EEN GOED GESLAAGD ANDROGYN-PARFUM
Jaar van lancering: 2014
Laatst aangepast: 23/11/14
Neus: Anne McClain, Babette Lepke
Ambassadrice: Babette Lepke
De parfumwereld verliest zijn steeds meer mysterie. Eens een onneembare vesting voor niet-ingewijden en ‘onprofessionals’, is mede door de opkomst van internet opengebroken. Met merkwaardige gevolgen: de oude garde laat zich vaak – tot vervelens toe – voorstaan op hun geschiedenis, kennis en autoriteit. En slaat hierbij soms door in een absurde zelfbewieroking die indirect duidelijk moet maken, dat de nieuwe garde ‘best wel aardig’ is maar dat je voor het ‘echte werk’ toch beter bij Guerlain, Dior, Chanel, Estée Lauder en al die andere oude adressen moet zijn.
Nou die laatste heeft met een aantal samenwerkingsverbanden – Tom Ford in 2006 – en aankopen – Frédéric Malle en Le Labo beide dit jaar – duidelijk gemaakt dat ze de nieuwe garde heel serieus neemt. Lauder was trouwens ook de eerste die de dialoog aanging met de eerste generatie onafhankelijke parfumbloggers.
Maar er gebeurt zoveel meer: nieuwe huizen melden zich dag in dag uit en vergeten huizen wordt nieuw leven ingeblazen – Schiaparelli probeert het nu voor een derde keer. Daarnaast worden eenmalige geuren voor kleinschalige projecten ontwikkeld: om een tentoonstelling op te luisteren, om stil te staan bij een schooljubileum, om een goed doel te ondersteunen. Is gewoon een kwestie van een geurexpert (Tanja Deurloo bijvoorbeeld) en/of een neus bellen en voor je het weet staan flacons klaar voor de verkoop.
Nog even en parfumeriepersoneel gaat zijn eigen geuren ontwikkelen. Insiders weten dat dit al gebeurt. Nog even en consumenten gaan hun eigen geuren maken. Gebeurt al Ook in Nederland. Zoals de ‘internationale primeur’ Babēl. Even terzijde: elke primeur is internationaal.
Achter deze naam gaat Babette Lepke schuil (op de foto gehuld in een kasjmier-sjaal I presume), eigenaar van Skins Cosmetics Laren met ruim tien jaar expertise op het gebied van niche-cosmetica waarbij vooral natuurlijke merken haar interesse hebben. Een veertiendaagse Perfume Summer School in Grasse gaf drie jaar geleden de aanzet tot de ontwikkeling van een geur. Parfumeur Anne McClain, ooit ontmoet tijdens een parfumworkshop in New York, hielp Babette.
Ze brachten samen veel tijd door in McClains atelier (Williamsburg NY). McClain ‘schreef’ de basisformule van Babēl in overeenstemming met de visie van Babette die het gedurende twee jaar tot in het kleinste detail verfijnde. Afgelopen mei werd het eindresultaat gepresenteerd: ‘Een parfum comfortabel en puur als luxe kasjmier – Babette’s favoriete materiaal’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ik had de geur al eerder willen bespreken, maar het kwam er gewoon niet van. Blijft altijd interessant om te zien en te ruiken hoe stof wordt vertaald in geur. Wat kasjmier betreft: Donna Karan was de eerste. In 1994 lanceerde ze Cashmere Mist. Daar had ik weinig mee: ik vond kasjmier als stof niet echt goed vertaald, was voor mij te bloemig, te waterig. Geen diep ‘in het stof bijten’. Haar Black Cashmere (2002) daarentegen wel: rijk, intens met een enorme zachte finish die je als vloeibaar kasjmier kunt interpreteren.
Babēl is by all means een mooie geur: je ruikt de hoge concentratie aan puur natuur-ingrediënten. Spannende opening: het lijkt alsof de compositie zich even in één keer prijsgeeft voor je de specifieke noten kunt detecteren. De kardemon (foto) springt er voor mij uit; die maakt de bergamot minder ‘schitterend’. Geeft een fris-stroef groen, maar pittig onderlaagje (mede geholpen door zwarte peper) die mooi samengaat met knisperend viooltjesblad. Blijft lekker hangen. Voor mij komt de kasjmier in het hart tot leven door de poederige irisnoot die elegant linkt met het ‘strak-zonnige’ cederhout en het aardse vetiver in de basis en nooit helemaal verdwijnt, ondanks de sensuele georiënteerde toevoegingen (vanille en benzoïne), ondanks de ‘rozige’ noot van geraniumblad. De ylang-ylang neem ik niet echt waar.
Het beste aan de geur vind ik het androgyne karakter. Dat zijn natuurlijk de meeste geuren in het nichesegment, maar Babēl onderscheidt zich door een zekere vanzelfsprekendheid en vertrouwdheid, door de goed geslaagde en gelaagde balans, het samenspel tussen de ingrediënten. Dit is een geur zonder toeters en bellen, is gevrijwaard van olfactorische ‘special effects’. En dat komt volgens mij weer op conto van het puur natuur-gevoel dat de geur uitstraalt. Geeft een aangenaam en ‘tevreden’ gevoel. Ik ben benieuwd naar de tweede geur van Babette Lepke.