MINDER ZEE, MEER HOUT
Jaar van lancering: 2018
Laatst aangepast: 19/11/18
Neus: Alberto Morillas
Ik verbaas me nog steeds over de hoeveelheid flankers die verschijnen. Ik vind ze vaak overbodig, voegen vaak niet veel toe aan de bedoeling van de oorspronkelijke geur. Dit vertelde ik onlangs ook toen ik voor werk op het hoofdkantoor van Coty in New York moest zijn. Werd me ter plekke door verschillende personen duidelijk gemaakt dat een flanker nog steeds een enorme verkoopboost laat zien van klassiekers, in de parfumwandelgangen ook wel key pillars genoemd (in Coty’s geval Calvin Kleins Eternity en bijvoorbeeld Daisy van Marc Jacobs). Ongelofelijk, maar point taken. Dit brengt met bij de key pillar voor mannen van Giorgio Armani:Acqua di Giò– alweer uit 1996. Deze geur is zo succesvol en zo vaak gekopieerd dat ik me vaak vergis als ik op straat iemand aanspreek en vraag of hij deze Armani draagt.
De compositie blijft interessant en geldt inmiddels als tijdloos. Terecht. Bij de flankers van deze geur gaat het voornamelijk om de verdieping. Dus minder de nadruk op fris, meer op de kruidige, sensuele en houtachtige noten. Ligt natuurlijk helemaal in lijn met de trend om populaire geuren een soort van niche-behandeling te geven, resulterend in voor het eerst ‘parfumextracten’ voor de man (die feitelijk eau de parfums zijn). Yves Saint Laurent deed het met L’Homme, Dior met Eau Sauvage, Hermès met Terre d’Hermès.
Het verschil met Giorgio Armani: die liet het niet bij een keer. Waarvan getuigen: Acqua di Giò Essenza (2012), Acqua di Giò Profumo (2015), Acqua di Giò Profumo Special Blend (2017) en nu Acqua di Giò Absolu. Mijn favoriet Acqua di Giò Essenza met dien verstande dat ik de 2017-versie niet heb geroken.
WAT ACQUA DI GIÒ ABSOLU IK EIGENLIJK
Met een beetje fantasie kun je Acqua di Giò Absolu zien als de absolute ‘essentie-der- -essences’-versie. Met dien verstande: je weet natuurlijk niet wat er nog in de pijplijn ligt. Op www.giorgioarmanibeauty.com wordt de geur als volgt voorgesteld (we beperken ons tot de essentie): ‘Giorgio Armani, een alliantie van water en hout, neemt ons mee op een reis naar tijdloze mannelijkheid, en omarmt een dieper algemeen bewustzijn’.
Olfactorisch toegelicht: ‘Met mariene tonen en patchoeli is een nieuwe gedurfde, verfijnde en elegante geur gecreëerd. Patchoeli biedt de perfecte balans tussen aquatisch en hout, waardoor echte mannelijkheid ontstaat met een sensuele twist. Een overdosis hout, een verslavende amberwarmte van cistus labdanum geven een mannelijkheid die het karakter van de geur bepaalt’.
Mijn indruk. Let wel, dit is geen niche, maar een ketenparfumeriegeur, dus: door de op achtergrond ‘bewegende’ donkere houtlagen, herken je de algemene (bekende) charme van een oceanische geur. Mooi in dit geval de openingsmix van fruit en ‘oceaan’: de bittere zoetheid van grapefruit gecombineerd met bergamot en citroen ondergedompeld in de inmiddels klassieke waternoot – calone. Die vloeien mooi samen met peer en appel. In het hart voegen zich hierbij de meer kruidig-bloemige noten van lavendel en rozemarijn. Geranium (duidelijk waarneembaar) zorgt voor een lichtbloemige noot).
Maar het gaat in Acqua di Giò Absolu om de basis. Een donkere melange van patchoeli, (amber)hout, cistus labdanum en tonkaboon. Het is warm, zwoel en vooral hout maar… met een cleane en heldere nasleep. En dat maakt Acqua di Giò Absolu mainstream. Wil je Armani als man ‘in’ echt hout en echt niche ervaren, dan moet je toch oversteken naar Armani Privé. Men neme:Cuir Noir (2011) en/of (nog beter eigenlijk) Ambre Eccentrico (2015). En om duidelijk te maken dat Giorgio Armani very concerned betreffende de natuur en anti-verspilling is: de dop Giò is gemaakt van duurzaam gewonnen essenhout.