NAZORG
Geurengoeroe vindt het weliswaar een merkwaardige aanleiding. Maar altijd geïnteresseerd hoe culturen met geur omgaan en beleven buitenom het klassieke, ‘huishoudelijke’ gebruik (persoonlijk genot), las hij vanochtend in de Volkskrant het volgende: naar aanleiding van het eindrapport over de Molukse treinkaping in 1977. De schrijfster Sylvia Pessironi komt aan het woord.
Ik citeer: ‘Daar zeiden ze: ‘Weet je Syl, de kisten zijn verzegeld. Gisteravond hebben ze niet eens de rituelen kunnen uitvoeren’. Dat gaat bij ons om het besprenkelen van eau de cologne’.
Ik zoek verder op internet en kom tegen: ‘Na de uitvaartdienst wordt de lijkkist door de kinderen en andere familieleden naar buiten gedragen. De lijkwagen rijdt altijd nog een keer langs het huis van de overledene. Dan gaat men naar de begraafplaats. De aanwezigen scharen zich rond het graf. Hier leest de dominee een passage voor uit de bijbel. Gezamenlijk wordt het Onze Vader gebeden. Daarna strooit de naaste familie bloemblaadjes of eau de cologne. Vroeger 4711, tegenwoordig vaak liever een ander luchtje. Soms wordt ook een fles meegegeven in het graf’.
En over 4711 gesproken: ik kom steeds meer perfume-insiders tegen (in real life, op de internationale parfumblogs) die Neroli Portofino (2007) van Tom Ford – met name de eau de cologne-versie – toch wel verdacht veel vinden lijken op de geur waarmee de moderne parfumindustrie begon en nog steeds gemaakt wordt, 4711 dus.