IN DE SCHADUW VAN PROUST, IN DE SCHADUW VAN DE ROOS
Jaar van lancering: 1981
Laatst bijgewerkt: 19/10/12
Neus: Francoise Caron
Je wordt tegenwoordig – we schrijven 2000 – doodgegooid met vintage en niche. En zoals met alle sterke trends, haakt de commercie hier op in waardoor de betekenis van deze stijlrichtingen hol en leeg zijn geworden. Jammer, vooral voor merken die het een warm hart toedragen. Het grappige: veel van deze merken afficheren zich helemaal niet als niche of vintage. Ze willen gewoon mooie dingen maken waarvan mensen kunnen genieten. Zoals Jean-Charles Brosseau. Het is een in Parijs bekend ‘milliner’-adres, ofwel leverancier van modeaccessoires gemaakt van stof, veertjes en kraaltjes die je op je kleding kunt spelden.
Hoeden vallen ook in deze categorie. In Frankrijk is het nog steeds een ‘apart’ beroep – Coco Chanel is ook zo begonnen – alhoewel het aantal gestaag afneemt. Brosseau zit al een tijdje in het vak: na de Ecole de la Chambre Syndicale en werkervaring bij verschillende bedrijven, start hij in 1955 zijn eigen label. En met succes. Hij moet zijn winkel in de rue Vaneau in 1970 verlaten wegens ruimtegebrek. Het wordt Place des Victoires. Tien jaar later verhuist hij wederom – Galerie Véro-Dodat – waar ook zijn eerste parfum, Ombre Rose, het licht ziet. Sinds 1996 is zijn boetiek gevestigd in de Viaduct des Arts.
Het succes van Ombre Rose heeft Brosseau en de parfumwereld verbaasd. Want dat was in 1981 ongewoon: een nieuw merk met een ultra-klassiek parfum. Het ligt niet alleen aan de poëtische naam – geïnspireerd op Marcel Prousts A l’Ombre des jeunes Filles uit zijn romancyclus A la Recherche du Temps perdu – die tot de verbeelding werkt: een roos die in de schaduw zijn zoete geur verspreidt. Het is ook de poëtische flacon, naar een model uit de art deco-periode. Zoiets heet nu vintage, zoiets heet nu retro, maar had 1981 nog gaan naam.
Opvallend is trouwens dat Annick Goutal – door velen beschouwd als de uitvindster van het niche-concept – in hetzelfde jaar ook haar parfumhuis startte. Merkwaardig gevolg van zijn parfumsucces is dat Brosseau nu bekender is met zijn geuren dan met zijn accessoires. Inmiddels wordt Ombre Rose als een klassieker beschouwd voorzien van een reeks ‘schaduwgeuren’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
De opening: een lichte korte trilling van fris-fruitige aldehyde-noten die snel overgaan naar het hart van de geur: een exquise en poederzachte combinatie van roos en iris (tekening) sensueel gemaakt door ylang-ylang en ‘een vage herinnering’ aan het lelietje-van-dalen. Heel mooi: de ‘waas van vanille, honing en perzik’ die het geheel nog fluweliger maakt.
Het allermooiste: naarmate de geur op de huid ‘groeit’, manifesteren zich de sensuele noten van musk en hout. Het is tevens het moment dat Ombre Rose zijn naam waarmaakt: een roos in de bescherming van de schaduw. Luxueus, vol en toch bescheiden. Knap.
RUIK & VERGELIJK
Komt zelden voor dat roos en iris zo’n duidelijke en sierlijke verbinding aangaan, waardoor je qua gevoel kunt spreken van een fluwelen roos.
Hoewel deze bloem en deze wortel natuurlijk vaker in een parfum optreden, wordt hun unieke ‘unisono’-aroma vaak gemaskeerd door andere bloemen. In het volgende parfum komt deze aparte vriendschapsband ook heel goed naar voren.
Lancôme – Maison Lancôme – Peut-Etre (1937, 2008, 2011)