DOCHTERLIEF & EEN AANVULLING VOOR DE ZIEL
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 21/05/14
Neus: Angéline Leporini
Ambassadrice: Rose
Flaconontwerp: Reminiscence
Dat kan niet elke dochter zeggen: dat papalief speciaal voor haar een geur heeft gecrëerd die ook nog eens een interpretatie is van haar naam. Nino Amaddeo, deed het voor Rose en noemde het Love Rose. Hoe heeft zijn andere dochter – Lilla – dit gebaar opgevat? Stinkend jaloers? Of blij verheugd en zich tevreden stellend met de gedachte dat haar naam ook zonder problemen in een geur omgezet kan worden… we zullen het binnenkort wel of niet weten.
Is eigenlijk wel te verwachten want Love Rose vormt met White Tubereuse een nieuwe ‘tak’ – Histoire de Fleurs – binnen de gestaag uitdijende parfumcollectie van Reminiscence waarin het zich voor het eerst in zijn ‘geschiedenis’ laat inspireren waarmee het beroemd is geworden: ‘juwelen’. Dat zie je aan de doppen. Je zou verwachten dat die per geur qua setting verschillen. Afgestemd op de inhoud dus, maar dat is dus niet het geval: de ‘edelstenen’ verstrengeld met zilveren ringen zijn allemaal hetzelfde: onyx, turkoois, mandarijngranaat, ‘ivoor’, lapis lazuli en amethyst – het ‘juweel’ voor Lilla…
Voor Nino Amaddeo is deze collectie als een wandeling langs favorieten, langs materialen die een nieuwe pagina omslaan in zijn reisdagboek, een wereld vol bloemen, startend met twee creaties – White Tubereuse en Love Rose – die zijn ‘geboren uit uitmuntendheid en instinct’. Love Rose, ziet hij als een spontane rendez-vous met een ‘kostbare vrouw’, de centifoliaroos. En als een verrassende samensmelting van een vertrouwde en bekende wereld en een nog onontdekt speelveld.
En deze centifoliaroos betovert hem, want volgens hem de kostbaarste ter wereld. Geteeld in Grasse op een unieke en speciale ondergrond – geldt dat niet voor elke ondergrond? Met de hand geoogst om beschadiging te voorkomen en die hij associeert met alle kostbare dingen, tederheid en met de naam van zijn dochter: Rose. Of het heet ze nu ‘volledig’ Love Rose?
Om nogal geëxcalteerd te eindigen met: ‘Een aanvulling voor de ziel, de drijfkracht van alle Reminiscence-geuren’. By the way: als je Rose Amaddeo of Love Rose Amaddeo intikt op een www-zoekmachine, dan ‘ontmoet’ je haar niet. En op het familieportret (foto onder) is het ook gissen wie van de jonge generatie Rose is.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Een ‘muskroos’. En een ‘in between’-roos. Ofwel, een roos die zweeft tussen masstige en niche. Het ruikt allemaal zeer ‘roos-vertrouwd’.
Na een lichte citrussiddering – ‘als een zachte regen in de zomer die ruikt naar citrus en rozenblaadjes’ – openbaart zich de zoete centifoliaroos (foto) die eigenlijk een heel klassiek geuspoor afscheidt omdat ze wordt begeleid door jasmijn (zorgt voor een luchtige bloemigheid), terwijl de iris voor een fris-poederige noot zorgt die elegant overgaat in de basis van mos en leer. Dat ruikt naar ‘kom maar op, show it’. Maar dat ervaar je niet echt intens, want het mos is zeer bescheiden gedoseerd en de leernoot is opgebouwd uit, volgens het persbericht, kostbare musksoorten die met heel veel fantasie als leer opgevat kan worden.
Maar die zich in dit geval eerder ‘gedraagt als suède en ook heel bescheiden gedoseerd. Met andere woorden meer musk dan leer. De reden dus dat ik Love Rose als een muskroos, die behoorlijk clean en helder is, classifieer. En niet als een chypre zoals Reminiscence doet.
RUIK&VERGELIJK
Wat ik me wel eens afvraag: hoe groot zijn de velden van Grasse eigenlijk waar de centifoliaroos, die ‘aldaar’ rose de mai heet, wordt geteeld? Het lijkt wel of de percelen steeds meer uitdijen, want steeds meer parfumhuizen claimen exclusiviteit op dit gebied. Van Chanel is het bekend, het couturehuis heeft een partnership met de Mul-familie en gebruikt de rose de mai alleen voor het parfumextract van N° 5. Maar Dior schijnt ook inmiddels een aantal hectaren (Domaine de Manon) te bezitten, die het onder meer gebruikt voor het parfumextract van J’adore en de parfums uit de neo-nichelijn La Collection Privée de Christian Dior.
Chanel N° 5 (1921)
Dior J’adore (1999)