ZOET HOUT
NICHE DIE NIET MOEILIJK DOET
Jaar van lancering: 2011
Laatst aangepast: 21/11/14
Neus: Thomas Fontaine
Sommige parfumhuizen moeten eigenlijk geen mannengeuren ontwikkelen. Zoals Jacques Bogart categorisch weigert vrouwengeuren te maken. Past niet in de beleving en uitstraling van het merk. Vind ik. Ik weet: commercieel niet slim.
Maar ik weet ook: hoe scherper je je tegenwoordig van de concurrentie onderscheidt, des te duidelijker de boodschap. Jean Charles Brosseau is zo’n huis. Petite, overzichtelijk en met een bijna uit de mode geraakte romantische boodschap. Romantisch niet in de zin van ‘een etentje bij kaarslicht’, maar in de zin van poëtisch en sterk sprekend tot het gevoel en de verbeelding. Zie de eerste geur Ombre Rose (1981) die terugblikkende terecht als een van de eerste niche-geuren avant la lettre geldt en inmiddels qua naam is uitgebreid met L’Original. Dat werd gedaan omdat Jean Charles Brosseau met de verkeerde personen in zee was gegaan: hij verkocht zijn parfumlicenties. Vertelde zijn zoon Benoît Brosseau (die ik onlangs sprak tijdens de persdag in Amsterdam van IBS). Had onder meer tot gevolg dat op de kwaliteit werd ingeleverd, zei hij. En dat merkten de vaste gebruikers. Hij haalde de nieuwe eigenaren voor het gerecht, won en kreeg hiermee naam en merk weer terug.
Benoît Brosseau heeft het merk weer de allure teruggegeven die het in het begin had. Kun je niet alleen ruiken in en zien aan Ombre Rose L’Original, de variaties op deze geuren én, zo hoopt Benoît Brosseau, ook aan het mannenkwartet: Thé Brun (2005), Fruit de Bois (2005), Atlas Cedar (alle drie 2005) en Bois D’Orient (2011). Zo ziet Benoît Broisseau en niche: ‘More and more people are looking for something more original, something different. These connoisseurs appreciate quality, individuality, and look for unique, more sophisticated fragrances. Alternative labels have a real grasp on this trend, which is why they offer a wide selection of highly successful fragrances’.
Daar is bij Bois D’Orient wat mij betreft niet echt sprake van. Zowel qua prijs (€ 52,00 50 ml, € 72,00 100 ml), zowel qua inhoud. Elegant, met een zekere verfijning die alleen garandeert dat de geur niet te hard en scherp is.
Maar of je dit nu niche of desnoods vintage moet noemen? Wel opvallend in geval van Bois D’Orient: een combinatie van geuren die je niet vaak in mannengeuren ruikt, maar alleen zo braaf opgevoerd dat het gehoopte effect niet goed tot zijn recht komt.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Bois D’Orient is eigenlijk een ‘zoethoudertje’ die sprankelend opent met citroen en mandarijn pittig gemaakt door roze peper, groen gemaakt door munt en jeneverbes. Het hart: ik wou dat ik de volle laag kreeg van deze kaneel-, vijg-, framboos- en pruimmelange. Zoet, smeuïg, ‘anders’ fruitig. Ik bedoel: hier had Tom Ford raad mee geweten. Het lijkt we of het hart in het water gevallen is. Door, onder en boven de ingrediënten ruik je een cleane, frisse noot alsof teveel water bij de vruchtensiroop is gedaan.
De basis trekt deze aqua-toets door: de houtnoten (ceder- en sandelhout) zijn bescheiden, de witte musk daarentegen gaat lekker zijn gang (versterkt het cleane karakter), maar wordt enigszins een halt toegeroepen door een amberachtige noot (cistus labdanum met vanille-accent) en een bonbon-nuance. Welk leuk: het lijkt even of het fruitige hart als vulling voor de bonbon dient. Maar wat uiteindelijk resteert is een transparante zoethoutige geur.