THE DAY THAT THE CIRCUS CAME TO TOWN
Jaar van lancering: 1999
Laatst aangepast: 02/11/09
Neus: Olivia Giacobetti
All round female entertainer Eatha Kitt, onder meer beroemd om haar dierlijke lokroep ‘grrrr’, nam in de jaren vijftig een nummer op: The day that the circus left town. De sprookjesachtige wereld van het circus gezien door de ogen van een jong, onbevangen meisje. Melancholie ten top. Wat had ze er niet voor gedaan om er te mogen werken… ‘feed the animals, carry water, anything’. Maar ze willen haar niet.
En dan volgt er een muzikaal intermezzo waarin met behulp van instrumenten van het orkest alle dieren die vertrekken op weg naar de volgende halteplaats nog eens de revue passeren. Met als hoogtepunt, de lachende olifanten opgeroepen door schel klinkende trompetten. ‘And away went my very last day as a child, the day that the circus left town’… Wat zou ze geroken hebben, toen ze daar over het circusterrein rondliep?
Ik denk, een mengeling van zaagsel, hooi, mest en ‘dier’ (olifant, tijger, leeuw) vermengd met de geur van snoep die je op het circusterrein kunt kopen – kaneelstokken, suikerspin, ‘kersenlikbollen’ – en de ‘echte’ parfums gedragen door de circusdirecteur, zijn vrouw, de acrobaten, de clowns…
Ruik aan Dzing! – genoemd naar het heldere, schelle klankeffect als timbalen een nieuw act aankondigen – en de magische en tegelijkertijd aardse wereld van het circus komt tot leven. Wow! Wat een geur! Alles van het circus komt in Dzing! samen… de stemming, het geroezemoes, de verbazing en vooral die onbestemde, maar aangename warme geur met een hint van dierlijk zweet… een merkwaardige wandeling ‘down memory lane’.
RUIK & VERGELIJK
Het knappe aan Dzjing!: het is meer dan een leergeur… die over het algemeen mooi vol en donker sensueel is, maar daar ook vaak in blijft steken. Dzjing! voegt noten toe die het leer laten opleven. Althans, dat denk je, want een echte uitgesproken leernoot ontbreekt, het is meer de ‘maffe’ combinatie van de diverse noten die het samen oproept. Dzing! laat roos, iris en narcis samenvloeien met de ‘toevoeging’ van een omgevallen kruidenrek.
Want door gember, kaneel en saffraan gaan die heel vreemd bloeien: bloemig, poederig en – ik weet niet hoe ik het beter kan omschrijven – strak en tegelijkertijd broeierig en weelderig. Door de basis komt het de geur van circus pas echt tot leven. Veel musk. Niet de katoenerige, pluizerige maar animale kant. Wordt versterkt door bevergeil (dier, dierlijk, dierlijkst!) mooi afgerond met perubalsem (met zijn kaneelachtige toets) en benzoïne (met zijn vanilleachtige toets). Snoep van de kermis dus! Maar niet suikerspinzoet.
RUIK & VERGELIJK
Niet makkelijk. Ik hou het maar even op geuren waarin de – ouderwetse – dierlijke ingrediënten – zij het in synthetische versie – de lokroep van ‘het dier in de mens’ weer aanwakkeren. Grrrrrrrrrrrrrrr!
Serge Lutens Muscs Koublai Khan (1998)
Mona di Orio Nuit Noire (2005)