TF = TOM FORD
TTF = TOM TEACHING FRAGRANCES
FEEST DER VERWENNING VOOR KENNERS
EEN BIJNA INTIMIDERENDE KIJK OP HET METIER VOOR STARTERS OP DE NICHEMARKT
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 18/09/13
Neus: onbekend
Concept & realisatie: Tom Ford
Beschouwen de meeste klassieke parfumhuizen en nichehuizen het Nabije Oosten als hun commerciële eldorado – noem me een die geen Arabisch trio, oud-kwartet of sensueel kwintet speciaal voor deze markt heeft ontwikkeld -, de man die niche naar een hoger plan heeft getild, kijkt gelukkig nóg verder: het Verre Oosten (vanuit Europa gezien dan). By Kilian ging Tom Ford trouwens wel voor. Vorig jaar lanceerde hij zijn Asian Tales-collectie (Water Calligraphy en Bamboo Harmony) onlangs uitgebreid met Flower of Immortality.
Alleen wat een verschil! By Kilian presenteerde het als niche verpakte Kenzo-geuren. Licht en onschuldig parfumvermaak, en niet direct gemaakt van de best verkrijgbare ingrediënten. Dan Tom Ford: zijn Atelier d’Orient – geïnspireerd door de sublieme schoonheid, raadselachtige sensualiteit en exquise luxe van Azië – is overdadig rijk in geurervaring én -kwaliteit. Net zoals al zijn andere Private Blend-parfums, neemt Ford je ook met dit kwartet mee op een olfactorisch altijd interessant traject. Voor kenners: een feest der herkenning, een feest der verfijning. Voor starters: een bijna intimiderende kijk op het parfummetier: zo is het, niet anders.
Dit zegt hij over Fleur de Chine, Plum Japonais, Shanghai Lily en Rive d’Ambre: ‘This collection is quintessential Private Blend: an olfactory exploration of Asia’s fusion of cultures and influences that is extremely beautiful, quite unexpected, and a reinvention of the region’s most precious ingredients. Atelier d’Orient is an artisanal collection that captures subtle qualities of Asia – its elegant discretion, refined mastery of details and classical eroticism’. En: ‘Each scent tells a richly imagined olfactory story by using ingredients that have treasured prestige in the Orient. From voluptuous florals and precious fruits to aromatic spices and rare oils from the ancient silk and spice routes, are crafted into unexpected new architectures as beautiful and daring as the regions mesmerizing, modern cities’.
Tom Ford wilde vier stemmingen van het Verre Oosten vangen: captivating romance, luxurious exoticism, richly mysterious sensuality en colonial elegance. De eerste stemming roept hij op met Fleur de Chine.
Fords hommage aan de romantische en mysterieuze vrouwen uit de Aziatische films uit de jaren dertig. Van de femme fatale in een cheongsam-jurk met donkere lipstick, tot de jaren zestig Hong Kong-heldin van In the Mood for Love; ik wou de fascinerende, exquise en enigszins scandeleuze vrouwelijkheid ervan vangen’. Plum Japonais – luxurious exoticism – daarentegen vangt Fords fascinatie voor de ‘buitengewone schoonheid van de ume-pruim’ die hij laat contrasteren met onconventionele, weelderige melange van exotische ingrediënten. Voor ware parfumkenners’. Shanghai Lily is aldus Ford ‘een droom over de beroemde zijde- en kruidenroutes van Azië, ik verbeeldde me karavanen met hoogopgestapelde schatten, waande me omgeven door een multi-sensoriële overvloed en overdaad’. Ofwel, richly mysterious sensuality.
En terwijl Tom Ford boeken las over oriëntaalse rituelen en geschiedenis werd hij bevangen door de verfijnde kunst van het schenken, ontstond het idee voor deze colonial elegance. Rive d’Ambre is geïnspireerd op het cadeau geven van zeldzame citrusvruchten die Ford – trouw aan zijn karakter – verpakte in rijke en gloedvolle sensualiteit.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Bijna onmogelijk om de geuren in detail te beschrijven – ik loop al een maand met ze rond. Het is de vraag of iedere koper dat kan en dat wil. Zo rijk dit kwartet. Neem Fleur de Chine. Eerste indruk bloemen gelakt met vruchtensiroop, maar als de geur zich ontplooit valt de gelaagdheid op en de onorthodoxe finish. Wel hout, maar niet zo plat en rechtlijnig zoals zo vaak het geval.
Tom Ford noemt het effect ‘unequivocally romantic and haunting, touched with reverence for the great fragrances of the past’. Wat dat laatste betreft: toen gewoon, nu exceptioneel deze evocatie van oosterse bloemen ‘verlicht’ door mandarijn en bergamot, bloemig gemaakt door hyacint. De ongewone sensualiteit van de hyacint meleert mooi met magnolia (teder, zacht-fris), sering (fris-bloemig en zonnig), blauwe regen (zonnig sensueel), theeroos (zoet en sprankelend), jasmijnthee (bloemig, fris, zonnig) en pioen (zoet). Wat ik niet ruik is de hualan-bloem. Ook niet de abrikoos. Is dat erg? Niet echt. De reden: deze voluptueuze bloemenweelde wordt een donker bos ingetrokken. Een oosters bos. Dus hout dat gerookt lijkt. Ofwel, hinoki, cederhout en vetiver die ook nog eens worden verleid door warme harsnoten benzoïne en styrax zacht gemaakt door amber. Rijk, vol glamour en toch ook vilein…
Plum Japonais heeft een hoge gourmandtoets, of beter gezegd: een likeurtoets. En dat komt natuurlijk op conto van een overdosis pruim ondergedompeld in pruimenlikeur waarin saffraan en kaneel ronddrijft die de benevelende rijpe zoetheid chic-kruidig tempert, een beetje rokerig maakt. Origineel om dit koppelen aan de strobloem. De pruim wordt hierdoor warm en zwoel. Nadeel van veel pruim, je ruikt de omringende bloemen niet zo goed. Geldt in dit geval voor Japanse camelia – het enige wat je kunt zeggen is dat het de geur een fluwelen ondertoon geeft. Maar die wordt sowieso gegarandeerd door de sensuele basis van oud beplakt met amber, benzoïne, dennenhars, en vanille. Overrompelend.
Shanghai Lily – een verwijzing naar Marlene Dietrich voor kenners – flaneert als het ware tussen Fleur de Chine en Plum Japonais. Opgeroepen met zeldzame en overdadige ingrediënten die werden vervoerd over de legendarische zijderoute. Want minder bloemig en de nadruk op de indringende sensuele basis. Intrigerend: de opening. Toont weer eens hoe verrassend ingrediënten werken. In dit geval cologne-achtig oranjebloesem die letterlijk geprikkeld wordt door zwarte peper (en roze) en kruidig gemaakt door kruidnagel. Dit werpt zijn schaduw uit over de klassieke bloemencombi, versterkt de dierlijk-sensuele kant van jasmijn, rose en tuberoos in het hart die in de basis extra wordt ondersteund door een aangename civet-accent. Deze noot springt er voor mij echt uit, versterkt de sensualiteit van de vanille, benzoïne en cistus labdanum… en de wierook geeft het geheel een mysterieus rand. Sensueel chic. Nee, het is meer: geile chic.
Rive d’Ambre is gewoon een eau de cologne. Maar op niveau. Eigenlijk een warme versie van Neroli Portefino (de best lopende geur van Private Blend). Deze warmte omschrijft Ford als een sluier van koloniale elegantie. De geur blijft heel lang fris voordat de warmte als een zon aan de horizon verschijnt. Bergamot, citroen en oranjebloesem (met nadruk op de laatste) explodeert in alle citrusheftigheid, maar sierlijk – de bloemige noot van zowel bergamot en oranjebloesem blijft gehandhaafd… dan vormt zich een groen randje om deze noten, opgeroepen met kardemon, munt en dragon… en dan heel, heel, heel langzaam wordt Rive d’Ambre warmer, zonder sensueel te worden. Dit is een echte slow cologne. Benzoïne, cognac, amber en tolubalsem zorgen voor deze gloed. Het perenhout ruik ik niet. Subtiele frisheid, frisse subtiliteit.
RUIK & VERGELIJK
Dat is niet zo makkelijk. Ik vind met name Private Blend met kop en schouders uitsteken boven wat veel van de concullega’s van Ford onder de noemer niche lanceren. Hij daagt uit, gaat niet van de markt uit (‘u vraagt, wij spuiten’), maar van zichzelf en dus is de lat hoog.
Toch herken je wel een aantal karakteristieken. In zowel Plum Japonais als Shanghai Lily ruik je een exotische bloemenweelde die Ford ook oproept in met Black Orchid (2006) en Noir de Noir (2008). Rive d’Ambre zoals gezegd, benadrukt Fords gehechtheid aan amber-warmte (Amber Absolute uit 2007, Noir uit 2012) én frisheid (Neroli Portofino uit 2007). Maar dat dan weer wel: ‘major’ Tom lanceert wel erg veel geuren. Wil je die allemaal op hun juiste waarde schatten, dan moet je eigenlijk een sabatical nemen… worthwhile considering.