KLOKKEN-LUIDER DIOR
NIET HELEMAAL HETZELFDE, NIET HELEMAAL ANDERS
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 25/01/15
Neus: François Demachy
Ik was en jong en lijf van leden, vertrok op mijn 20ste naar Amsterdam om te studeren (Rietveldacademie). Ik had zonder al te veel moeite te doen een ruime kamer gevonden (vrij van huur in ruil voor het verzorgen van de katten en planten wanneer de eigenaar in het buitenland was) met uitzicht op het Vondelpark.
Om hier heuglijk bij stil te staan, besloot ik een echt parfum te kopen. Dus ik op weg naar het – toen – Mekka van de parfumerie (althans in mijn beleving). De Bijenkorf. Jules (1987) van Dior dacht ik – de fles van mij was meer leeg dan vol. Toen ik bij het ‘parfumeiland’ van Dior stond, schoot een andere geur door mijn gedachten waarvan ik het bestaan wist door verhalen en artikelen die duidelijk hadden gemaakt dat Diorissimo (1956) legendarisch was, gemaakt door de al even legendarische Edmond Roudnitska.
Ik zal nooit vergeten hoe ik werd behandeld. Niet klant is koning, maar keizer. Dat ouderwetse, bijna geheel verdwenen verkoop-adagium. De verkoopster liet drie variaties ruiken: eau de toilette, eau de parfum en het extract. What to do? Ja, ik was gek op de geur van lelietje-van-dalen – niet echt om te dragen, wel om af en toe aan te ruiken om het wonder te begrijpen – dus ‘die dan maar’ op haar meest aantrekkelijk, meest intens. Het extract dus. En om de aankoop zo ‘mannelijk’ mogelijk te maken, besloot ik voor de neutraal uitgevoerde15ml-tasspray (of was het nu 10ml?). Ik heb die in de loop der jaren gekoesterd. Telkens nam ik andere sensanties waar.
In mijn enthousiasme liet ik het ook wel eens anderen ruiken, overtuigd als ik was dat we met ‘the invisble arts’ te maken hadden. Vreemd waren sommige reacties, die meenden door alle frisheid heen een spoor van faeces te herkennen. Dat was me zelf ook opgevallen alleen wist ik toen nog niet dat dat eigen was aan de – toen – gebruikte jasmijn in samenwerking met – in dit geval – civet.
In de loop der jaren ben ik er achter gekomen dat alles wat lekker en mooi is, vaak een basis heeft die ‘geurgewijs’ door de ‘vox populi’/’vox profumi’ als vies, als stank wordt ervaren – in onbewerkte staat dan: zweet, knoflook, trassi, leer en indolen (moleculen die in met name witte bloemen een dierlijke, animale noot verspreiden).
En met het vermogen een gerecht/parfum een warme diepgang te geven. Dat ruik ik niet in het nieuwste parfumextract van Diorissimo. Heeft voor een gedeelte te maken met het feit dat bijna alle klassieke geuren in het kader van de regelgeving van de International Fragrance Association (IFRA) aangepast moeten worden en dat ‘Dior’ er voor gekozen de dierlijke noot (synthetisch wel vervangbaar) te elimineren. Jammer, maar je krijgt er veel voor terug.
François Demachy – ook in 2009 verantwoordelijk voor de nieuwe eau de toilette- en eau de parfumversie in de Les Créations de Monsieur Dior-lijn – koos er voor de groene, waterachtige frisheid van het lelietje-van-dalen te benadrukken. Je krijgt het gevoel dat dit lelietje-van-dalen, beschut door zijn groene, tulpachtige bladeren, staat na te genieten van een regenbui die net over haar gevallen is – de koele druppels blijven aan haar kleven.
En je zit direct in het extract. Geen frisse citrusintroductie om de klokjes wakker te schudden – die zijn vol van zin; schudden, beieren, luiden in verschillende toonaarden. Licht en koel. Elegant en rijk. Vol en langhoudend – we spreken niet voor niets over een extract. En dat komt – prachtig om te ruiken – omdat met name de jasmijn en in iets mindere mate ylang-ylang en de meiroos (afkomstig van Domaine de Manon en Clos de Callian exclusief geteeld voor Dior) de groene, optimistische voorjaarsbode van ‘le muguet’ voorzien van een volbloemige ondertoon – die ondersteunen haar waardoor ze haar voorjaarsbode beter kan verspreiden. Het effect: een groen getinte aquarel in kleur op spierwit, chloorvrij geschept papier.