EEN SANDELHOUTGEUR DIE HEEL,
MAAR DAN OOK HEEL LANGZAAM,
EEN SANDELHOUTGEUR WORDT
Jaar van lancering: 2011
Laatst aangepast: 29/12/11
Neus: Frank Voekl
Misschien arrogant, maar ik voel me echt niet aangetrokken tot Le Labo (anno 2006). Nét iets te bedacht de naam, nét iets te gelikt ondanks de gecultiveerde ‘onaffe’ en schetsmatige uitstraling – neem het typemachine-lettertype.
Nét te arty-farty de impressies van de bij het ‘lab’ aangesloten kunstenaars. Neem daarbij het in verfijnde parfumkringen politieke correcte ‘geklaag’ van de oprichters Fabrice Penot en Eddie Roschi.
Beide werkten voorheen bij Giorgio Armani Fragrances waar ze helemaal depri werden van de zielloze supermarktparfums en inwisselbare famous faces fragrances. En, last but not least, wat je krijgt, staat niet in verhouding tot de prijs vind ik. Te duur dus. De geuren zelf: de zoveelste variaties op klassieke parfumthema’s en populaire ingrediënten. Zeker niet slecht, maar ook zeker geen creaties die je laten verwonderen over de magie van parfums.
Elke geur (inmiddels twaalf, de zeven exclusieve voor zeven steden stad verkrijgbare parfums – absurd! – en samenwerking met modelabels en magazines niet meegerekend) is voorzien van een nummer dat staat voor het aantal gebruikte ingrediënten, terwijl de naam verwijst naar het ingrediënt waarvan de grootste dosis werd gebruikt. Dat wil niet zeggen dat de geur daar per definitie naar moet ruiken. Dat onderga je in eerste instantie ook goed in Santal 33, een ‘verbetering’ van de geurkaars met de naam Santal 26.
Le Labo associeert de geur met de Malboro-campagnes van vroeger: ‘A man and his horse in front of the fire on a great plain under tall, blue evening skies – a defining image of the spirit of the American West with all it implied about masculinity and personal freedom. This man, firelight in his face, leaning on the worn leather saddle, alone with the desert wind’. Leuk zo’n inspiratiebron, maar of elke man hem wou zijn en elke vrouw hem wou hebben, zoals Le Labo stelt, kun je je afvragen.
Niet iedereen valt voor dit ‘zo krachtige icoon’. Ook niet voor de er aan gekoppelde geur die het ‘sensuele universum’ van deze rokende cowboy raakt, die volgens Le Labo in een paar woorden te vangen zijn: ‘Kampvuur, de grillige beweging van rook… waar de sensualiteit stijgt als het donker wordt’.
WAT RUIK IK EIGENLIJK?
Eerlijk gezegd: heb ik geen ‘kampvuur’-gevoel, laat staan een ‘sigarettenrook’-ervaring. Of het moet het idee zijn van de zoete geur van tabak dat niet als ingrediënt is opgegeven. Maar met Santal 33 – let wel: 21 ingrediënten worden niet genoemd – onderga ik wel iets bijzonders: het is als een heel lange ‘klassieke’ wandeling die uitkomt op een Australische sandelhoutplantage.
Eerst loop je onder een wolk die van alle ingrediënten lijkt te barsten, waaruit een merkwaardig zeebries-akkoord – zonnig en zoutig – sijpelt die vervolgens wordt achterna gezeten door een groen-ijle vlucht van kardemon die heel lang beklijft.
Dan wordt het zoet dan zoeter met een viooltje die vervolgens tijdens de wandeling – het wordt steeds warmer en droger – lijkt te smelten in een fondue van droog-poederig iris, zonnig cederhout, houtig papyrus, animaal ambrox (de synthetische variant van ambergris) en het even animale leer. En dan eindelijk, eindelijk ruiken we het sandelhout.
Maar niet zo bloemig-verfijnd, daarvoor blijft de geur toch te scherp, te medicinaal, te ‘terpetijnig’ – eigen aan Australisch sandelhout – voor mijn gevoel. Het is eerst zoet, dan droger-droger-droogst. Maar dan zit de Santal 33 wel meer dan vier uur op je huid.
Santal 33 brengt in ieder geval vreemde emoties teweeg: mijn steun en toeverlaat Maria van Geuren is ervan bezeten en heeft er een hakkenbar/schoenenpoets-gevoel bij – een (voor haar positieve) associatie die me niet meer loslaat. Een vriend – die anoniem wenst te blijven – moet denken aan geboend parket. Voor beide impressies geldt: d’r zit wat in. Santal 33 heeft inderdaad iets gepolijst, gelakt en ‘gewreven’. Verklaart wellicht de all over ‘niet natuurlijke’ terpetijn-impressie van het sandelhout.
RUIK & VERGELIJK
De sandelhoutparfumoogst van 2011 bracht niet alleen Santal 33, die niet de geile glamour-boterigheid heeft van:
Tom Ford – Private Blend – Santal Blush (2011)
En niet de understated ‘droge’ chic van:
Hermès – Hermessence – Santal Massoïa (2011)