PLOOIENPLEIDOOI!
OFWEL, ‘LA PETITE ROBE NOIRE’ VAN ISSEY MIYAKE
Jaar van lancering: 2013
Laatst aangepast: 26/04/13
Neus: Aurélien Guichard
Fotografie en video: Nick Knight
Nieuwe ontwikkeling? Modeontwerpers en modehuizen (waarvan de oprichter al is overleden) laten zich voor nieuwe geuren inspireren door hun ‘signature’, hun ‘griffe’ waar ze voor een deel hun bekendheid aan danken.
Soms gebeurt dat via een omweg. Coco Noire (2012) van Chanel is geïnspireerd op haar iconische kledingstuk: het kleine zwarte jurkje waar Guerlain voor het eerst mee aan de haal ging in 2008 met La Petite Robe Noire. Gevolgd door Hugo Boss met Boss Nuit (2012).
Nu Issey Miyake. Zijn veel bejubelde pleats please-kledingconcept is vertaald in een parfum. Zal me niet verbazen als Jean Paul Gaultier binnenkort het korset of de Bretonse zeemanstrui ‘stoffelijk’ vertaald in nieuwe geuren. Iets wat hij ‘visueel’ al heeft gedaan met Le Classique (1993) en Le Male (1995). Yves Saint Laurent zou een dergelijk parfum dan Le Smoking noemen, Dior New Look of Pieds de Poule, denk ik.
Over het effect van pleats please als kledingstuk gesproken: ik zal nooit vergeten dat ik Chantal Roos, voormalig hoofdparfumontwikkeling van Yves Saint Laurent (voormalig altijd gekleed in een variatie op le smoking) die was ‘weggekocht’ door Shiseido om een nieuw parfumbedrijf op te richten dat zich zou concentreren op het ontwikkelen high end-geuren (met Jean Paul Gaultier en Issey Miyake als eerste ‘klanten’) ter promotie van Le Feux d’Issey (1998) gekleed ging in een knalrode pleads please-jurk, als symbool voor de vurige inhoud van deze geur. En: het stond haar nog ook!
Niet alleen haar. Ik ken veel vrouwen die weglopen met deze kledinginnovatie. Want het ingenieuze: terwijl het veel ‘verbergt’ laat het tegelijkertijd ook veel zien: het ‘tailleert’ niet, maar zit als een soort van wolk, als geplooide golven, ‘geplakt’ om het lichaam.
Maar het meest wonderbaarlijke aan de pleats please-kleding: hoe je het ook in elkaar pakt, verfrommelt en vouwt – je kan er letterlijk een knoop in leggen – het keert elke keer weer in zijn originele staat terug. Dus: nooit meer strijken, want de plooien bleven door een ingenieus proces permanent…
Wat niet zoveel mensen weten (ik ook niet tot voor kort) is de ontstaansgeschiedenis. In 1993 vroeg William Forsythe en het Frankfurt Ballet Forsythe Miyake de kostuums voor The Loss of Small Detail te ontwerpen. Uit onderzoek naar welke kostuums de dansers voldoende bewegingsvrijheid gaven, ontstond pleats please. Geboren uit experimenteren werd het een tijdloze basic voor de ‘nieuwe’ vrouw met smaak, ofwel het nieuwe kleine zwarte jurkje.
Ga dit maar eens vertalen in een flacon. Is gelukt ‘door de geometrische verschijning van een veelzijdig veelvlak die – letterlijk – veelzijdige volumes overbrengen. De plooien steken uit op de flacon in een samenspel van convexe en concave volumes’ afgerond door de naar een bloemkelk gevormde dop: ‘een fijn geplooide abstractie, die zowel een witte bloem als de plooien van symboliseert’. Leuk detail: de letter e in Pleats Please is versmald, opeen geperst en samengedrukt alsof die subtiel geplooid werd.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Ga dit maar eens vertalen in een geur! Wordt een beetje moeilijk over gedaan: ‘de primaire inspiratie was licht, een intrinsiek element in de wereld van Issey Miyake, in de vorm van glinsterende highlights. Daarna kwam het concept van verticaalheid, om de structuur van de plooi weer te geven. Beweging werd toegevoegd, zoals de plooi samen met het lichaam vloeiend beweegt. De compositie is doordrenkt met een gevoel van comfort, met vrijheid van beweging en tegelijkertijd met grote precisie’.
Concept van verticaalheid? Is maar net hoe je tegen een plooi aankijkt; kan op ‘hetzelfde moment’ ook horizontaal zijn. Tegelijkertijd met grote precisie? Lijkt me vanzelfsprekend. Hoewel Aurélien Guichard een plooi-achtig verticaal parfum wilde creëren, kent Pleats Please gewoon een klassieke opbouw, door hem omschreven als ‘een licht en vrolijk boeket; een nectar van geluk, een uitnodiging om volop van de geneugten des levens te genieten’.
Wat je direct bij de opening waarneemt is de zachte poederige en zonnige noot van lathyrus (foto) – ook door de sprankelende opening heen van nashi, een hybride van appel en peer waarbij het zoete, bijna sensueel-fluwelige aroma van de laatste overheerst. De lathyrus (geurerwt) is in feite de onschuld zelve, meer poederig dan bloemig.
Om het bloemige accent te versterken werd de onstuimige pioenroos toegevoegd: zoet, zoetig met een lichtgroene en gekruide nuance. En – wonderlijk – indole (afkomstig uit jasmijnolie) die naar men zegt voor een licht-animale en volle toets zorgt door Guichard omschreven als ‘een vlezige, voluptueuze bijdrage die volume aan de hartnoot geeft’.
De basis garandeert dat de bloemennoot een houtachtige structuur krijgt, verzacht door een absolue van ‘witte vanille’ en witte musk. Qua vrolijke sfeer, past de geur perfect bij de gebruikte felgekleurde pleats please-jurken in de commercial, die met een fantasie qua dynamiek lijken op ontluikende bloemen.
Alleen had voor mij het totaal wel wat donkerder gemogen. Meer nadruk op de indolen, hout en patchoeli: dus een donkergrijze, donkergrijze pleats please-jurk. Maar dat is eigenlijk parfumzelfmoord plegen, gezien de toon nu in de ketenparfumerie wordt bepaald door lichte bloemengeuren op een katoenzachte witte musk-basis. Zie de ‘onthouting’ van bijvoorbeeld Estée Lauders Sensuous uit 2010, die werd zachter en lieflijker met Sensuous Nude (2011). Zie de geleidelijke ‘vergourmandisering’ van het hout in Eau de Merveilles (2003) van Hermès met Parfum des Merveilles (2005), Elixir des Merveilles (2006) en L’Ambre des Merveilles (2012)
RUIK & VERGELIJK
De siererwt ruik je niet veel in geuren, zeker niet als ‘hoofdbloem’. De meest recente die ik me kan herinneren is:
Lolita Lempicka Si Lolita Eau de Toilette (2011)
En verder terug:
Guerlain – Aqua Allegoria – Foliflora (2003)
Nina Ricci Premier Jour (2001)
Giorgio Armani Acqua di Giò (1994)
Honderd procent ‘pois de senteur’:
Fresh Sweet Pea (1998?)