EEN AMBERPARFUM KAN OOK FLUISTEREN
Jaar van lancering: 1927/2015
Laatst aangepast: 21/10/15
Neus: Maurice Roucel
Hoewel de geur uit 1927 dateert, valt Ambre Empire – een van drie nieuwe geuren onderdeel van de Legendary Collection – in een recent trendje. En wel in die van de ‘veredeling’. Dat wil voor mij zeggen: populair-klassieke en – als je zo wilt – ‘iconische’ ingrediënten die door neuzen speciaal worden behandeld, krijgen in hun naam een adjectief mee dat de bijzonderheid, verfijning en exclusiviteit ervan accentueert. Het woordenarsenaal waaruit de merken putten is beperkt en meestal ‘blauw bloed’ gerelateerd: vorstelijk, keizerlijk, koninklijk. Guerlains doet het in zijn L’Art et la Matière-reeks met Tonka Impérial (2010) en Santal Royal (2014). Creed met Royal Oud (2011). Giorgio Armani draait het om: Oud Royal (2010) en maakt zijn mirre keizerlijk: Myrrhe Impériale (2013). Van Cleef & Arpels doet het met amber: Ambre Impérial (2015)…
… ik ga er vanuit dat Atkinsons met Empire niet refereert aan het Eerste Franse Keizerrijk (1804–1815) en de daaraan verbonden empire-stijl, ook niet aan het Tweede Franse Keizerrijk (1852–1870), en zeker niet aan het Galactisch Keizerrijk uit Star Wars. Wel the British Empire dat in de 19de eeuw heer en meester was over de zeven wereldzeeën – ‘Rule, Britannia! Britannia, rule the waves; Britons never shall be slaves’ – en op de continenten. Dus ook in het Verre Oosten (we hebben het dan even niet over de beruchte, door de Britons uitgelokte Opiumoorlogen).
Met Ambre Empire nodigt Atkinsons je uit voor een uiterst sensuele reis naar deze voor de meeste Engelsen toen ‘smachtende’ en raadselachtige contreien. De directe inspiratie: een exquise art deco Aziatische geïnspireerde snuifdoos – helaas krijg je die niet te zien. Was in verband met de huidige behoefte aan ‘story telling’ in de nicheparfumerie toch leuk geweest. Ook vreemd: geen enkel boek in mijn parfumbibliotheek en op geen enkele www heb ik foto’s gezien van de oorspronkelijke versie, toen Atkinsons nog Atkinson heette. So be it.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Atkinsons beweert dat de geur een van de eerste oriëntaalse geuren is die in het westen werd geïntroduceerd. Als het al waar is, moet het volgens mij eerder zijn: een van de eerste in het westen gecreëerde oosterse parfums.
Want Guerlain had al Ambre in 1890 op de verkooplijst staan. Coty in 1905 het beroemde Ambre Antique. In 1912 presenteerde Dorsay Ambre, Oriza L Legrand in 1913 Fin comme l’Ambre en Babani Perfumes in 1919 Ambre de Delhi. En ik kan zo nog wel even doorgaan: een va et vient van ambergeuren, en niet alleen in naam. Vraag alleen is of deze parfums daadwerkelijk naar amber roken of dat het meer de naam en het idee was dat hierdoor werd opgeroepen. De echte amberknaller zag – voorafgegaan door Volnays Yapana (1924) – twee jaar voor Ambre Empire het licht, en wordt nu steeds beschouwd als dé oriëntaalse klassieker: Guerlains Shalimar – met zijn kenmerkende vanillebasis.
Een ‘probleem’ met Ambre Empire: je weet niet of de neus het originele recept als uitgangspunt heeft genomen of een volledig nieuwe compositie heeft gemaakt. Atkinsons laat het in het midden: ‘reinvented, and, dare we say, lovingly improved, for modern-day noses’. Daarnaast kun je je afvragen, wat er dan zo lieftallig aan verbeterd is, en of dat nodig was.
Voor mij zweeft de geur tussen vintage en nieuw. En: het is niet een pure, right in the face amber – zo zou je The Odd Fellow’s Bouquet (2013) eerder kunnen omschrijven – zoals die nu veel in het nichecircuit verschijnen. Voor mij is Ambre Empire een understated, een ‘fluisterende’ amber waarin amber een ‘dienende’ functie heeft. Het fungeert als warme, gloeiende basis – zonder teveel richting open haard en geurkaars te gaan – voor een ‘zacht-houtig’ parfum.
Het ‘nu’ zit in de opening: bergamot met zwarte, ‘gerookte’ thee die als het ware direct een exotische voorbode is op wat komen gaat. En dat komt snel, want de magnolia (foto) in het hart zorgt voor een luchtige toets, garandeert dat de basis niet dichtgeplakt raakt, sticky wordt.
Heel vreemd: bij de opening moest ik denken aan ‘vegetaal’, groen amber in plaats van donker en duister. De thee dus. Mooi gedaan. En ook in de basis wordt dat voortgezet, want melkachtig sandelhout, dito mirre en etherisch wierook zorgen samen voor een rokerige en tegelijkertijd smeuïge ‘huideigen’ feel versterkt door een evenwichtige balans tussen witte musk (de poederige variant in dit geval) besprenkeld met ‘vanillevlokken’. Het effect: een aardse amber die tegelijkertijd lucht heeft.
De Britten zijn geliefd om hun understated humor. Met veel indirecte woordspelingen, eloquent en spitsvondig gebracht, toch zonder aanzien des persoons, een duidelijke mening, a joke verkondigen. Met een beetje fantasie kun je dat ook zeggen van hoe Atkinsons tegen amber aankijkt.