ROSE4MEN
GROENE ‘GERANIUMROOS’
Jaar van lancering: 2017
Laatst aangepast: 06/04/17
Neus: onbekend
Ik geloof er steeds minder in, Etro nog steeds met evenveel overtuiging: dat de ‘klassieke’ heteroman vrouwelijke kanten heeft en dat hij daar zich niet voor hoeft te schamen. Ach ja, zolang daar ‘andersom’ nog minder fijn over wordt gedacht – vrouw met mannelijke trekken, zal wal een pot zijn – hou ik het erop dat het meer een lifestyle-glossy-journalistending is, dan dat het daadwerkelijk leeft bij de heteroman.
Voordeleut-verkleedpartijen rondom carnaval, Koningsdag en hengstenbal even niet meegerekend. Ik denk nu vooral: mannelijk of vrouwelijk, je bent wie je bent. Maatschappij, religie en conventies bepalen de ‘scheiding’, niet het gevoel. En natuurlijk waar je woont en opgroeit.
Geldt ook voor geur. Hier is het de commercie geweest die voor een tweestromenland in geuren heeft gekozen. Vergeet even niet: voor de Tweede Wereldoorlog was het parfumaanbod voor mannen – toen nog echt een eliteding – in vergelijk met die van vrouwen te verwaarlozen.
Deze scheiding had ook nog een onverwachte (of logische) bijwerking: ingrediënten werden ook tegen het licht gehouden om te bepalen of die nu typisch vrouwelijk of mannelijk waren. Met een cliché-index en dus simplificatie tot gevolg. In kort bestek: hout voor de man, bloem voor de vrouw. Hoe verzin je het zou je denken. Alsof God – als die er is – tijdens de schepping per plant, per bloem, per hars, per hout, per vrucht en per dierlijke secretie er een verbindende geslachtvoorkeur-specificatie aan koppelde.
Als de bloem als vrouwelijk wordt gezien, dan geldt ‘de koningin van de tuin’, als übervrouwelijk. En de roos speelt de hoofdrol in de nieuwe (mannen)geur van Etro. Dat het Italiaanse luxelabel met ManRose in deze klassieke rolverdeling meegaat, is opvallend: Etro is een van de voorlopers van androgyne geuren die je – hierin liep het ook voorop – met elkaar kunt layeren. Wel wordt ManRose geleid door een andere traditie van Etro: parfums met slechts één hoofdingrediënt. ManRose, zo meldt het persbericht ‘omhult delicaat de elegante en kosmopolitische gentleman wanneer hij voorzichtig, maar zelfverzekerd conventies doorbreekt’.
Dat is dus geen doorsneecliché-hetero, want ‘hij is in staat zijn vrouwelijke kant te accepteren, zijn nieuwe zachtheid als kracht te definiëren en deze twee gedeelde gevoeligheden perfect te vertegenwoordigen’. Eindigend met: ‘Handelend vanuit het principe van eenwording herontdekt hij en keert hij terug naar het vrouwelijke, de grootst mogelijke expressie van het mannelijk wezen’. Dat zou dan indachtig de geurfilosofie van Etro ook andersom moeten gelden – maar dit terzijde
WAT MANROSE IK EIGENLIJK?
Interessant in deze manvrouw-‘discussie’ is het feit dat in de westerse wereld de roos volgens het cliché als for her wordt gezien, terwijl in Arabische contreien dat ook for him geldt. In ManRose vloeien deze twee visies samen. Het is voor mij een roosgeur (vrouwelijk) die door de aanvullende ingrediënten mannelijk wordt gemaakt. Overigens is de geur wel typisch Etro: hoge kwaliteit ingrediënten gecombineerd met een zekere eigenzinnigheid. En het is voor mij nog steeds niche – wat anderen ook beweren – alleen al door het feit dat Etro dichtbij zichzelf blijft en trends vanzelfsprekend oppikt. Neem de kijk op oudh met Io Myself (2015).
Moet wel gezegd: ondanks het durfal-uitgangspunt (roos voor de man) is ManRose heel toegankelijk en zal het de (kosmopolitische) man niet afschrikken. En dat ervaar je in het hart dat vooraf wordt gegaan door een fris-kruidige opening van bergamot (Calabrië), kardemom en szechuan(peper). Mooi om te ruiken hoe deze groene kruidigheid de citrusfrisheid van bergamot subtiel inkapselt. Elemi ontgaat me.
Dat hart dus: hierin bloeit niet alleen de roos, want haar fruitige zoetheid wordt getemperd door geranium die – toevallig in dit verband – ook wel de mannelijke roos wordt genoemd. Het blad ervan maakt de roos groener, geeft haar zelfs een zeepachtig randje zonder dat het teveel afglijdt naar een ‘schone roos’.
Komt door de basis – ook weer typisch Etro. Etro spreekt van een vuurwerk van patchoeli, musk en amber. Ik opteer voor aards. Vooral de patchoeli kwijt zich van zijn taak – mooi bosvochtig, warm gemaakt door die andere twee. Opvallend, en iets waar ik de laatste tijd meer ‘last’ van heb: de patchoeli rook gisteren sterker toen de zon even scheen en ik door de tuin liep in plaats van vandaag – bewolkt en winderig koud.
Manpose schrikt trouwens de vrouw met veel geur-ervaring niet af. Zeker die niet van een mierzoet roosparfum houdt. ManRose is eveneens geschikt om te layeren. Ik deed het op mijn gevoel – iets dreef me naar Palais Jamais (1989) en Patchouly (2016). Bij de eerste wordt de roos groener en mysterieuzer, bij de tweede verankert die in een nog meer aardse en bosachtige setting.