EEN ‘GELAKTE’ THEEROOS
Jaar van lancering: 1972
Laatst aangepast: 15/04/11
Neus: onbekend
Ik vraag wel eens aan geurgekken: als je je brandende huis moet ontvluchten en je kunt tijdens de benen nemen nog één parfum grijpen, welk wordt het? Vroeg het onlangs aan een van mijn kakelverse medewerkers – Maria van Geuren. Die hoefde niet lang over na te denken: ‘Tea Rose… is voor mij heilig’.
The Perfumer’s Workshop is een van de eerste nichehuizen die, voordat het begrip niche in de parfumerie nog uitgevonden moest worden, heel voortvarend en geloofwaardig van start ging, maar in no time zijn ziel verloor (of verkocht) met als treurig eindresultaat dat het huis eigenlijk niet meer bestaat. In ieder geval heeft het geen officiële site. En wat een onzingeuren zijn er vanaf 1990 gelanceerd. Van Samba (1988) verschenen ongeveer 20 variaties.
En de eerste en de beste – Tea Rose dus – werd in 1999 onnodig uitgebreid met Tea Rose Amber, Tea Rose Jasmine en Tea Rose Musc. Zo te ruiken, is er ook flink gesleuteld aan de oorspronkelijke versie. Nu rook die al behoorlijk, maar aangenaam synthetisch – ja, dat bestaat – door de roos te omlijsten met een goedkoop-platte aldehyden-soort met een heel ijl en tegelijkertijd heel vol bloemeneffect tot gevolg. In de versie die ik nu ruik, heeft een nog goedkopere sandelhout zijn entree gemaakt. Om over de neo-gele kleur van de jus maar te zwijgen, doet bijna pijn aan de ogen. En dan hebben we het nog niet gehad over de lullige, very very cheap spraydop. En toch…
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
…. de geur blijft lekker. Niet vanwege zijn verfijning, wel vanwege de rechtlijnigheid. Tea Rose overvalt en overrompelt. Een roos die je in het gezicht slaat. Doet me denken aan die ‘zuivere’ rozenessences die je in Egypte en India kunt kopen, maar ‘made in France’ zijn en geen druppel roos bevatten. Je weet eigenlijk of het nu lekker of vies is.
Dit zijn de ‘officiële’ ingrediënten: bergamot (heel, heel even in de opening), dan natuurlijk de roos. Heel vol, heel ‘gelakt’ en vettig (volgens mij door aldehyden) wat versterkt wordt door tuberoos (foto) en lelie die ik niet kan detecteren. En dit alles rust op een bedje van ceder-, rozen- en sandelhout, waardoor Tea Rose ook een zekere zepigheid krijgt. Het idee van de theeroos ontgaat me eigenlijk, daarvoor ontbreekt een zekere luchtigheid, een zekere poëzie.
Zo ervaart Maria van Geuren haar sacrale parfum: Tea Rose is plat, maar soms kan plat fijn zijn. Tea Rose is voor mij ongekende blijdschap. Geen zwoele roos, maar bruisend en simpel. Eenvoud siert in dit geval. Net een flirt (na een complexe relatie) die je laat gieren van de lach. Eentje die zorgeloos is en jezelf zorgeloos laat voelen, die je fijne genotmomenten geeft en weet dat het daarbij blijft. Een heerlijke vent die je even rust geeft zonder ingewikkelde zaken ernaast. Een vluchtige, beetje domme minnaar die er lekker uitziet en vooral ‘moet-ie doen waar-ie goed in is en verder moet-ie zijn kop houwuh’.
RUIK & VERGELIJK
Zo moet volgens mij een zuiver rozenparfum eigenlijk ruiken:
Caron Rose (1949)
Annick Goutal Rose Absolue (1984)
Lorenzo Villoresi Donna (1994)
Guerlain Idylle Eau de Toilette (2010)