BEPROEFD RECEPT
LIEVELINGSDESERT GEVAT IN GEUR
Ik had de laatste tijd een, discussie is een groot woord, gedachtewisseling met www.parfumaria.com over La Collection Particulière de Christian Dior. Dit naar aanleiding van Vanilla Diorama (2021). Zijn deze geuren nog als niche te omschrijven? Moeilijk. Moeilijk. Ja: gezien de kwaliteit aan ingrediënten. Nee: gezien, het wel heel erg breed uitzetten van deze lijn op socials en winkelvloeren van luxe warenhuizen. Drie jaar geleden zag ik bij Macy’s New York dat zelfs de liften van top tot teen driedimensionaal met flat screens ‘gevuld’ waren met daarop de diverse geuren volop in ‘bloeiende’ beweging‘. Indrukwekkend.
Maar moet dat nu? Ik vind, misschien old school gedacht, dat je niche zelf moet ontdekken. En dat je je hierbij niet direct door grote namen moet laten leiden. En dat is met Dior natuurlijk onmogelijk. Die kom je werkelijk overal tegen tegenwoordig. Online en ook in het echt – as we speak is er wel ergens een mega-expositie waarin de wereld van Dior in full splendor wordt geëtaleerd.
Met zo’n naam – die bij een heel groot publiek garant staat voor vertrouwd, zekerheid en kwaliteit – kun je wat geuren betreft niet helemaal losgaan. Zegt men. Moet je toch binnen het klassieke kader blijven. Vind men. Het grote publiek mag het dan als niche zien, voor perfume insiders blijft het categorie prestige.
Wat me opvalt: de spagaat in de naamgeving bij La Collection Particulière. Van de ene kant poëtisch en daardoor sort of nieuwsgierigmakend: Balade Sauvage, Belle de Jour, Jardin des Anges, Rose Gipsy, Sakura en Souffle de Soi. Van de andere kant: niet moeilijk doen, gewoon sec bij de naam noemen: Purple Oud, Santal Noir en Thé Cachemire (allemaal uit 20217). En dan af en toe een geur die met de naam speelt en/of aan het leven van de couturier refereert: Diorissima (idem). Wat is de toegevoegde waarde van de laatste? We hadden toch al Diorama en Diorissimo?
In deze categorie valt ook Vanilla Diorama. In verband met een journalistiek artikel ‘moest’ ik ooit twee boeken over het leven van monsieur Dior lezen, maar het is me niet bijgebleven dat Vanilla Diorama een van zijn favoriete desserts was. Misschien heb ik er wel overheen gelezen want: er niet echt op naar zoek. Hij schijnt zo te zijn dat het restaurant Maxim’s Paris dit dessert speciaal voor hem heeft gemaakt.
Alleen – hoe kan dat nou? – er bestaat volgens Dior geen afbeelding of gedetailleerde beschrijving. Vind ik op zijn zachtst gezegd vreemd. Een restaurant met zo’n reputatie en legendarische clientèle, die bewaart uit trots en historisch besef toch al zijn ‘geheimen’? Ik zou zeggen: dieper graven. Anyway, de geur haakt slim op de nog steeds populaire gourmandtrend.
En de storytelling begrijpt iedereen. Terzijde: ik weet het niet meer, maar wordt het bij de counters in de parfumerie nog gedaan – een ontstaansverhaal vertellen? Onmogelijk volgens mij. Neem alleen de verhalen van alle Diorgeuren. Je kunt je afvragen of klanten nog geïnteresseerd zijn. Het is volgens mij eerder een dingetje waar de marketingafdeling geen afscheid van kan nemen. Want het staat anders zo kaal voor de pers en influencers.
Vanilla Diorama is precies hoe vanille als een prestige/niche-geur moet ruiken: zoet, zeer zoet, royaal, romig, smeuïg met een houtaccent om niet te glad, te plat en te eendimensionaal te eindigen. Leuk de opening: alsof je door een lichte citrusregen van sinaasappel en citroen heen, de vanille ruikt. Maar gelukkig ruik je meer: kardemon en roze peper geven een extra kickstart.
Het houtaccent in dit geval is patchoeli en sandelhout. Samen resulteert dat in een mooie warme amber-ondertoon die ervoor zorgt dat de zoetheid niet uit de bocht vliegt en die op het eind een poederig effect garandeert. Ik bespeur ook een lichte rum-noot (of is dit verbeelding?) Het geeft het geheel een licht tropisch zwoel effect zonder dat het te tropical, te Escada-zomergeurcocktail wordt.
Conclusie: het klopt allemaal, maar het geheel is ook saai en braaf. Maar dat is typisch François Demachy, ‘de ambtenaar’ onder de neuzen. Hij verstaat zijn vak, maar het gaat allemaal langs de lijnen der geleidelijkheid, volgens beproefd recept.
Daarom ben ik benieuwd naar de opvolger van Demachy – hij gaat met pensioen: Francis Kurkdjian. Wordt hij schatbewaarder of krijgt hij kans om zijn creatieve kant te benadrukken en écht te verbazen? Met dien verstande dat parfumcreatie nu wel zijn beperkingen en grenzen heeft bereikt (van AI moet wat dat betreft ook niet te veel verwacht worden). Innovatie en vernieuwing in parfumcreatie is nu vooral een kwestie van hoe je naar het metier kijkt. Ooit zette Dior de trend in plaats van ze te volgen. Hopelijk krijgt Kurkdjian ook die kans.