MAGNOLIA BLOEIEND IN DE SCHADUW VAN EEN PATISSERIE
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 25/05/14
Neus: Anne Flipo, Dominique Ropion
Ambassadrice: Julia Roberts
Fotografie: Carter Smith
Flaconontwerp: Catherine Krunas
Lancôme is er ‘eindelijk’ weer in geslaagd een parfum te ontwikkelen met de potentie om uit te groeien tot een nieuwe klassieker. De reden van het succes van het in 2012 gelanceerde La vie est belle – bewust niet met hoofdletters geschreven om de vanzelfsprekendheid van de boodschap uit te dragen: Lancôme ‘herschrijft’ hiermee zijn eigen visie op de vrouw, op vrouw zijn en op vrouwelijkheid.
In plaats van in te haken op wat de concurrentie doet – dus veel flankers na de niet helemaal geslaagde ‘grote lanceringen’ van de afgelopen jaren. En dat wordt inmiddels door vrouwen blijkbaar gewaardeerd én begrepen. Ze voelen bij Lancôme een connectie, een ‘antwoord’ op wat hen beweegt, maar dat ze zelf – nog niet – onder woorden kunnen brengen. Een cosmeticahuis als emotionele leidraad die de weg wijst naar – door het stellen van de vraag: wat willen vrouwen eigenlijk? – het recht op geluk. Volgens Lancôme ‘een beweging met universele dimensie’. Lancôme kiest voor deze weg samen met vrouwen die ervan overtuigd zijn dat zelfontplooiing een extra troef is – zo lang die maar niet resulteert in egocentrisch gedrag lijkt me – die het verschil kan maken.
Interessant dat een cosmeticahuis zich deze emancipatoire rol toebedeelt. Wat ik me in al mijn alpha male-onwetendheid afvraag: kiezen vrouwen echt voor La vie est belle omdat Lancôme ‘naar haar wensen luistert, met haar een oprechte relatie onderhoudt en elkaar vinden in het concept van een zelfzekere en gelukkige vrouwelijkheid waarin schoonheid van de dag centraal staat’. Aldus Françoise Lehmann (algemeen directrice internationaal). Terzijde: sinds wanneer is ‘zelfzekere en gelukkige vrouwelijkheid’ een concept?
Is het niet gewoon de campagne, de geur en misschien de achterliggende gedachte? Want alle cosmeticahuizen onderhouden dergelijke warme banden met vrouwen all over the world. Vertalen dat onder meer in parfums waarvan ze hopen dat zoveel mogelijk vrouwen het ‘aanvoelen’, begrijpen en dus kopen.
Alleen een parfum neerzetten dat lekker en figuurlijk begrepen wordt, vrouwen een prettig gevoel geeft is steeds moeilijker. Maar omdat nu ‘recht op geluk’ te noemen… Is het niet meer en niet minder (en genoeg) dat een huis een parfum maakt dat symbool staat voor ‘stralende vrouwelijkheid, een zalige uitnodiging het leven lief te hebben en daar ronduit voor uit te komen’ – de boodschap van La vie est belle L’Eau de Toilette.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wanneer je een eau de toilette voorziet van ‘haar’ lidwoord, dan betekent dat het niet zo maar een eau de toilette is: het is een volwaardige geur naast de eau de parfum-versie. Nog sterker: La vie est belle L’Eau de Toilette heeft een eau de parfum-concentratie. Een andere reden waarom Lancôme het doet, is dat het huis voor het eerst in zijn geschiedenis een geur heeft gemaakt waarin de magnolia het stralende middelpunt is.
Lancôme verbindt hier een ‘naar verluidt’ aan die niet klopt. De boom, in volle bloei, zou ‘in de 18de eeuw de aandacht getrokken hebben van een plantkundige die het op een zeilboot meenam naar Europa. De boom belandde in de oranjerie van een kasteel waar hij vergeten werd en wegkwijnde. Toen de kasteelheer besloot hem weg te doen kon zijn vrouw hem overtuigen de magnolia in de tuin te planten… De zon wekte de knoppen tot leven en binnen enkele maanden kon de boom opnieuw pronken met zijn schitterende bloemenpracht’.
Dit klopt wel: de magnolia wordt voor het eerst beschreven in 1703 door de Franse botanist Charles Plumier (1606-1703) naar wie – ook weer interessant – een frangipane-soort is vernoemd die ook steeds meer wordt gebruikt in geuren: plumeria. Hij gaf de naam magnolia aan de ‘bloemgevende’ boom afkomstig van Martinique – lokaal talauma genoemd. Plumier noemde de soort naar zijn land- en vakgenoot Pierre Magnol (1638-1715).
De magnolia-familie telt meer dan 200 soorten met als oorspronkelijke habitat Zuid-Oost Azië, Amerika, en de Caribische eilanden. Wat al deze soorten verbindt: de fragiele en zacht-bloemige geur die doet denken aan met dauw bedekte, nog net niet ontloken rozen met een – dat wordt wel eens ‘over het hoofd gezien’ – frisse en sprankelende nuance die doet denken aan citrus. Net zoals het lelietje-van-dalen kondigt ze het voorjaar aan.
Lancôme typeert de geur treffend als ‘met frisse en bedwelmende toetsen met een delicate sensualiteit’. Het mooie: het licht de eau de parfum-partituur van La vie est belle op; de iris pallida wordt hierdoor minder ‘aarde’, meer ‘lucht’. En de witte bloemen – sambacjasmijn en oranjebloesem – worden hier door ook het ‘luchtruim’ ingestuurd. En het door de patchoeli geschraagde gourmandaccent – nu opgeroepen amandel, vanille, praline, ‘suikerdraad’ en tonkaboon – wordt door de magnolia minder ‘banketbakker’. Maar toch, het is een magnolia bloeiend in de buurt van een patisserie. Of is het een ‘magnolia-gebakje’ gemaakt van de fijnste suikerwaar…
RUIK&VERGELIJK
De magnolia leidt de laatste jaren een teruggetrokken bestaan in de parfumerie. Hoe zou dat toch komen…
Dat de papieren media voor parfumhuizen minder belangrijk wordt om hun waar te promoten wordt steeds duidelijker. Ze zoeken nieuwe manieren om in contact te komen, te communiceren met de vaste en potentiële nieuwe consument. Facebook, Twitter, noem maar op. Opvallend om te zien dat Chanel (ik word niet gesponsered door Chanel!) hierin tóch weer de toon zet.
Het huis heeft op dit gebied een traditie: Coco Chanel was de eerste die zichzelf in 1937 als ambassadrice voor haar N° 5 (1921) liet fotograferen, die beroemde gezichten inhuurde ter promotie en een van de eerste luxemerken was die het ordinaire medium televisie onderkende als invloedrijk communicatiemiddel. Nu weer: vorig jaar verscheen op Youtube de For the first time-serie waarin op bijzondere wijze Chanels autoriteit op parfum – en modegebied uit de doeken werd gedaan. Niet door een gladde en overromantische clichépresentatie (zoals de door Baz Luhrman geregisseerde N° 5-clip met Nicole Kidman als hopeloos verliefde actrice) maar door een humoristische, bewust amateuristisch aandoende copy and paste-compilatie van oude films en foto’s ter versterking van het vintage-gevoel. Dior volgde dit jaar hetzelfde pad om de byzonderheid van Miss Dior (1948) te etalaren.
Dat zowel Chanel als Dior een aantal historische steken hebben laten vallen, is een ding waar alleen een kniesoor zoals ik op let. Maar toch: Chanel voert in een van de For the first time-afleveringen de pioenroos op als ingrediënt. Maar die is tot aan de jaren negentig neverjamaisnooitniet verwerkt in welk parfum dan ook. Ook laat het logischerswijs achterwege dat na de bevrijding Amerikaanse soldaten niet alleen in de rue Cambon (waar de couturesalon van Chanel zich bevindt) in rij stonden om een flacon mee te nemen voor het thuisfront: bij Patou (rue St. Florentin) en Guerlain (Champs-Elysées) gebeurde hetzelfde.
Dior neemt het nog minder nauw met de geschiedenis in The Story of Miss Dior die dit jaar op Youtube verscheen. Het laat (snap ik wel) een aantal feiten achterwege. Zoals dat Miss Dior op één lijn ligt – door de verwerking van galbanum – met de succesparfums van zijn collega’s Robert Piguets Bandit en Pierre Balmains Vent Vert – respectievelijk in 1944 en 1945 verschenen. En daardoor niet echt uizonderlijk was. En de vermelding dat de originele Miss Dior een ‘enigszins pittige groene milde chypre’ is… het tegendeel is waar. Om maar te zwijgen van het overduidelijke aanwezige dierlijke accent in de basis. Het niet benadrukken dat de nieuwe versie van Miss Dior – gepromoot door Nathalie Portman – in olfactorisch opzicht weinig vandoen heeft met Original Miss Dior (nieuwe betiteling voor de oorspronkelijke versie) is des te verwonderlijker.
Nieuwe verleidingsmethode: een tentoonstelling midden in Parijs. Ook hier weer: Chanel leads the way: van vijf mei tot vijf juni was dit jaar in Palais Tokyo een tentoonstelling – N° 5Culture Chanel – waarin N° 5 werd uitgelicht door het parfum te plaatsen in een historisch, cultureel en artistiek perspectief. Ben niet gegaan: ik weet het allemaal al. Voor velen zal de expo als eye opener hebben gewerkt, maar voor mij zat er weinig verrassends in deze ‘zelffelicitatie’. En wat ik gehoopt had, was er niet: de mogelijkheid om te ervaren hoe de compositie zelf zich in de loop van de decennia ‘aan de eisen van tijd’ heeft aangepast.
Dior (dat twee jaren geleden al enorm uitpakte met een ‘Made in Versailles’-clip van J’adore uit 1999 en het utlieme modecliché bevestigt dat topmodellem altijd te laat zijn en dus heel hard moeten rennen) volgt bijna hetzelfde traject met Miss Dior: in het Grand Palais kon je van 13 tot en met 25 november zien hoe vijftien vrouwelijke kunstenaars zich hebben laten inspireren door deze klassieker omringd door originele flacons.
Maar zoals Tanja Schell (op haar blog http://www.thenoblenose.nl) in haar bespreking terecht opmerkte: Miss Dior, het origineel als parfum, schitterde door afwezigheid. Want belangrijker en de achterliggende gedachte van deze gratis happening: de bezoekster aansporen de nieuwe versies te kopen, gemaakt door de neus François Demachy die olfactorisch een te verwaarlozen link met het origineel uit 1947 hebben.
Deze slimme pr-campagnes van Chanel en Dior doen me één ding afvragen, waarover ik me al langer verbaas: hoe komt het toch dat huizen hun ware klassiekers zo weinig koesteren. Estée Lauders Youth Dew werd 60 jaar geleden gelanceerd: goede reden voor een tentoonstelling of op zijn minst een of ander leuk feestje, zou je denken. Niets daarvan. Zelfs van de limited edition wordt op de homesite geen melding van gemaakt.
Guerlain pakt anders uit met zijn all time classic Shalimar uit 1925. Geen historische duiding via Youtube, geen tentoonstelling, wel een nieuwe bombastische, volgens mij miljoenen euros verslindende clip: La légende de Shalimar. Alles is uit de kast gehaald om het parfum in zijn ‘originele setting’ (de Taj Mahal in India) te laten schitteren. Een Hollywoodsprookje gemaakt door Bruno Aveillan vol stylingclichés. Doet bijna ouderwets in vergelijk met de Youtube-filmpjes van Chanel en Dior.
(Te) stemmige sfeer, (te) prachtige eenheid in kleur, (te) dwepende ‘romantische muziek’ (voor de gelegenheid gecomponeerd door Hans Zimmer) en het verhaal: man doet alles om zijn geliefde te imponeren en hun liefde te bezegelen. Niet alleen brengt hij na een lange, inspannende reis haar hét parfum, maar laat bij vertrek een paleis (de Taj Mahal) uit een meer verrijzen (gelijk een aardbeving), terwijl het liefdesbootje waarin het object van zijn verlangen – huidig ambassadrice Natalia Vodianova – ronddobbert, rustig blijft drijven. Maar helaas, de ware legende die ten grondslag ligt aan de meest invloedrijke oriëntaalse geur van de vorige eeuw – de affaire tussen shah Jahan en Mumtaz Mahal – wordt niet uitgelegd. Hoe dat precies zit, zie: Shalimar.
Ben benieuwd of en hoe Yves Saint Laurent en Lancôme met een gepast antwoord komen met betrekking tot hun klassiekers: Opium (1977) en Trésor (1990). En waarom niet Jean Patou met Joy uit 1936 (Proctor & Gamble heeft legendarische couture- en parfumhuis net verkocht aan een Engelse investeerder). Volgens mij de enige andere huizen met echte surviving klassiekers in het ketenparfumriecircuit.
Ten slotte: als al deze miljoenen kostende promoties (clips, tentoonstellingen en exposities) niet waren gemaakt, zou de klant in de winkel dan wel of niet (pak’m beet) vijf euro minder hebben neergelegd voor zijn favoriete geur… Of niet hebben geaccepteerd – ‘te goedkoop!’ De klant betaalt uiteindelijk het totaalplaatje.
‘EEN UNIVERSELE VERKLARING VAN HET RECHT OP GELUK IN EEN GEUR’
Jaar van lancering: 2012
Laatst aangepast: 03-09-12
Neus: Anne Flipo, Olivier Polge, Dominique Ropion
Model: Julia – too good to be true – Roberts
Flaconontwerp: Georges Delhomme
Regisseur: Tarsem Singh
En de eerste prijs voor het qua formaat en inhoud grootste persbericht gaat dit jaar naar de nieuwe Grote Geur van Lancôme: La vie est belle… Nummer twee: Catch me… van Cacharel. Nummer drie: Giorgio’s Acqua di Giò pour Homme Le Parfum. Eervolle vermelding: Coco Noir van Chanel. Er wordt in ‘een universele verklaring van het recht op geluk in geur’ zoveel gezegd, zoveel beweerd. En dan moet het uitleggen van de geur, de flacon, de ambassadrice en ‘the making of’ nog beginnen. Als je dit allemaal als klant moet aanhoren, of als personeel moet vertellen, dan kun je beter een stoel en self survival-pakketje meenemen.
Niet dat er geen interessante observaties worden gedaan over de wensen en verlangens van de vrouw van nu. Waarover later meer. Alleen: Lancôme heeft dit prestigieuze parcours wel vaker uitgezet ter introductie van een nieuw parfum dat, kort door de bocht, een nieuw begin in de wereld van het parfum inluidde, maar twee seizoenen later het al blijkbaar niet echt wist waar te maken. Wie herinnert zich nog de Grote Woorden van de Grote Geuren Hypnôse (2005) en Magnifique (2008)? Maar goed dat het cosmeticahuis Trésor (1990) in reserve heeft.
Ik ben erg benieuwd of alle inspanningen zijn vruchten zullen afwerpen. Opvallende hoogtepunten uit de verantwoording. Hoofdstuk een: ‘Lancôme heeft altijd een diepe, oprechte, respectvolle en positieve relatie met vrouwen die ontwikkeling stimuleert; een uniek verbond in een wereld waar uitbuiting en macht de norm zijn. Ver van alle overdaad en wetten van de afgelopen drie decennia, omhelst Lancôme – meer dan ooit – het less but better-principe. Ofwel, de zachte kracht van schoonheid die de zintuigen niet aanvalt’.
Hoofdstuk twee: geheel conform de tijdsgeest is La vie est belle ook een ‘triomf over bezit en uiterlijk vertoon’. Met andere woorden: terug naar de basis. Wat telt: ‘Een zoektocht naar betekenis. Iemands eigen mening. Een nieuw tijdperk gekarakteriseerd door afwijzing van een wereld die goud geplateerd of gedefinieerd is door strikte principes’. Dit is mooi verwoord: ‘La vie est belle is een zoektocht van zelfbewuste vrouwen die zekerheid hebben gewonnen door twijfel te accepteren, die weten wat zij willen en zich middelen toestaan het te vinden. Zij zijn bereid zichzelf in twijfel te trekken, die dit niet als een zwakte zien maar als hoop en avontuur. Vrouwen die weten aan welke zijde zij staan; niet aan die van onhaalbare ideeën en beloftes, maar aan die van jarenlang opgebouwde ervaring. Vrouwen die voor ‘minder’ gaan, mits dit hand in hand met ‘beter’ gaat’, hun leven verrijkend met een rustgevende ‘langzame’ kwaliteit.
Hoofdstuk drie: een schets van ‘de ontwikkelende vrouwelijkheid’ sinds een halve eeuw. Wat concludeert Lancôme? De vrouwelijke identiteit is getransformeerd. Sleutelfiguren: ‘Vrouwen zelf, opzienbarend grensverleggend, decennium na decennium, zoekend naar gelijkheid. Een nieuw tijdperk breekt aan van persoonlijke voldoening, zelfbesef. In één woord, geluk’. De eerste aanzet werd gegeven tijdens het tijdperk van emancipatie en feminisme in de jaren zeventig: ‘Huisvrouwen bevrijdden zich van beklemmende sociale gewoonten. Gekleed in mannenbroeken of gebloemde tunieken in rock- of hippiestijl, revolutioneerden zij sociale codes en maakten zelf keuzes én een sensationele entree in een lang verboden paradijs’. Daarna: ‘op zoek naar macht’ in de jaren tachtig. ‘In hun reis naar gelijkheid was het einddoel meer invloed, dagelijkse invloed. Iron ladies en working girls stonden onbevreesd aan het roer om verantwoordelijkheden op zich te nemen. Deze nieuwe Amazones op oorlogspad met XXL-schoudervullingen, oversized sieraden en heel hooggehakt werden vereeuwigd door Helmut Newton’.
Daarna volgde een periode van ‘minimalisme als wijze van identiteit’. De jaren negentig was een zoektocht naar een identiteit in een context van verloren referentiepunten (grenzen tussen mannen en vrouwen vervaagden), uitmondend in de esthetiek van androgynie. Allure verdween, lijnen werden verstoord, onderscheidende stijlcodes verdwenen, gevolgd door een generatie gedefinieerd door individualisme. Kleuren vervaagden, werden zelfs uitgewist, zwart en wit resterend. Vrouwen herontdekten zichzelf in een super skinny-vorm, gemotiveerd door het kanon van minimalisme: less is more’.
Hoofdstuk vier. Bleek achteraf gezien een beetje boring en onduidelijk, dus werd het opgevolgd door ‘de triomf van materialisme’ in het nieuwe millennium. ‘Moe van niets, herontdekken vrouwen de smaak van alles. Tegen een achtergrond van uitgesproken individualisme hullen ze zich in goud en logo’s. Alles om op te vallen, om te benadrukken dat ze een som van hun bezittingen zijn geworden. Een tijdperk van bevliegingen, van opstapelen en consumeren om acute wensen te bevredigen. Het moeten hebben… vrouwen werden schaamteloos gedreven door consumptie. Met welzijn en triomf werd opzichtig gepronkt, elke triomf werd voor het publieke oog, met een goedkeurende blik, gevierd. Dit waren de nieuwe sin qua non-voorwaarden voor het plezier van een vrouw’.
Hoofdstuk vijf. En toen eindelijk, we zijn er bijna: de dageraad van een nieuw tijdperk vanaf 2010. Om dit te onderstrepen haalt Lancôme Julian Barnes’ roman The Sense of an Ending (waarmee hij The Booker Prize won) aan: ‘Een keerpunt stond ons te wachten sinds vrouwen – het maakte hen niet uit hoeveel zij al hadden – simpelweg doorgingen met hun zoektocht naar meer. Zij hadden elke rol gespeeld: echtgenote, moeder, ontwerper, directeur, geliefde… Zij hadden onvoorstelbare hoogtes bereikt. Toch begonnen zij geleidelijk in te zien dat het geluk misschien niet daar was waar zij het hadden hopen te vinden. Zij hadden geleerd dat rolmodellen niet te imiteren zijn en dat geluk een made-to-measure- en geen ready-to-wear-ervaring is. Dit laten gaan is de basis tot het bereiken van iemands volledige potentie’.
Met andere woorden: ‘De subtiele triomf van het klaar zijn met het hebben en uiterlijk vertoon. Vrouwen betreden hun eigen paden van geluk, met af en toe een onverwachte route, in nieuwe richtingen. Less but better wordt de nieuwe filosofie. Ver van de sociale tegenstellingen van rigide richtlijnen is elke vrouw vrij haar eigen weg naar geluk te kiezen door eindelijk zichzelf te zijn en volledig en zonder dwang een nieuwe vorm van vrouwelijkheid te ervaren. Zij staan zichzelf toe de vrijheid te nemen minder te bezitten, minder rollen te spelen, alleen het beste te kiezen, de essentie van leven. Een lange en mooie reis in een opkomend tijdperk’.
Hoofdstuk zes. Hoe geniet je met minder méér van een parfum? Lancôme: ‘Met een geur die de zachte kracht van schoonheid onderstreept die de zintuigen niet aanvalt, zonder de vrouwelijkheid en verleiding uit het oog te verliezen. La vie est belle is een hommage aan de wereld van elegantie, licht en vrijheid. Een parfum met een ‘geweten’, een ziel en de belofte het leven met schoonheid te vullen’. Als het goed is, zie je ‘dat beetje minder’ direct terug in de flacon waarvan de ontwikkeling meer dan een jaar duurde ‘om het onmogelijke te bereiken; een cirkel vierkant maken om de indruk van een glimlach gesneden in kristal te wekken, met als finishing touch een parelmoer grijs organzalint rond de hals als symbool van ‘dubbele vleugels van vrijheid’.
Het is een moderne adaptie van een in 1949 door George Delhomme – toenmalig artistiek directeur – ontworpen flacon die het aura van vrouwen symboliseert met dat ondefinieerbare ‘je ne sais quoi’-gevoel. Ofwel, ‘de elegantie van een glimlach in kristal gesneden’.
Hoofdstuk zeven. Ga niet te lang in over de presentatie – cliché sprookjesachtig zoals alle succesvolle Grote Geuren in het ketenparfumerie-circuit: Julia Roberts op een best wel chique feestje met best wel mooie en best wel boaring genodigden, bevrijdt zich als enige van de kristallen ketenen – symbool voor wat vrouwen allemaal van zich hebben afgeschud? – die aan iedereen vastzitten. Gaat volgens Lancôme geschiedenis gaat schrijven. Dit kun je natuurlijk divers interpreteren.
Hoofdstuk 8: de ambassadrice. Ik citeer niet alles, anders ben ik over een uur nog niet uigeblogged. Over haar zegt Lancôme: ‘De belichaming van vrolijke vrouwelijkheid, maar zij zou alle vrouwen kunnen belichamen, in al hun eerlijkheid, waarheid en diversiteit. Roberts draagt het bijna ondanks haar zelf uit, in haar eigen moeiteloosheid, op een speelse en genereuze wijze’.
Het gaat maar door dit ‘gepiëdestal’. Je zou als gewone vrouw – die ze ook diverse keren heeft gespeeld – bijna radeloos en moedeloos van worden. ‘En dan dat ondefinieerbare aura, die natuurlijke charme en constante stralendheid die Roberts in het pantheon van de cinema plaatsen. Haar humanitaire betrokkenheid is discreet. Of zij nu voor het US Congres de onderzoeksfondsen voor het syndroom van Rett (een neurologische ziekte) onthult, haar support aan Hole in The Wall Gang (een van de grootste hulporganisaties voor zieke kinderen) of de Alliance for Clean Cookstoves, het is nooit een kwestie van hype. Wie anders dan deze persoonlijkheid kan de belofte van de vrijheid om jezelf te zijn en je eigen pad te kiezen?’ Zonder ketens wat voor soort ook?
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Vind ik altijd eerlijk gezegd onnodig: hoe lang (drie jaar) en hoeveel proeven (5521) het heeft geduurd voor dat ‘iedereen’ kan zeggen: ‘Perfect!’ Geïnspireerd door de boodschap van La Vie est belle opteerden Anne Flipo, Olivier Polge en Dominique Ropion voor de traditionele parfumerie-benadering.
Ofwel, de kracht van eenvoud op basis van het beste van het beste, vrij van het overbodige en slechts samengesteld uit 63 ingrediënten waarvan bijna 50 procent natuurlijk is. Het parfum kent twee wegen die zich parallel manifesteren en uitmonden in een ‘sensualiteit zwevend tussen schaduw en licht’: een stralend bloemenakkoord en iris die één worden door een ruggengraat van aldehyden.
Die zorgen ervoor dat de sambacjasmijn en oranjebloesem nog voller en zonniger worden en de iris pallida meer diepte krijgt. En de fruitige gourmandnoten cirkelen eerst in het rond om zich uiteindelijk te hechten aan de iris pallida, waardoor je een poederige sensatie krijgt die gezoet wordt door vanille, tonkaboon, praline, zwarte bes en peer.
En een ‘essence van de meest uitzonderlijke Indonesische patchoeli’ werd verwerkt om La vie est belle krachtig te laten resoneren. Aangenaam, haar heel eerlijk gezegd: hoewel de geur niet is overgedoseerd met gourmandlekkernijen, ruik ik toch meer een ‘gourmandpatchoeli’ dan een ‘gourmandiris’. Ook jammer: het ontbreken van een parfumextract. Maar dat zal wellicht volgen mocht La vie est belle wereldwijd miljoenen vrouwen aanspreken die zich herkennen in de boodschap en de geur daadwerkelijk less but better vinden.
RUIK & VERGELIJK
De iris ‘lakken’ met een gourmandlaagje gebeurt niet vaak, maar is wel eerder gedaan. In het nichecircuit dat wel.
Guerlain – L’Art et la Matière – Iris Ganache (2004)
Parfums Générale – Huitième Art – Naïviris (2010)
En qua overeenkomstige gourmandsensatie, slingert ook deze geur door mijn hoofd: