THIERRY MUGLERS ‘GOUR-MAN’ NIET ZOMAAR VERFRIST MET ORANJE CITRUSVRUCHTEN
Jaar van lancering: 2015
Laatst aangepast: 05/05/15
Neus: Quentin Bisch, Jacques Huclier
Zo op het oog lijkt de nieuwe versie van A*Men (1996) de meest toegankelijke: zodra je een overdosis citrusnoten aan een uitgesproken, oosterse compositie toevoegt, dan wordt die vanzelf ‘hapklaar’ – toch? Het is ook de eerste variatie die het minst past bij de ‘clubcultuur’ van heren met goede smaak waarin A*Men door Thierry Mugler zijn limited editions plaatst.
Dus geen sigaar (Pure Havane), dus geen koffie (Pure Coffee), dus geen sterke drank (Pure Malt), dus geen clubfauteuils (Pure Leather), dus geen houten lambrizeringen (Pure Wood) rondom dé gourmand-oriental voor de man.
En waar ik ‘bang’ voor was, gebeurt niet: dat door de orange-peel in de opening de gourmandsensatie alleen maar wordt benadrukt. Alsof je je tanden zet in een reep pure ‘noir de noir’-chocolade gelardeerd met stukjes gekonfijte sinaasappelmarmelade.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Wat de geur zo goed maakt zijn de elegante, maar strakke houtnuances (die toch ‘zoetjes’ is) die na verloop van tijd op de huid achterblijven. Een melange die doet denken aan ‘vochtig’ patchoeli en droogzonnig cederhout. Na verloop van tijd inderdaad, want daarvoor lijkt het alsof de compositie een traject aflegt waarin alle bovengenoemde variaties eventjes voorbij snuiven – en telkens weer anders. Dan weer even een whiff van whiskey die wordt ingehaald door een sliert van sigarenrook. En dan: ‘Ruik ik nu leer, ruik ik nu koffie?’
Maar laten we niet vergeten waar het letterlijk in eerste instantie om gaat: de citrusopening. Deze mix van mandarijn en bloedsinaasappel is minder scherp en daardoor minder cliché-mannelijk dan verwacht. Dat komt omdat meer de nadruk wordt gelegd op ‘het zachte wit’ (dat tussen de schil en de vrucht zit die je zo duidelijk bij de pomelo-vrucht ziet) dan op de schil zelf. Maakt de citrussensatie aromatischer, zachter, minder zuur.
De scherpte wordt door een ander ingrediënt geleverd: gember, maar die is meer prikkelend dat ‘citrus-bijtend’. De overgang van ‘citruskoud’ naar ‘gourmandwarm’ komt op rekening van kaneel, koffie en zwarte peper – die bereiden het oranje fruit voor op de sensualiteit van de houtachtige basis: ‘volvet’ vanille, een erg ‘gerumde’ tonkaboon en hierdoor een gekarameliseerde patchoeli.
Interessant: ook in A*Men Ultra Zest herken je de ‘vleugels’ van Angel (1992), misschien nog wel duidelijker, nu ik zo doorsnuif, dan in A*Men. Zonder dat het gaat irriteren. Iets wat bij veel (jonge)mannen nog steeds gebeurt als die A*Men ruiken. Ik geloof dat je deze bevooroordeelden goed om de tuin kunt leiden met A*Men Ultra Zest.
De overgang van herkenbaar (dus geruststellend) citrusfris via gourmand naar het eveneens herkenbare (dus geruststellende) hout – in dit geval ‘zoethout’ – verloopt zo naturel en beschaafd dat ze niet eens in de gaten hebben dat het de jongste broer van hun gehate A*Men is die ze zo olfactorisch van de wijs brengt. Deze (jonge)mannen zullen eerder aangenaam verrast zijn volgens mij. Door A*Men Ultra Zest verrassenderwijs uit hun ‘parfum comfort zone’ gehaald. Werd de hoogste tijd.