HELAAS MET DE FRANSE SLAG, WEL – SURPRISE! – EIGENZINNIG
Jaar van lancering: 2012, 2013, 2014
Laatst aangepast: 09/09/14
Neus: echt, maar dan ook echt, benieuwd naar
Ambassadeurs: celebs uit het verleden
Concept & realisatie: onbekend
Net zoals in alle bedrijfstakken, wordt in de parfumindustrie het copy&paste-principe met enthousiasme toegepast. Als (nieuw) merk imiteer je een succesvol concept, voeg wat ‘eigens’ toe hopende dat klanten toestromen. Gérard Ghislan lanceerde in 2000 Histoires de Parfums: geuren genoemd naar geboortejaren van voornamelijk fameuze Franse kunstenaars uit het verleden.
In 2003 gevolgd door Marc Antoine Corticchiato’s – me too! – Parfum d’Empire. Die trok het iets breder: vernoemde zijn creaties in de ware zin van het woord naar gedenkwaardige periodes uit de geschiedenis. Zowel Ghislan als Marc Antoine hebben hun uitgangspunt inmiddels verlaten en trekken het iets breder. De eerste door meer ‘futuristische’ en opera-geïnspireerde- geuren, de tweede door zich te concentreren op edele interpretaties van klassieke geuren.
Opent – je moet maar durven – in 2012 een huis waarvan de onbekende oprichter Histoires de Parfums en Parfum d’Empire in de blender stopt met als resultaat – raad eens? Hé wat origineel: geuren opgedragen aan schrijvers die door hun eigenzinnige karakters en natuurlijk hun werken wereldberoemd zijn geworden. En niet alleen binnen le petit monde littéraire. Maar ik vraag me af of de meeste fragrance fanatics bij het zien van de namen die direct herkennen en dus denken: ‘Oh ja, die, wat leuk, heb ik ook gelezen, ben benieuwd!’
Want Jardin d’Ecrivains maakt zich, wat mij betreft, er met de Franse slag van af. Alles wordt rommelig gepresenteerd op een ouderwets vormgegeven site (uit het jaar nul). En de info die over de auteurs wordt gegeven en waarom Jardin d’Ecrivains het waard vond ze te huldigen met een geur – het blijft allemaal zéér vrijblijvend en hapsnap. Vooral als je de site en de intentie vergelijkt met die van Histoires de Parfums.
Want is het de voor- of achternaam van een schrijver, of de titel van een hoogtepunt uit de wereldliteratuur die inspireerde. Neem George (2013). George Who? George Orwell? George Bernard Shaw? Nee, de geur is genoemd naar een vrouw met de voornaam George. Haar achternaam: Sand.
Meer weten over haar? Zie 1804, haar olfactorische heiligverklaring door Histoires de Parfums. Gigi (2012) is het hoofdkarakter uit het beroemde boek van Colette. Meer weten over haar? Histoires de Parfums ging Jardin d’Ecrivains al voor met 1873 (2000) gevolgd – deze me too’er was ik even vergeten: Colette (2010) van Tocca. Junky (2014) is een ‘eaubade’ op het gelijknamige boek van William Boroughs. Orlando (2012) idem dito. Werd geschreven door Virginia Woolf. En Wilde (2013) is de achternaam van the dandy of all dandy’s met de voornaam Oscar.
En waar het allemaal mee begon met de ‘tuin der schrijvers’: La Dame aux Camélias (2012). Bijnaam van de heldin Marguerite Gautier (gebaseerd op het leven van courtisane Marie Duplessis) uit het gelijknamige boek (1848) van Alexandre Dumas dat nog bekender werd toen het gegeven Giuseppe Verdi inspireerde tot een opera, die een van geliefdste werd uit het klassieke repertoire: La Traviata (1853). Alles ruikt te veel naar inhaken, een slaatje slaan uit. En dat terwijl – surprise! – de geuren zelf niet slecht zijn. Ze verdienen alleen een betere omlijsting wil je de niche-consument serieus nemen.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Orlando (2013) is genoemd naar de gelijknamige fantasieroman uit 1928 van Virginia Woolf die haar enkele eeuwen laat leven. Beginnend als lord Orlando tijdens de regeringperiode van Elizabeth I en eindigend als lady Orlando in de achttiende eeuw. Een ambigu karakter dus, zwevend tussen mannelijk en vrouwelijk. En dat ruik je ook in deze krachtige, warme en kruidige geur waarin je – eindelijk – weer eens Perubalsem goed ruikt.
Die geeft aan geuren zo’n eigen, eigenaardige vegetale en donkere musksensatie. Beetje viezig en stoffig. Ruik je al vanaf het begin door de frisprikkelende opening van sinaasappel – ‘volgenageld’ met roze bes en gember – heen. Want deze hars mengt zich direct met de duidelijke ambernoot die in het hart tot volle wasdom komt. Dez amber wordt begeleid door een stevige patchoeli en stroeve kruidnagel die – gelukkig! – in de basis niet klassieke amberafhandeling krijgt. Want een sterke noot van guaiachout, musk en dus Perubalsem. Aangenaam anders.
Wat is de perfecte George Sand-geur? Ik heb me een tijdje in haar leven verdiept. Wist je dat ze wel eens mannenkleren droeg? Niet om, zoals sommige historici beweren, de klassieke rolmodellen te tarren, maar wel als ze zich weer eens – ze versleet heel wat lovers – afgewezen als vrouw voelde.
Ze ging dan zo twijfelen aan haar ‘vrouw-zijn’ waardoor ze zich ging kleden als man om er niet aan herinnerd te worden. Deze complexe, ‘voer-voor-psychologen’-houding kun je vertalen met een geur die aan de buitenkant stoer en ‘brash’ is, maar aan de binnenkant schreewt om hunkering naar bevestiging van vrouwelijkheid. Slaagt George (2013) – ik ben wederom aangenaam verrast – goed in. De geur doet me denken aan Eau de Monsieur (1983) van Annick Goutal en Eau de Gloire (2004) van Parfum d’Empire. Ofwel, groene houtachtige chic met zwoele bodem.
De opening van neroli en bergamot ‘eau-de-colognet’ je tegemoet. Alsof je ’s ochtends te paard door een herfstachtig bos galoppeert. Langzaam aan wordt de geur warmer en zoeter door tabak – George Sand pafte menig sigaar – en koffie die nog zoetiger wordt door heliotroop die zich laat opzuigen door de witte musk in de basis (effect: poederig) die niet plat en cheap eindigt, maar eerder etherisch-sensueel door mirre en – daar is-ie gelukkig weer – Perubalsem. Geeft ook aan George dat eigenaardige ‘vies-chique’ en stoffige randje.
Wilde (2013): bergamot opent het ‘wilde’ feest met een behoorlijk zoet-groen mentholachtig randje dat snel een mooi-elegante overloop krijgt van een zoetige rozijnennoot en sappige vijg. Origineel zoals de schrijver. Een sprankelende theenoot neemt de frisheid van de bergamot over.
En hierachter verbergt zich niet de lievelingsbloem van Oscar Wilde: de lelie. Stoort me, en is voor mij een teken dat Jardin d’Ecrivans zich niet echt in het leven van hem heeft verdiept. Hiervoor in de plaats: anjer, die maar niet echt tot volle bloei komt. Ik ruik een bloemennoot die helaas niet zo gepeperd is zoals je van de anjer gewend bent. De afronding is houtachtig door eikenmos (?) en vetiver zonder dat Wilde zijn luchtige karakter verliest. Dat past wel èn niet bij Oscar Wilde. Deze luchtigheid kan een vertaling zijn van hoe makkelijk en spottend hij de kritiek op zijn persoon van zich afwimpelde, maar tegelijkertijd mis ik het gevoel van dramatiek waarover hij in volle mate beschikte en die hij met liefde tentoonspreidde. Want Oscar Wilde was geen drama queen, wel een drama king. Met andere woorden: de geur had voor mij voller en meeslepender mogen zijn – een klassieke chypre met zijn ambigue karakter. Maar ook hier: aangenaam anders.
La Dame aux Camélias (2012) wordt omschreven als ‘cologne de nuit’ en ‘nodigt uit tot verliefdheid, een gevoel van eeuwige lente vergelijkbaar met het opborrelen van amoureuze sentimenten’. De eerste, algemene indruk: een ouderwets zuurtje met poederige nasleep en iets ‘groen vegetaals’. Komt door de originele combinatie van ingrediënten, met name in de opening: verbena, kardemon en oranjebloesem. Eerste twee blijven aangenaam lang persistent present voor het mierzoete viooltje begint te bloeien die een zurige toets krijgt door de opening, maar niet té door een zachte roosinjectie.
En dan camelia. Ja dikke doei: deze breekbare bloem verspreidt helemaal geen geur. De afronding is heel erg boudoir en laat je goed ondergaan wat tonkaboon kan toevoegen aan poederige musknoten: maakt het warm, behaaglijk en lichtjes zwoel. ‘Jeneverbeshout’ wordt eveneens opgevoerd in de basis, maar kan ik niet als zodanig detecteren – misschien dat het de ijlgroene link van de opening voortzet. Heel lief, heel onschuldig allemaal – ‘zacht als een kus, fris als een ontwakende liefde’ – en zonder venijn. Marie Duplessis was zo jong toen ze stierf – leefde slechts 23 lentes – echte wraakgevoelens had ze nog niet ontwikkeld.
Heel eerlijk gezegd ik ken de schrijver William Burroughs (1914-1997) alleen van naam en reputatie. Avant-gardistisch, ‘Beat Generation’, homoseksueel. Met een bohemien, destructieve levensstijl waar ik niet zoveel mee heb. Zo cliché ‘moeilijke schrijver’. Junky (1953) zijn eerste boek zal toch niet gaan over het leven van een… Interesseert me niet.
Iedereen heeft recht op zijn eigen verslaving(en) – ik heb ze ook – maar wil daar altijd niet het fijne van weten. Valt voor mij in de ‘zal wel’-categorie ondanks de door literaire critici bezongen lof. En verder heb ik weinig met het ophemelen van ‘junky-verdriet’. Burroughs’ verslaving vormt wel een link met Junky (2014) want er werd canabis in verwerkt – wat de groene opening verklaart. Kan niet anders zeggen: boeiend. Dit is een wierdo-geur door de contrastrijkheid die me een beetje, door de groene-viooltjesachtige zoetheid, doet denken aan Grey Flannel (1975) van Geoffrey Beene.
Want ook hier de link met galbanum in de opening (versterkt en verfrist door canabis en rozenhout) met het viooltje in het hart. Die in Junky alleen meer decadent en chiquer wordt (grappig in dit geval) door een lekkere volle bloemennoot van gardenia. Ook mooi: de opgevoerde iris. Maakt de gardenia poederig-intenser en versterkt de zoetheid van het viooltje. Dan de sterke houtbasis: een melange van kasjmier-, jeneverbes- en cederhout, vetiver, mos, opoponax en wierook. Ik ruik voornamelijk cederhout verbrandt door wierook en opoponax (ook wel bekend als zoete mirre) die de afronding licht etherisch en strak-zoetig maakt. Eindconclusie: byzondere en onderscheidende geuren die een beter raam verdienen – jammer van de ‘lousy’ presentatie.
Gigi (2012) ontbrak in het kennismakingspakketje dat me door de importeur werd toegestuurd.
RUIK&VERGELIJK
En dan contacteert http://www.parfumaria.com me. Of ik Nicolas de Barry al ken? Nee, hè! Weer zo’n huis dat zich laat inspireren door de historische groten der aarde. Nice to see you again als parfum: George Sand, Lodewijk XV en zijn ‘eerste minister’ Madame de Pompadour.
Maar ‘geurlukkig’ ook minder tot parfums getransformeerde former famous ones: keizerin Elisabeth van Oostenrijk (ja, Sissi waarnaar ook die populaire frisdrank is genoemd, of niet?), Marguerite de Valois (ook wel bekend als reine Margot) en minder in Europa tot de verbeelding sprekende namen als Shah Jahan en Muntaz-i Mahal. Eerlijkheid gebied: opgericht in 2004.
Eerlijkheid gebied: wat een prachtparfums. Zwevend tussen Grossmith en Guerlain, en die je ten volle klassieke geurfamilies opnieuw laat ervaren. Deftig maar heftig. Bespreek ik binnenkort.