ARMANIET ZOALS IK HEM ECHT KEN
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 08/12/15
Ik denk wanneer ik Giorgio persoonlijk bel of email de kans groter is dat hij me een of meerdere van de door mij gewenste flacons toestuurt – ik kreeg ooit in Milaan van hem zijn door mij nooit weggegooide ‘Armani Privé’-visitekaartje tijdens een perslancering.
Dan dat ik moet wachten tot de pr-afdeling van L’Oréal (die zijn geuren produceert) zich verwaardigd het doen. Als die al reageert. Waar staat pr ook al weer voor? Privé relaties? Public relations? Pers relaties? Nou wou het dat een Brusselse kennis van me Eau de Cèdre cadeau had gekregen van moeders voor zijn verjaardag. Hij kwam langs en nam als een professionele public relationsmanager de volgens hem ‘wel aardige’ geur mee. Dat scheelt weer een hoop over en weer gecorrespondeer. Ik was er namelijk benieuwd naar.
De reden: Armani heeft in zijn Armani – Les Eaux – Privé al een cederhoutgeur: Cèdre Olympe (2009) en was de benieuwd hoe deze zich verhoudt tot Eau de Cèdre. Let wel: ik ben niet echt op zoek naar een geur die met ‘de zuiverste ingrediënten de sensuele en unieke charme van de moderne man uitdrukt’. Wie wel? Volgens mij geen enkele man. So nineties dit marketingverleidingsjargon.
Dit is wel soort van interessant: de geur wil het gevoel vertalen van een soepele, maar scherp gesneden Armani-jack (van fluweel). Dus dan verwacht je een geur met een zachte soepele finish. En aangezien Armani spreekt van fluweelgroen, dus een ook groene stroom door de compositie. Daarmee is het verschil met Cèdre Olympe direct duidelijk gemaakt, want dat is door de zon, tot op de nerf uitgedroogd hout.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wat Eau de Cèdre niet gemeen heeft: de vanzelfsprekende natuurlijke uitstraling zo duidelijk waarneembaar in Armani Privé. Dat dan weer wel: in de compositie ruik je de Armani-signatuur voor de man. Kun je omschrijven als kruidig, gedroogd groen. Ruik je pas goed na de opening. Maar wat jammer nu: bergamot, citroen en viooltjesblad presenteren zich niet echt chic. Deze cologne-structuur is namelijk vlak, glad. Alsof niet de vruchtschil is gedestilleerd maar het – ook nog eens te lang in de zon gelegen – sap. Komt gelukkig snel onder een laagje terecht – de groene stroom – van salie en kardemom. Laatste ziet zijn fris-groene noot laboratorisch geïntensiveerd en ‘noemt’ zich daardoor Cardamom Pure Jungle Essence. Maar schrik niet: al te bitter-fris-groen wordt het ook weer niet. Omdat – eerst – het cederhout begint te resoneren en – ten tweede – door de verzachting die vervolgens optreedt. Opgeroepen met een suèdenoot.
Subtiel, misschien te subtiel: je ruikt nu slechts vaag hoe suède- en leernoten viriel-zweterig kunnen worden door toevoeging van komijn. Neem je ook nog een rokerig noot waar, dat is niet suède maar zwarte thee. Het geeft Eau de Cèdre zijn moderne aquatoets. Was deze geur in de beginjaren van Armani’s parfumcarrière gelanceerd, dan had het accent op suède gelegen. Niet zo’n klein beetje ook. Enne: geuren met een dergelijk sterk suède- en leerakkoord raken weer in schwung. Ook in de ketenparfumerie.
Eau de Cèdre is een goed voorbeeld van de spagaat waarin veel luxe merken zich hebben gemanoeuvreerd: willen het grote geld verdienen met in dit geval burgermanmiddelmaat, maar serieus genomen worden door hun gentleman niche allure. En dat wordt steeds ongeloofwaardiger naarmate steeds meer burgermannen niche ontdekken en er daardoor achter komen dat wat ze tot nu toe hebben gebruikt… vul zelf maar in.