‘MUSKTRUFFEL’
BACK TO THE FUTURE:
EEN PARFUM DAT OVER VIJF JAAR GEMAAKT HAD KUNNEN WORDEN
Jaar van lancering: 1975
Laatst aangepast: 20/06/14
Neus: Bruno Acampora
Stel dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw internet al had bestaan en dus ook parfumblogs die elke dag een geur analyseren – dan hadden die het relatief rustig. De klassieke parfumhuizen en couturiers bepaalden de toon en verschijningsfrequentiekoers (niet bijna elk half jaar iets nieuws zoals nu), designer fragrances zagen net het licht (Geoffrey Beene, Halston) en niche stond net in de steigers.
Ik vraag me af wie toen Bruno Acampora kende – behalve dan de artistieke incrowd waarmee hij wereldwijd optrok afgaande op zijn ‘geschiedenis’. Wat me meer interesseert en interessanter is: Musc werd gelanceerd twee jaar nadat wereldwijd het verbod (uit ethische overwegingen) was ingesteld (niet door iedereen nageleefd) op de verwerking van dierlijke ingrediënten in parfums (en medicijnen).
Bevergeil van de bever, civet van de civetkat, ambergris van de potvis (in mindere mate aangezien hier niet echt als zodanig op werd gejaagd; Japan deed het bijvoorbeeld uit culinaire gulzigheid en moreel gespeend snobisme lafhartig gemaskeerd als zuiver wetenschappelijk onderzoek) en musk van het muskushert. Tussen twee haakjes: Jean-Paul Guerlain schrijft in zijn boek My journeys in the world of perfume (2002) heel mooi over zijn pogingen om echte musk in te kopen in Nepal en over zijn besluit er mee te stoppen.
Je zou dus denken, ik althans, dat Bruno Acampora met zijn musk er naar streefde het animale karakter ervan te benadrukken, zoveel mogelijk te benaderen maar dan met ‘natuurindentieke’ grondstoffen – om het verlies van ‘het echte werk’ te compenseren. Het verrassende en terugblikkende zo grensverleggend: hij besloot tot een totaal andere interpretatie door musk (het woord komt uit het Sanskriet, muṣká, en betekent testikel) een aardse behandeling te geven.
Althans zo ervaar ik de geur, wellicht was het niet zijn intentie. Acampora manifesteert zich als een truffelboer die midden in dichte eikenwouden op zoek gaat – met een varken als gids en gereedschap – naar de ‘nouvel gourmandversie’ van musk. En we mogen hem daar zeer dankbaar voor zijn.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Het effect: prachtig, vijf sterren en parfumgenot in de zuiverste betekenis. En toch staat het haaks op wat je van musk verwacht, hoopt. Want zijn musk ruikt dus voor mij naar grond, humus, mineralen, zout, truffel (foto), champignon, cantharel… die op een of andere manier toch als een klassiek-dierlijke musk overkomt.
Maar wat wordt deze musk elegant ingepakt, getemperd door een allerlieflijkste, zachte, poederige bloemenweelde van met name zoet viooltje die een vol-bloemige, maar ‘subdued’ allure krijgt door roos en jasmijn. En hoe functioneel werkt hier de kruidnagel: die prikkelt de ‘musktruffel’ en geeft de bloemen een stoffig-gekruid aura. Patchoeli en amber die je subtiel, maar duidelijk waarneemt, verankeren al deze noten. Maar wat mooi blijft deze ‘musktruffel’ hangen. En wat een puur natuur-geheel. Ik ben toch wel heel erg benieuwd hoe deze musk (een parfum op zich) is samengesteld.
Musc is sensueel, intiem, erotisch zonder plat, zonder porno te worden: geen Madonna, maar Kirsten Dunst. Eerder suggestief, dan botweg ‘right in the face’. Musc (ik test de parfumolie) ruikt naar, zoals ze in Frankrijk zeggen, un lit défait – een onopgemaakt bed. Je snuift geuren op van een lichaam, lichamen die in elkaar verstrengeld zijn. Zweet, sensualitetit, huid, haar. Vertrouwd, zinnenprikkelend. Musc is van elkaar genieten nadat ‘het’ gebeurd is.
Maar het allermooiste: Musc is eigenlijk een ‘back-to-the-future’-relevatie. Het wijst de weg, is een richtlijn die de moderne nicheparfum gaat afleggen. Denk ik, maar hoop het nog meer. Ik noem het nouvel gourmand. Niet zoet, niet banketbakkerij, maar geuren die de hartige kant van de keuken in parfums vertaalt. Musc is een geur die over vijf jaar ook gelanceerd had kunnen worden.
Ik vind het jammer – intriest eigenlijk – dat ik Musc pas sinds kort heb ontdekt. Schaam me bijna dood dat ik Bruno Acampora niet heb vermeld in het door mij en Miriam Kerver geschreven Parfumlexicon N° 1 (1996). Maar dat ga ik zeker goed maken in mijn ophanden zijnde nieuwe boek over parfums… de onderhandelingen met de uitgever zijn gaande.
RUIK&VERGELIJK
Moeilijk omdat Musc eigenlijk hors concours is. Voor mij is het, als je moet vergelijken, in retroperspectief een symbiose tussen onderstaande geuren. Van de eerste twee heeft het de animale ruwheid, van de derde en vierde de poëtische zachtheid.
L’Artisan Parfumeur Dzing! (1999)
Serge Lutens Muscs Koublaï Khän (1999)
Reminiscence – Les Classiques – Musc (1970)
Mona di Orio – Les Nombres d’Or – Musc (2010)
Hoi Erik, afgelopen vrijdagavond bij Maria een kaartje besprayed met de volgens mij Edp en die ruik ik nog. Verrukkelijk. Komt op de wensenlijst.