit ‘integration programme’ werkt, weet ik.
Ik heb een Brusselse vriendin die een paar jaar voor Chanel heeft gewerkt. Ze was onder meer verantwoordelijk voor het intregreren en aankopen van bedrijven (zoals het borduuratelier Lesage in 2002) die Chanel noodzakelijk achtte voor het instandhouden van de haute couture-traditie. Zij was Chanel. Sterker, voor mij was ze een soort van incarnatie van Coco Chanel toen ze forty something was. Dus een sterke persoonlijkheid altijd ‘veilig’ gekleed in Chanel, maar (gelijk Grabriëlle) eigenzinnig en onorthodox. Van top tot teen. Van oor tot vinger. Aan één droeg ze een Chanel Camélia-ring, aan haar rechterpols altijd een moderne Chaneltas. En ook na haar afscheid bij Chanel, bleef ze ‘Chanel’.
Zal me dus benieuwen hoe Olivier Polge deze transformatie ondergaat. Misschien zien we hem binnenkort wel paraderen over de catwalk gekleed in ‘Chanel pour Monsieur’ waarmee Karl Lagerfeld af en toe zijn collecties voor Chanel mee opvrolijkt – zie foto.
Misschien zet Chanel hiermee opnieuw een trend. Jean-Claude Ellena, huisparfumeur bij Hermès sinds 2004, heeft een dochter – Céline – die ook neus is en sinds haar vaders aanstelling bij Hermès het door hem opgezette The Different Company (anno 2000) leidt. En voor je het weet wordt Romano Ricci – van Juliette has a Gun – én de achterkleinzoon van Nina Ricci door Puig in dienst genomen als ‘in house nose’ om het parfumhuis weer de luister van vroeger te combineren met ‘nu’.
En wat Olivier Polge betreft: hoewel hij ook veel commerciële en dus verplichte ‘parfumonzin’ heeft gemaakt, is zijn talent ‘hors de pair’. Ruik maar eens aan, het helaas niet echt aangeslagen, Eau Parfumée au Thé Rouge van Bvlgari uit 2006: niche als ‘masstige’ verpakt.
‘EEN UNIVERSELE VERKLARING VAN HET RECHT OP GELUK IN EEN GEUR’
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 03-09-12
Neus: Anne Flipo, Olivier Polge, Dominique Ropion
Model: Julia – too good to be true – Roberts
Flaconontwerp: Georges Delhomme
Regisseur: Tarsem Singh
En de eerste prijs voor het qua formaat en inhoud grootste persbericht gaat dit jaar naar de nieuwe Grote Geur van Lancôme: La vie est belle… Nummer twee: Catch me… van Cacharel. Nummer drie: Giorgio’s Acqua di Giò pour Homme Le Parfum. Eervolle vermelding: Coco Noir van Chanel. Er wordt in ‘een universele verklaring van het recht op geluk in geur’ zoveel gezegd, zoveel beweerd. En dan moet het uitleggen van de geur, de flacon, de ambassadrice en ‘the making of’ nog beginnen. Als je dit allemaal als klant moet aanhoren, of als personeel moet vertellen, dan kun je beter een stoel en self survival-pakketje meenemen.
Niet dat er geen interessante observaties worden gedaan over de wensen en verlangens van de vrouw van nu. Waarover later meer. Alleen: Lancôme heeft dit prestigieuze parcours wel vaker uitgezet ter introductie van een nieuw parfum dat, kort door de bocht, een nieuw begin in de wereld van het parfum inluidde, maar twee seizoenen later het al blijkbaar niet echt wist waar te maken. Wie herinnert zich nog de Grote Woorden van de Grote Geuren Hypnôse (2005) en Magnifique (2008)? Maar goed dat het cosmeticahuis Trésor (1990) in reserve heeft.
Ik ben erg benieuwd of alle inspanningen zijn vruchten zullen afwerpen. Opvallende hoogtepunten uit de verantwoording. Hoofdstuk een: ‘Lancôme heeft altijd een diepe, oprechte, respectvolle en positieve relatie met vrouwen die ontwikkeling stimuleert; een uniek verbond in een wereld waar uitbuiting en macht de norm zijn. Ver van alle overdaad en wetten van de afgelopen drie decennia, omhelst Lancôme – meer dan ooit – het less but better-principe. Ofwel, de zachte kracht van schoonheid die de zintuigen niet aanvalt’.
Hoofdstuk twee: geheel conform de tijdsgeest is La vie est belle ook een ‘triomf over bezit en uiterlijk vertoon’. Met andere woorden: terug naar de basis. Wat telt: ‘Een zoektocht naar betekenis. Iemands eigen mening. Een nieuw tijdperk gekarakteriseerd door afwijzing van een wereld die goud geplateerd of gedefinieerd is door strikte principes’. Dit is mooi verwoord: ‘La vie est belle is een zoektocht van zelfbewuste vrouwen die zekerheid hebben gewonnen door twijfel te accepteren, die weten wat zij willen en zich middelen toestaan het te vinden. Zij zijn bereid zichzelf in twijfel te trekken, die dit niet als een zwakte zien maar als hoop en avontuur. Vrouwen die weten aan welke zijde zij staan; niet aan die van onhaalbare ideeën en beloftes, maar aan die van jarenlang opgebouwde ervaring. Vrouwen die voor ‘minder’ gaan, mits dit hand in hand met ‘beter’ gaat’, hun leven verrijkend met een rustgevende ‘langzame’ kwaliteit.
Hoofdstuk drie: een schets van ‘de ontwikkelende vrouwelijkheid’ sinds een halve eeuw. Wat concludeert Lancôme? De vrouwelijke identiteit is getransformeerd. Sleutelfiguren: ‘Vrouwen zelf, opzienbarend grensverleggend, decennium na decennium, zoekend naar gelijkheid. Een nieuw tijdperk breekt aan van persoonlijke voldoening, zelfbesef. In één woord, geluk’. De eerste aanzet werd gegeven tijdens het tijdperk van emancipatie en feminisme in de jaren zeventig: ‘Huisvrouwen bevrijdden zich van beklemmende sociale gewoonten. Gekleed in mannenbroeken of gebloemde tunieken in rock- of hippiestijl, revolutioneerden zij sociale codes en maakten zelf keuzes én een sensationele entree in een lang verboden paradijs’. Daarna: ‘op zoek naar macht’ in de jaren tachtig. ‘In hun reis naar gelijkheid was het einddoel meer invloed, dagelijkse invloed. Iron ladies en working girls stonden onbevreesd aan het roer om verantwoordelijkheden op zich te nemen. Deze nieuwe Amazones op oorlogspad met XXL-schoudervullingen, oversized sieraden en heel hooggehakt werden vereeuwigd door Helmut Newton’.
Daarna volgde een periode van ‘minimalisme als wijze van identiteit’. De jaren negentig was een zoektocht naar een identiteit in een context van verloren referentiepunten (grenzen tussen mannen en vrouwen vervaagden), uitmondend in de esthetiek van androgynie. Allure verdween, lijnen werden verstoord, onderscheidende stijlcodes verdwenen, gevolgd door een generatie gedefinieerd door individualisme. Kleuren vervaagden, werden zelfs uitgewist, zwart en wit resterend. Vrouwen herontdekten zichzelf in een super skinny-vorm, gemotiveerd door het kanon van minimalisme: less is more’.
Hoofdstuk vier. Bleek achteraf gezien een beetje boring en onduidelijk, dus werd het opgevolgd door ‘de triomf van materialisme’ in het nieuwe millennium. ‘Moe van niets, herontdekken vrouwen de smaak van alles. Tegen een achtergrond van uitgesproken individualisme hullen ze zich in goud en logo’s. Alles om op te vallen, om te benadrukken dat ze een som van hun bezittingen zijn geworden. Een tijdperk van bevliegingen, van opstapelen en consumeren om acute wensen te bevredigen. Het moeten hebben… vrouwen werden schaamteloos gedreven door consumptie. Met welzijn en triomf werd opzichtig gepronkt, elke triomf werd voor het publieke oog, met een goedkeurende blik, gevierd. Dit waren de nieuwe sin qua non-voorwaarden voor het plezier van een vrouw’.
Hoofdstuk vijf. En toen eindelijk, we zijn er bijna: de dageraad van een nieuw tijdperk vanaf 2010. Om dit te onderstrepen haalt Lancôme Julian Barnes’ roman The Sense of an Ending (waarmee hij The Booker Prize won) aan: ‘Een keerpunt stond ons te wachten sinds vrouwen – het maakte hen niet uit hoeveel zij al hadden – simpelweg doorgingen met hun zoektocht naar meer. Zij hadden elke rol gespeeld: echtgenote, moeder, ontwerper, directeur, geliefde… Zij hadden onvoorstelbare hoogtes bereikt. Toch begonnen zij geleidelijk in te zien dat het geluk misschien niet daar was waar zij het hadden hopen te vinden. Zij hadden geleerd dat rolmodellen niet te imiteren zijn en dat geluk een made-to-measure- en geen ready-to-wear-ervaring is. Dit laten gaan is de basis tot het bereiken van iemands volledige potentie’.
Met andere woorden: ‘De subtiele triomf van het klaar zijn met het hebben en uiterlijk vertoon. Vrouwen betreden hun eigen paden van geluk, met af en toe een onverwachte route, in nieuwe richtingen. Less but better wordt de nieuwe filosofie. Ver van de sociale tegenstellingen van rigide richtlijnen is elke vrouw vrij haar eigen weg naar geluk te kiezen door eindelijk zichzelf te zijn en volledig en zonder dwang een nieuwe vorm van vrouwelijkheid te ervaren. Zij staan zichzelf toe de vrijheid te nemen minder te bezitten, minder rollen te spelen, alleen het beste te kiezen, de essentie van leven. Een lange en mooie reis in een opkomend tijdperk’.
Hoofdstuk zes. Hoe geniet je met minder méér van een parfum? Lancôme: ‘Met een geur die de zachte kracht van schoonheid onderstreept die de zintuigen niet aanvalt, zonder de vrouwelijkheid en verleiding uit het oog te verliezen. La vie est belle is een hommage aan de wereld van elegantie, licht en vrijheid. Een parfum met een ‘geweten’, een ziel en de belofte het leven met schoonheid te vullen’. Als het goed is, zie je ‘dat beetje minder’ direct terug in de flacon waarvan de ontwikkeling meer dan een jaar duurde ‘om het onmogelijke te bereiken; een cirkel vierkant maken om de indruk van een glimlach gesneden in kristal te wekken, met als finishing touch een parelmoer grijs organzalint rond de hals als symbool van ‘dubbele vleugels van vrijheid’.
Het is een moderne adaptie van een in 1949 door George Delhomme – toenmalig artistiek directeur – ontworpen flacon die het aura van vrouwen symboliseert met dat ondefinieerbare ‘je ne sais quoi’-gevoel. Ofwel, ‘de elegantie van een glimlach in kristal gesneden’.
Hoofdstuk zeven. Ga niet te lang in over de presentatie – cliché sprookjesachtig zoals alle succesvolle Grote Geuren in het ketenparfumerie-circuit: Julia Roberts op een best wel chique feestje met best wel mooie en best wel boaring genodigden, bevrijdt zich als enige van de kristallen ketenen – symbool voor wat vrouwen allemaal van zich hebben afgeschud? – die aan iedereen vastzitten. Gaat volgens Lancôme geschiedenis gaat schrijven. Dit kun je natuurlijk divers interpreteren.
Hoofdstuk 8: de ambassadrice. Ik citeer niet alles, anders ben ik over een uur nog niet uigeblogged. Over haar zegt Lancôme: ‘De belichaming van vrolijke vrouwelijkheid, maar zij zou alle vrouwen kunnen belichamen, in al hun eerlijkheid, waarheid en diversiteit. Roberts draagt het bijna ondanks haar zelf uit, in haar eigen moeiteloosheid, op een speelse en genereuze wijze’.
Het gaat maar door dit ‘gepiëdestal’. Je zou als gewone vrouw – die ze ook diverse keren heeft gespeeld – bijna radeloos en moedeloos van worden. ‘En dan dat ondefinieerbare aura, die natuurlijke charme en constante stralendheid die Roberts in het pantheon van de cinema plaatsen. Haar humanitaire betrokkenheid is discreet. Of zij nu voor het US Congres de onderzoeksfondsen voor het syndroom van Rett (een neurologische ziekte) onthult, haar support aan Hole in The Wall Gang (een van de grootste hulporganisaties voor zieke kinderen) of de Alliance for Clean Cookstoves, het is nooit een kwestie van hype. Wie anders dan deze persoonlijkheid kan de belofte van de vrijheid om jezelf te zijn en je eigen pad te kiezen?’ Zonder ketens wat voor soort ook?
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Vind ik altijd eerlijk gezegd onnodig: hoe lang (drie jaar) en hoeveel proeven (5521) het heeft geduurd voor dat ‘iedereen’ kan zeggen: ‘Perfect!’ Geïnspireerd door de boodschap van La Vie est belle opteerden Anne Flipo, Olivier Polge en Dominique Ropion voor de traditionele parfumerie-benadering.
Ofwel, de kracht van eenvoud op basis van het beste van het beste, vrij van het overbodige en slechts samengesteld uit 63 ingrediënten waarvan bijna 50 procent natuurlijk is. Het parfum kent twee wegen die zich parallel manifesteren en uitmonden in een ‘sensualiteit zwevend tussen schaduw en licht’: een stralend bloemenakkoord en iris die één worden door een ruggengraat van aldehyden.
Die zorgen ervoor dat de sambacjasmijn en oranjebloesem nog voller en zonniger worden en de iris pallida meer diepte krijgt. En de fruitige gourmandnoten cirkelen eerst in het rond om zich uiteindelijk te hechten aan de iris pallida, waardoor je een poederige sensatie krijgt die gezoet wordt door vanille, tonkaboon, praline, zwarte bes en peer.
En een ‘essence van de meest uitzonderlijke Indonesische patchoeli’ werd verwerkt om La vie est belle krachtig te laten resoneren. Aangenaam, haar heel eerlijk gezegd: hoewel de geur niet is overgedoseerd met gourmandlekkernijen, ruik ik toch meer een ‘gourmandpatchoeli’ dan een ‘gourmandiris’. Ook jammer: het ontbreken van een parfumextract. Maar dat zal wellicht volgen mocht La vie est belle wereldwijd miljoenen vrouwen aanspreken die zich herkennen in de boodschap en de geur daadwerkelijk less but better vinden.
RUIK & VERGELIJK
De iris ‘lakken’ met een gourmandlaagje gebeurt niet vaak, maar is wel eerder gedaan. In het nichecircuit dat wel.
Guerlain – L’Art et la Matière – Iris Ganache (2004)
Parfums Générale – Huitième Art – Naïviris (2010)
En qua overeenkomstige gourmandsensatie, slingert ook deze geur door mijn hoofd: